Toepasselijke regelgeving
2.1 Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de WPO, voor zover thans van belang, verstrekt het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van het schoolbezoek aan ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag bekostiging van de door het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk te achten vervoerskosten. De gemeenteraad stelt daartoe een nadere regeling vast, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden. Ingevolge het vierde lid, voor zover thans van belang, voorziet de regeling erin dat het vervoer kan plaatsvinden op een wijze die voor de leerling passend is.
2.2 De Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel is vastgesteld door de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel op 24 juni 1999 en gewijzigd bij besluit van de raad op 26 april 2007 (hierna: de Verordening). Bij besluit van de raad van 27 november 2008 is de Verordening opnieuw gewijzigd. Nu deze wijziging echter niet eerder dan op 1 januari 2009 in werking is getreden, is zij niet van belang voor deze zaak. De Verordening is een nadere regeling als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de WPO.
2.3 Ingevolge artikel 1, aanhef en onder o, van de Verordening wordt daarin onder vervoersvoorziening verstaan: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider of de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.
2.4 Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Verordening kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in de Verordening.
2.5 Ingevolge artikel 11, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verordening verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan drie kilometer bedraagt.
2.6 Ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Verordening bekostigt het college, indien de aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken. Vooruitlopend op de inwerkintreding van de wijziging van de Verordening per 1 januari 2009 hanteert verweerder het begunstigende beleid dat in plaats van de in artikel 12, eerste lid, van de Verordening genoemde leeftijd van negen jaar voor de toepassing van dat artikellid de leeftijd van elf jaar wordt gehanteerd.
2.7 Ingevolge artikel 13 van de Verordening verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of openbaar vervoer ontbreekt.
2.8 Ingevolge artikel 25, eerste lid, van de Verordening verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt en die vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.
2.9 Ingevolge artikel 26, eerste lid, aanhef en onder a, van de Verordening verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken.
2.10 Ingevolge artikel 29 van de Verordening kan het college in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.