ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ1656
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; onderhoudsverplichting ex-echtgenote
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 21 maart 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder, over een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2006. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, waarbij verweerder de aftrek voor betaalde alimentatie van € 6.000 niet had geaccepteerd. Eiser stelde dat hij uitgaven had gedaan ten behoeve van zijn ex-echtgenote, maar kon niet aantonen dat deze uitgaven voortvloeiden uit een rechtens afdwingbare onderhoudsverplichting.
De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat er een mondelinge afspraak bestond over de betaling van alimentatie. De rechtbank verwees naar de relevante wetgeving, waaronder artikel 6.3 van de Wet IB 2001, en concludeerde dat de betalingen niet als onderhoudsverplichtingen konden worden aangemerkt. Eiser had geen bewijs geleverd dat de uitgaven aan zijn ex-echtgenote voortvloeiden uit een familierechtelijke verplichting. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat eiser niet in zijn bewijsvoering was geslaagd.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in belastingzaken, vooral als het gaat om aftrekposten voor onderhoudsverplichtingen. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.