ECLI:NL:RBLEE:2010:BO7926
Rechtbank Leeuwarden
- Raadkamer
- M.H. Severein
- Rechtspraak.nl
Beslissing over invordering en inhouding van rijbewijs op basis van Wegenverkeerswet 1994
Op 5 november 2010 heeft klager een klaagschrift ingediend tegen de invordering en inhouding van zijn rijbewijs, dat op 11 oktober 2010 was ingevorderd door de officier van justitie. De rechtbank heeft het klaagschrift op 10 november 2010 behandeld in raadkamer en op 17 november 2010 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie het rijbewijs onder zich mocht houden op basis van artikel 164, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Dit artikel stelt dat de officier van justitie het rijbewijs kan vasthouden als er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat de bestuurder opnieuw een verkeersovertreding zal begaan.
Tijdens de behandeling van het klaagschrift zijn verklaringen van klager en getuigen in overweging genomen, waaruit bleek dat klager zich zeer gevaarlijk op de weg had gedragen, wat de verkeersveiligheid in gevaar bracht. De rechtbank concludeerde dat er voldoende aanwijzingen waren voor meervoudige misdragingen van klager. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie in redelijkheid kon besluiten het rijbewijs onder zich te houden, gezien de ernst van de situatie.
De rechtbank verklaarde het klaagschrift ongegrond en wees het verzoek tot teruggave van het rijbewijs af. Klager had niet aannemelijk gemaakt dat hij niet op andere wijze kon voorzien in zijn behoefte aan een bestuurder voor zijn bedrijfsauto, bijvoorbeeld door het inhuren van een chauffeur. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter M.H. Severein, bijgestaan door griffier D.P. Postma-Westerhof.