ECLI:NL:RBLEE:2011:3135
Rechtbank Leeuwarden
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot te gelde maken van een woning in de nalatenschap
In deze beschikking van de Rechtbank Leeuwarden, gedateerd 5 juli 2011, werd een verzoek behandeld tot het verlenen van machtiging voor het te gelde maken van een woning die deel uitmaakt van de nalatenschap van een overleden persoon. Het verzoekschrift was ingediend door mr. D. Koopmans-de Boer, die optreedt als gevolmachtigde van de executeur en de erfgenamen, [A] en [B]. De woning, gelegen te [adres], werd aangeboden voor een koopsom van € 245.000,--. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 juni 2011 werd [C] gehoord over het verzoek, en op 27 juni 2011 werd een nadere toelichting met een waardeonderbouwing ingediend door de gevolmachtigde.
De kantonrechter oordeelde dat alleen de erfgenamen [A] en [B] gerechtigd waren om het verzoek in te dienen, aangezien zij deelgenoten zijn in de nalatenschap. De kantonrechter nam in overweging dat de erfgenamen geen belang hadden bij de woning, dat deze veel onderhoud vereiste en dat de staat van de woning verslechterde. Dit werd gezien als een gewichtige reden om de gevraagde machtiging te verlenen, zoals bedoeld in artikel 3:174 BW. De kantonrechter concludeerde dat de aangeboden verkoopprijs van € 245.000,-- niet onredelijk of niet marktconform was, op basis van de waardeonderbouwing van makelaar R. Hartsema.
De machtiging werd verleend aan de gevolmachtigde van de deelgenoten, en niet aan de executeur, omdat deze geen deelgenoot was en haar bevoegdheid tot verkoop beperkt was. De kantonrechter merkte op dat er geen schulden in de nalatenschap waren, wat de beslissing om de machtiging te verlenen verder ondersteunde. De beschikking werd ondertekend door mr. J.C.G. Leijten, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.