ECLI:NL:RBLEE:2010:BM5556
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van vordering door gebrek aan eigendom van de vordering
In deze zaak vorderde DFA Service B.V. betaling van een openstaande factuur van een tandartsenpraktijk. De eiser, DFA Service, stelde dat zij verantwoordelijk was voor de facturering en inning van vergoedingen voor behandelingen die patiënten hadden ondergaan bij aangesloten zorgverleners. De gedaagde betwistte de verschuldigdheid van de factuur, met de stelling dat de behandeldata niet klopten en dat haar zorgverzekeraar de factuur zou voldoen zodra een gespecificeerde factuur was ontvangen.
De kantonrechter beoordeelde het geschil en concludeerde dat DFA Service niet op eigen titel kon optreden, omdat niet was aangetoond dat zij de eigendom van de vordering had verworven. Er was geen bewijs van cessie van de vordering door de zorgverlener aan DFA Service, en de gedaagde was daar ook niet van op de hoogte gesteld. Dit leidde tot de niet-ontvankelijkheid van DFA Service in haar vordering.
De kantonrechter veroordeelde DFA Service in de kosten van het geding, maar deze werden aan de zijde van de gedaagde begroot op nihil, aangezien de gedaagde in persoon had geprocedeerd zonder gebruik te maken van een professioneel rechtshulpverlener. De uitspraak werd gedaan op 19 mei 2010 door mr. J.C.G. Leijten, kantonrechter, tijdens een openbare terechtzitting.