ECLI:NL:RBLEE:2010:BN8063

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
22 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
104072 / HA ZA 10-346
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident inzake forumkeuzebeding in consumentenovereenkomsten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Leeuwarden is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen Yno 10 B.V. en Wassenaar Techniek B.V. Yno 10 vordert in de hoofdzaak een betaling van EUR 27.849,58 van Wassenaar Techniek, die zij stelt te hebben gefactureerd voor verleende diensten. Wassenaar Techniek heeft echter een forumkeuzebeding ingeroepen dat de rechtbank Amsterdam als exclusief bevoegde rechtbank aanwijst voor geschillen tussen partijen. Yno 10 betwist de toepassing van dit forumkeuzebeding en stelt dat het onredelijk bezwarend is, met verwijzing naar de Europese richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

De rechtbank overweegt dat de richtlijn enkel van toepassing is op overeenkomsten waarbij een consument betrokken is. Aangezien Wassenaar Techniek een rechtspersoon is die handelt in de uitoefening van haar bedrijf, kan zij niet als consument worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de richtlijn niet van toepassing is op de overeenkomst tussen partijen en dat het forumkeuzebeding derhalve niet ambtshalve buiten toepassing kan worden gelaten.

De rechtbank wijst de incidentele vordering van Wassenaar Techniek toe en verklaart zich onbevoegd om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. De zaak wordt verwezen naar de rechtbank Amsterdam, waarbij Yno 10 wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident. Dit vonnis is uitgesproken op 22 september 2010.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 104072 / HA ZA 10-346
Vonnis in incident van 22 september 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YNO 10 B.V.,
gevestigd te Sneek,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. P.L. Verhulst, kantoorhoudende te Vries,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WASSENAAR TECHNIEK B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. E.J. Rotshuizen, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna Yno 10 en Wassenaar Techniek genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring;
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. Het geschil in de hoofdzaak
2.1. Yno 10 vordert in de hoofdzaak - kort gezegd - veroordeling van Wassenaar Techniek tot het betalen van een bedrag van EUR 27.849,58, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente, aan haar, alsmede veroordeling van Wassenaar Techniek in de proceskosten.
2.2. Yno 10 heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat zij is gespecialiseerd in het doorlichten van organisaties en dat zij door de implementatie van een bepaalde methodiek tracht een organisatie slagvaardiger en efficiënter te laten draaien en functioneren. Yno 10 heeft - kort gezegd - gesteld dat zij Wassenaar Techniek bij brief van
3 september 2008 een voorstel heeft gedaan om haar organisatie 'om te vormen' en dat Wassenaar Techniek dit voorstel op 19 januari 2009 heeft geaccepteerd en dat de overeenkomst tussen hen uiteindelijk ook is verlengd voor een bepaalde periode. Yno 10 heeft aangevoerd dat zij Wassenaar Techniek declaraties heeft gestuurd ter zake van de door haar verrichte werkzaamheden in de laatstgenoemde periode, maar dat Wassenaar Techniek nimmer tot betaling van deze declaraties is overgegaan.
3. Het geschil in het incident
3.1. Wassenaar Techniek vordert in het incident dat de rechtbank zich - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - onbevoegd verklaart om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen en de zaak doorverwijst naar de rechtbank Amsterdam, met veroordeling van Yno 10 in de proceskosten.
3.2. Wassenaar Techniek heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat Yno 10 de algemene voorwaarden van de Orde van Organisatie Adviesbureaus op de overeenkomst tussen partijen van toepassing heeft verklaard en dat in artikel 15 lid 2 van deze algemene voorwaarden een forumkeuzebeding (als bedoeld in artikel 108 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv)) is opgenomen, waarin de rechtbank Amsterdam als exclusief bevoegde rechtbank is aangewezen om kennis te nemen van geschillen tussen partijen.
3.3. Yno 10 voert verweer, met conclusie tot afwijzing van de incidentele vordering van Wassenaar Techniek. Tevens heeft Yno 10 de rechtbank verzocht om, indien de rechtbank gronden aanwezig acht voor een kostenveroordeling in het incident zijdens Wassenaar Techniek, deze in goede justitie te bepalen.
3.4. Yno 10 heeft ten verwere aangevoerd dat het forumkeuzebeding in de door haar gehanteerde algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is jegens Wassenaar Techniek en dat de rechtbank deze bepaling op grond van het rapport 'Ambtshalve toetsing van Europees consumentenrecht' van het Landelijk Overleg van Voorzitters van Civiele en Kantonsectoren, derhalve ambtshalve buiten toepassing moet laten.
4. De beoordeling in het incident
4.1. De rechtbank stelt vast dat Wassenaar Techniek onweersproken heeft gesteld dat de algemene voorwaarden van de Orde van Organisatie Adviesbureaus (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing zijn op de tussen partijen bestaande overeenkomst en dat de rechtbank Amsterdam op grond van het in artikel 15 lid 2 van deze algemene voorwaarden opgenomen forumkeuzebeding exclusief bevoegd is om van geschillen tussen partijen kennis te nemen.
4.2. De rechtbank begrijpt het verweer van Yno 10 tegen de incidentele vordering van Wassenaar Techniek aldus, dat zij van mening is dat het forumkeuzebeding - op grond van de Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn) - onredelijk bezwarend is jegens Wassenaar Techniek en dat de rechtbank dit beding op grond van het rapport 'Ambtshalve toepassing van Europees consumentenrecht', dat in februari 2010 is opgesteld door de werkgroep 'Ambtshalve toetsing' van het Landelijk Overleg van Voorzitters van Civiele en Kantonsectoren, ambtshalve moet toetsen aan deze richtlijn. De rechtbank dient het forumkeuzebeding naar de mening van Yno 10 derhalve ambtshalve buiten toepassing te laten.
4.3. De rechtbank overweegt dat de richtlijn betrekking heeft op oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Ingevolge artikel 2 sub b van de richtlijn wordt onder een consument verstaan iedere natuurlijke persoon die bij onder de richtlijn vallende overeenkomsten handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen. Nu Wassenaar Techniek een rechtspersoon is en zij de overeenkomst tussen partijen in de uitoefening van haar bedrijf is aangegaan, kan Wassenaar Techniek naar het oordeel van de rechtbank niet als een consument in de zin van de richtlijn worden aangemerkt en kan de overeenkomst tussen partijen ook niet als een consumentenovereenkomst worden gekwalificeerd. Derhalve is de richtlijn naar het oordeel van de rechtbank niet van toepassing op de overeenkomst tussen partijen. Ook het voornoemd rapport 'Ambtshalve toetsing van Europees consumentenrecht' ziet enkel op overeenkomsten waarbij een privaat bedrijf of een beroepsuitoefenaar zaken doet met een consument. Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank - anders dan Yno 10 heeft gesteld - niet is gehouden om het forumkeuzebeding (ambtshalve) aan het Europees consumentenrecht te toetsen.
4.4. Nu de rechtbank Amsterdam op grond van het forumkeuzebeding van artikel 15
lid 2 van de algemene voorwaarden exclusief bevoegd is om kennis te nemen van geschillen tussen partijen en er voorts geen gronden voor het buiten toepassing laten van dit beding zijn aangevoerd door Yno 10, zal de rechtbank de incidentele vordering van Wassenaar Techniek toewijzen en zich onbevoegd verklaren om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. De rechtbank zal de hoofdzaak - met inachtneming van artikel 110 lid 2 Rv - verwijzen naar de relatief bevoegde rechter, zijnde de rechtbank Amsterdam. Ingevolge artikel 74 lid 1 Rv is voor voortzetting van de procedure vereist dat één van de partijen de overige partijen bij exploot oproept en de zaak, op een door haarzelf te kiezen zittingsdag, aanhangig maakt bij de rechtbank Amsterdam, met dien verstande dat de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen hierbij in acht moeten worden genomen. De procedure zal op grond van artikel 74 lid 3 Rv alsdan - in de stand waarin zij zich thans bevindt - worden voortgezet voor de rechtbank te Amsterdam.
4.5. De rechtbank zal Yno 10 als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten van het incident veroordelen.
4.6. Nu er ingevolge artikel 110 lid 3 Rv geen hogere voorziening is toegelaten tegen een vonnis - zoals het onderhavige - waarbij een zaak naar een andere rechtbank wordt verwezen, zal de rechtbank het onderhavige vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
5. De beslissing
De rechtbank
in het incident
5.1. wijst de vordering van Wassenaar Techniek toe,
5.2. veroordeelt Yno 10 in de kosten van het incident, aan de zijde van Wassenaar Techniek tot op heden vastgesteld op EUR 452,- aan salaris advocaat,
in de hoofdzaak
5.3. verklaart zich onbevoegd om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen,
5.4. verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de sector civiel van de rechtbank Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.E. Geerlings en in het openbaar uitgesproken op
22 september 2010.?