ECLI:NL:RBLEE:2010:BN0396

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
6 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/1573
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van een lichte adviestoevoeging voor juridische bijstand in een ontslagzaak

In deze zaak heeft eiseres een lichte adviestoevoeging (LAT) aangevraagd voor juridische bijstand in een ontslagzaak. De advocaat heeft niet zichtbaar opgetreden om een conflictsituatie te vermijden, maar heeft eiseres op de achtergrond bijgestaan. De rechtbank oordeelt dat in dit geval rechtsbijstand is verleend waarvoor een LAT bij uitstek bedoeld is, en dat niet kan worden volstaan met de spreekuurvoorziening van het Juridisch Loket. De Raad voor Rechtsbijstand had eerder de aanvraag voor de LAT afgewezen, met de redenering dat het Juridisch Loket voldoende ondersteuning had kunnen bieden. Eiseres heeft echter betoogd dat de situatie complexer was en dat zij specialistische juridische bijstand nodig had, vooral omdat haar recht op loon of uitkering op het spel stond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de advocaat eiseres niet alleen heeft geadviseerd over de gevolgen van het ontslag, maar ook haar heeft bijgestaan tijdens gesprekken met de werkgever. De rechtbank concludeert dat de juridische bijstand noodzakelijk was en dat de eerdere afwijzing van de LAT door de Raad voor Rechtsbijstand onterecht was. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt de Raad in de proceskosten van eiseres. De Raad moet opnieuw op het bezwaarschrift van eiseres beslissen en het griffierecht vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
procedurenummer: AWB 09/1573
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juli 2010 als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in het geding tussen
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres, hierna: [eiseres],
gemachtigde: mr. E.A. van Wieren, advocaat te Leeuwarden,
en
de Raad voor Rechtsbijstand te Leeuwarden,
verweerder, hierna: de raad,
gemachtigde: mr. J. Hamer, werkzaam bij verweerder.
Procesverloop
Bij brief van 18 juni 2009 heeft de raad [eiseres] mededeling gedaan van zijn besluit op bezwaar betreffende de toepassing van de Wet op de Rechtsbijstand (Wrb).
Tegen dit besluit heeft [eiseres] beroep ingesteld.
De zaak is behandeld ter zitting van de rechtbank, gehouden op 26 april 2010. [eiseres] en de raad zijn verschenen bij gemachtigden.
Motivering
Feiten
1.1 Op 15 januari 2008 heeft de gemachtigde van [eiseres] namens haar een aanvraag voor een lichte advies toevoeging (hierna: LAT) ingediend in verband met het adviseren van [eiseres] in een ontslagzaak.
1.2 Bij besluit van 19 juni 2008 heeft de raad de aanvraag afgewezen onder de overweging dat een advies over (de gevolgen van) het ontslag door het Juridisch Loket gegeven had kunnen worden.
1.3 Het tegen dit besluit ingediende bezwaarschrift heeft de raad bij het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Geschil
2.1 [eiseres] stelt zich op het standpunt dat rechtsbijstand is verleend ten aanzien van een belang waarvan de behartiging redelijkerwijs niet aan haarzelf kon worden overgelaten. Daartoe voert zij aan dat niet alleen sprake was van het geven van advies over (de gevolgen van) het ontslag, maar ook van juridische bijstand op de achtergrond tijdens de gesprekken met de werkgever. Daarbij is van belang dat het recht op loon of uitkering op het spel stond. Volgens [eiseres] kon het Juridisch Loket deze kwestie niet afhandelen en was rechtsbijstand van een advocaat nodig.
2.2 De raad houdt vast aan zijn standpunt dat geen sprake is van noodzakelijke juridische bijstand door een advocaat. Een advies over een ontslag en de gevolgen daarvan kan door het Juridisch Loket worden gegeven, aldus de raad.
Beoordeling van het geschil
3.1 Ingevolge artikel 12, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wrb wordt rechtsbijstand niet verleend indien het een belang betreft waarvan de behartiging redelijkerwijs aan de aanvrager zelf kan worden overgelaten, zo nodig met bijstand van een andere persoon of instelling van wie onderscheidenlijk waarvan de werkzaamheden niet vallen binnen de werkingsfeer van deze wet.
3.2 Ingevolge artikel 28, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wrb kan de raad de toevoeging weigeren, indien de aanvraag een rechtsprobleem betreft, dat naar het oordeel van de raad eenvoudig kan worden afgehandeld.
3.3 Ingevolge artikel 19, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wrb kan een LAT worden afgegeven indien niet volstaan kan worden met bijstand op een spreekuur en verdergaande rechtsbijstand nodig is in een overigens als eenvoudig af te doen te kwalificeren zaak.
3.4 In het verleden verzorgden de bureaus rechtshulp de spreekuurvoorziening, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder b, van de Wrb. Indien een bureaumedewerker een zaak voor verdergaande rechtsbijstand vanuit het spreekuur overnam, werd deze als verlengd-spreekuurzaak of als toevoegingszaak afgedaan. Voor het verlengd spreekuur gold een tijdgrens van drie uur en een eigen bijdrage van € 13,50. Voor zaken die meer tijd vroegen werd door het bureau een toevoeging aangevraagd.
Sinds de stelselherziening van gesubsidieerde rechtsbijstand wordt eerstelijns rechtshulp tijdens spreekuren verleend door het Juridisch Loket. Verdergaande rechtsbijstand wordt door een rechtsbijstandverlener verleend, veelal een advocaat. Om de mogelijkheid van laagdrempelige rechtsbijstand te behouden tegen een eigen bijdrage van € 13,50 hebben de raden voor rechtsbijstand verwijsarrangementen met advocaten gesloten. Advocaten met een verwijsarrangement kunnen voor rechtsbijstand in eenvoudige zaken (tot drie uur) een LAT aanvragen, aldus het Handboek Toevoegen.
3.5 De rechtbank stelt vast dat de LAT is aangevraagd voor juridische bijstand terzake een ontslagzaak. Uit de gedingstukken blijkt dat [eiseres] is ontslagen in haar proeftijd. Vanwege het feit dat zij bij de werkgever wilde blijven werken dan wel met het oog op het verkrijgen van een uitkering een regeling wilde treffen omtrent de beëindiging van haar dienstverband, is afgesproken dat zij zelf in gesprek zou gaan met de werkgever. [eiseres] is hierbij op de achtergrond geadviseerd door haar gemachtigde. De daarmee gemoeide tijd heeft blijkens de gedingstukken minder dan drie uur bedragen. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat in dit geval juridische bijstand van een advocaat noodzakelijk was en niet kon worden volstaan met de spreekuurvoorziening van het Juridisch Loket. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de gemachtigde van [eiseres] haar niet alleen heeft geadviseerd over de (algemene) gevolgen van het ontslag en over de mogelijkheden als geen loon of WW-uitkering wordt verkregen, maar haar daarnaast specialistisch advies heeft gegeven over het door haar te voeren overleg met de werkgever en haar daarbij, op de achtergrond, heeft bijgestaan. Mede gelet op hetgeen hiervoor onder 3.4 is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat deze (advies)werkzaamheden rechtsbijstand betreft waarvoor een LAT bij uitstek bedoeld is. Dat ter voorkoming van een conflictsituatie ervoor is gekozen om de gemachtigde slechts op de achtergrond te laten optreden, maakt dat niet anders. Deze omstandigheid brengt immers op zichzelf niet mee dat de onderhavige zaak door het Juridisch Loket binnen het tijdsbestek van het spreekuur kon worden afgedaan.
3.6 Gelet op voorgaande overwegingen komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep van [eiseres] gegrond moet worden verklaard en dat het bestreden besluit moet worden vernietigd.
3.7 Met toepassing van artikel 8:75, eerste lid, van de Awb veroordeelt de rechtbank de raad in de proceskosten. Overeenkomstig het bepaalde in het Besluit proceskosten worden de proceskosten van [eiseres] vastgesteld op € 644,00 ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (beroepschrift 1 punt, verschijnen ter zitting 1 punt; gewicht van de zaak: gemiddeld; waarde per punt € 322,00).
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de raad opnieuw op het bezwaarschrift van [eiseres] beslist;
- bepaalt dat de raad aan [eiseres] het griffierecht van € 41,00 vergoedt;
- veroordeelt de raad tot vergoeding van de door [eiseres] gemaakte proceskosten ten bedrage van € 644,00.
Aldus gegeven door mr. P.G. Wijtsma, rechter, in tegenwoordigheid van mr. T. Hoekstra als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 juli 2010.
w.g. P.G. Wijtsma
w.g. T. Hoekstra
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat voor partijen hoger beroep open. Gelijke bevoegdheid komt toe aan andere belanghebbenden, zulks behoudens het bepaalde in art. 6:13 juncto 6:24 Awb.
Indien u daarvan gebruik wenst te maken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA Den Haag
In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.