ECLI:NL:RBLEE:2012:BX2983

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
30 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/880433-11 PROM
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van doodslag en poging tot doodslag in Drachten

In deze zaak heeft de rechtbank Leeuwarden op 30 juli 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met zijn medeverdachten betrokken was bij een gewelddadig incident in Drachten op 3 september 2011. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van doodslag op [slachtoffer 1], die op 5 september 2011 overleed aan de verwondingen die hij had opgelopen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachten gezamenlijk geweld hebben uitgeoefend op het slachtoffer, waarbij zij hem meermalen met kracht hebben geslagen en geschopt. De verdachte heeft niet ingegrepen en zich niet gedistantieerd van het geweld, wat leidde tot de conclusie dat hij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het slachtoffer zou overlijden.

Daarnaast is de verdachte ook schuldig bevonden aan poging tot doodslag op [slachtoffer 2], waarbij hij samen met zijn medeverdachten geweld heeft gepleegd, maar het slachtoffer niet is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door zijn aanwezigheid en handelen de gelegenheid heeft verschaft aan zijn medeverdachten om geweld uit te oefenen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Tevens is er een schadevergoeding toegewezen aan [slachtoffer 2] voor de geleden schade als gevolg van het geweld.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/880433-11
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 30 juli 2012 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI Leeuwarden, Holstmeerweg 7 te Leeuwarden.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 16 juli 2012.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.J.P.M. Grijmans, advocaat te Bolsward.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 3 september 2011 tot en met 5 september
2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben
verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet die [slachtoffer 1]
meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam geslagen en/of gestompt
en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam geschopt en/of getrapt,
althans fors geweld uitgeoefend op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die
[slachtoffer 1], tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] op 5 september 2011 is
overleden;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 3
september 2011 tot en met 5 september 2011, te Drachten, (althans) in de
gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven heeft/hebben beroofd, immers
heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer
ander(en) met dat opzet die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam geslagen en/of gestompt
en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam geschopt en/of getrapt,
althans fors geweld uitgeoefend op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die
[slachtoffer 1], tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] op 5 september 2011 is
overleden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3
september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (zich) met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en)
- naar een woning, gelegen aan of bij de [straat] , aldaar, te begeven
en/of (vervolgens)
- de tuin van die woning in te lopen en/of (vervolgens)
- een of meer in die tuin aanwezige pers(o)n(en) te gaan duwen en/of te slaan
en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen, althans door deel uit
te maken van een gewelddadige groep en/of (vervolgens)
- in een deuropening van die woning en/of voor een deur van die woning te gaan
staan en/of te blijven staan waardoor een of meer in die woning aanwezige
perso(o)n(en) de woning niet konden en/of mochten verlaten en/of zodoende
werden belet of belemmerd om aan die [slachtoffer 1], die op dat moment werd
geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt, hulp te verlenen;
Meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 3 september 2011 tot en met 5 september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan een persoon, genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (zwaar inwendig en uitwendig letsel, te weten (onder meer) vele breuken aan de aangezichtsbeenderen en/of een miltscheur (ruptuur), heeft toegebracht,
door deze opzettelijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist gebalde hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam te schoppen en/of te trappen,
althans door fors geweld uit te oefenen op/tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer 1], terwijl het feit, op 5 september 2011, de dood tengevolge
heeft gehad;
Nog meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in op of omstreeks de periode 3
september 2011 tot en met 5 september 2011, te Drachten, (althans) in de
gemeente Smallingerland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
(zwaar inwendig en uitwendig letsel, te weten (onder meer) vele breuken aan
de aangezichtsbeenderen en/of een miltscheur (ruptuur) heeft/hebben
toegebracht,
door deze opzettelijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te
stompen en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam te schoppen en/of te trappen,
althans door fors geweld uit te oefenen op/tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer 1],
terwijl het feit, op 5 september 2011, de dood tengevolge heeft gehad,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3
september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (zich) met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) - naar een woning,
gelegen aan of bij de [straat], aldaar, te begeven en/of (vervolgens)
- de tuin van die woning in te lopen en/of (vervolgens)
- een of meer in die tuin aanwezige pers(o)n(en) te gaan duwen en/of te slaan
en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen, althans deel uit te
maken van een gewelddadige groep en/of (vervolgens)
- in een deuropening van die woning en/of voor een deur van die woning te
blijven staan waardoor een of meer in die woning aanwezige perso(o)n(en) de
woning niet konden en/of mochten verlaten en/of zodoende werden belet of
belemmerd om aan die [slachtoffer 1], die op dat moment werd geslagen en/of
gestompt en/of geschopt en/of getrapt, hulp te verlenen;
Nog meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 3 september 2011 tot en met 5 september
2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend
een persoon (te weten [slachtoffer 1]) meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of
heeft gestompt en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of heeft getrapt,
althans fors geweld heeft uitgeoefend op/tegen het hoofd en/of het lichaam van
die [slachtoffer 1], tengevolge waarvan deze op 5 september 2011 is overleden;
Nog meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 3
september 2011 tot en met 5 september 2011, te Drachten, (althans) in de
gemeente Smallingerland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]) meermalen,
althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen
en/of heeft/hebben gestompt en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geschopt en/of heeft/hebben
getrapt,
althans fors geweld heeft/hebben uitgeoefend op/tegen het hoofd en/of het
lichaam van die [slachtoffer 1], tengevolge waarvan deze op 5 september 2011 is
overleden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3
september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (zich) met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) - naar een woning,
gelegen aan of bij de [straat], aldaar, te begeven en/of (vervolgens)
- de tuin van die woning in te lopen en/of (vervolgens)
- een of meer in die tuin aanwezige pers(o)n(en) te gaan duwen en/of te slaan
en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen, althans door deel uit
te maken van een gewelddadige groep en/of (vervolgens)
- in een deuropening van die woning en/of voor een deur van die woning te
blijven staan waardoor een of meer in die woning aanwezige perso(o)n(en) de
woning niet konden en/of mochten verlaten en/of zodoende werden belet of
belemmerd om aan die [slachtoffer 1], die op dat moment werd geslagen
en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt, hulp te verlenen;
Meest subsidiair zo ook het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 3 september 2011 tot en met 5 september
2011, te
Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
A.
met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat], openlijk
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen (ondermeer) [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit
het opzettelijk (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer 1] en/of
- schoppen en/of trappen tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 1],
althans door het uit oefenen van fors geweld op/tegen het hoofd en/of het
lichaam van die [slachtoffer 1];
B.
opzettelijk heeft deelgenomen aan een aanval of vechterij waarin onderscheiden
personen, te weten [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of verdachte
en/of een of meer ander(en) (enerzijds) en/of (ondermeer) [slachtoffer 1]
(anderzijds) waren gewikkeld,
bestaande die aanval of vechterij uit het door die [medeverdachte 2] en/of die
[medeverdachte 1] en/of verdachte en/of een of meer ander(en) aangaan van
de/een -gewelddadige- confrontatie met (ondermeer) [slachtoffer 1] en het (over en
weer) (met kracht) duwen en/of trekken en/of (met een of meer
slagwapens(s)/voorwerp(en)) slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen
en welke aanval of vechterij (op 5 september 2011) de dood van die [slachtoffer 1]
tengevolge heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente
Smallingerland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2]
van het leven te beroven,
met dat opzet die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of
heeft gestompt en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of heeft getrapt,
althans fors geweld heeft uitgeoefend op/tegen het hoofd en/of het lichaam van
die [slachtoffer 2],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 3 september 2011, te
Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
ter uitvoering van het door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven,
met dat opzet die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen
en/of heeft/hebben gestompt en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geschopt en/of heeft/hebben
getrapt,
althans fors geweld heeft/hebben uitgeoefend op/tegen het hoofd en/of het
lichaam van die [slachtoffer 2], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3
september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (zich) met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) - naar een woning,
gelegen aan of bij de [straat], aldaar, te begeven en/of (vervolgens)
- de tuin van die woning in te lopen en/of (vervolgens)
- een of meer in die tuin aanwezige pers(o)n(en) te gaan duwen en/of te slaan
en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen, althans door deel uit
te maken van een gewelddadige groep en/of (vervolgens)
- in een deuropening van die woning en/of voor een deur van die woning te
blijven staan waardoor een of meer in die woning aanwezige perso(o)n(en) de
woning niet konden en/of mochten verlaten en/of zodoende werden belet of
belemmerd om aan die [slachtoffer 2], die op dat moment werd geslagen
en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt, hulp te verlenen;
Meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente
Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer 2]) opzettelijk zwaar lichamelijk
letsel (te weten: (ondermeer) een forse ooglidwond, hoofdwond en/of wond aan
de wenkbrauw en/of lip voor de geneeskundige behandeling waarvan een of meer
hechting(en) zijn aangebracht en/of een aangetaste gezichtsscherpte), heeft
toegebracht,
door deze opzettelijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te
stompen en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam te schoppen en/of te trappen,
althans door fors geweld uit te oefenen op/tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer 2];
Nog meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 3 september 2011, te
Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen,
aan een persoon (te weten [slachtoffer 2]) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
(te weten: (ondermeer) een forse ooglidwond, hoofdwond en/of wond aan de
wenkbrauw en/of lip, voor de geneeskundige behandeling waarvan een of meer
hechting(en) zijn aangebracht en/of een aangetaste gezichtsscherpte),
heeft/hebben toegebracht,
door deze opzettelijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te
stompen en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam te schoppen en/of te trappen,
althans door fors geweld uit te oefenen op/tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer 2],
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3
september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (zich) met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) - naar een woning,
gelegen aan of bij de [straat], aldaar, te begeven en/of (vervolgens)
- de tuin van die woning in te lopen en/of (vervolgens)
- een of meer in die tuin aanwezige pers(o)n(en) te gaan duwen en/of te slaan
en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen, althans door deel uit
te maken van een gewelddadige groep en/of (vervolgens)
- in een deuropening van die woning en/of voor een deur van die woning te
blijven staan waardoor een of meer in die woning aanwezige perso(o)n(en) de
woning niet konden en/of mochten verlaten en/of zodoende werden belet of
belemmerd om aan die [slachtoffer 2], die op dat moment werd geslagen en/of
gestompt en/of geschopt en/of getrapt, hulp te verlenen;
Nog meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente
Smallingerland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een
persoon, genaamd [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar letsel toe te brengen, met dat
opzet meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft
geslagen en/of heeft gestompt en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft geschopt en/of heeft
getrapt,
althans fors geweld heeft uitgeoefend op/tegen het hoofd en/of het lichaam van
die [slachtoffer 2],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Nog meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 3 september 2011, te
Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
ter uitvoering van het door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, aan een persoon, genaamd [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar letsel
toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft
geslagen en/of heeft gestompt en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft geschopt en/of heeft
getrapt,
althans fors geweld heeft uitgeoefend op/tegen het hoofd en/of het lichaam van
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
die [slachtoffer 2],
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3
september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland,
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (zich) met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) - naar een woning,
gelegen aan of bij de [straat], aldaar, te begeven en/of (vervolgens)
- de tuin van die woning in te lopen en/of (vervolgens)
- een of meer in die tuin aanwezige pers(o)n(en) te gaan duwen en/of te slaan
en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen, althans door deel uit
te maken van een gewelddadige groep en/of (vervolgens)
- in een deuropening van die woning en/of voor een deur van die woning te
blijven staan waardoor een of meer in die woning aanwezige perso(o)n(en) de
woning niet konden en/of mochten verlaten en/of zodoende werden belet of
belemmerd om aan die [slachtoffer 2], die op dat moment werd geslagen en/of
gestompt en/of geschopt en/of getrapt, hulp te verlenen;
Meest subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente
Smallingerland,
met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat], openlijk
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen (ondermeer) [slachtoffer 2], welk geweld bestond uit
het opzettelijk (met kracht)
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist
gebalde) hand(en)) slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer 2] en/of
- schoppen en/of trappen tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2],
althans door het uit oefenen van fors geweld op/tegen het hoofd en/of het
lichaam van die [slachtoffer 2];
3.
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente
Smallingerland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de
[straat], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (ondermeer)
[slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], welk geweld bestond uit het
opzettelijk (met kracht)
-stompen en/of slaan in de buik, althans tegen het lichaam, van die [slachtoffer 3] en/of
-schoppen en/of trappen tegen de/het be(e)n(en), althans het lichaam, van die
[slachtoffer 4];
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, (althans) in de gemeente
Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, opzettelijk mishandeld een of meer perso(o)n(en), te weten
A.
[slachtoffer 3], in de buik, althans tegen het lichaam, heeft gestompt
en/of geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer 3] letsel heeft bekomen en/of pijn
heeft ondervonden en/of
B.
[slachtoffer 4], tegen de/een be(e)n(en), althans tegen het lichaam, heeft
geschopt en/of getrapt, waardoor voornoemde [slachtoffer 4] letsel heeft bekomen en/of
pijn heeft ondervonden.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1. primair, 2. primair en 3. primair ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van de duur van het voorarrest;
- hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een naar goede justitie te bepalen bedrag, alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor dat toe te wijzen bedrag.
Beoordeling van het bewijs
Ten aanzien van de onder 1. primair, 2. primair en 3. primair ten laste gelegde feiten
De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen1 die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.
Op zaterdag 3 september 2011 waren verdachte en zijn zoons, de medeverdachte [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] (hierna aan te duiden met zijn roepnaam [medeverdachte 1]) op bezoek bij de nicht van verdachte, woonachtig aan de [adres 1] te Drachten.2 Daar was onder meer verder aanwezig [medeverdachte/getuige 4] (hierna aan te duiden met zijn roepnaam [medeverdachte/getuige 4]). Zowel verdachte als zijn medeverdachten nuttigden daar alcohol.3 Kort voor middernacht fietsten de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] weg bij de woning van hun tante. Nadat zij bier hadden gekocht bij een snackbar aan de Schwartzenberghlaan te Drachten, fietsten zij terug richting de [adres 1].4 Op de [straat] kwam medeverdachte [medeverdachte 1] ten val met zijn fiets.5
Op dat moment zaten de bewoners van de woning aan de [adres 2], (aangevers) [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], samen met hun bezoek (aangever) [slachtoffer 2], [naam 1] en [naam 2], in de voortuin van hun woning. Ook de bewoner van de woning aan de [adres 3], [slachtoffer 1], zat met zijn bezoek [naam 4], [naam 3] en [naam 5], in zijn voortuin. Deze personen waren getuige van de valpartij. Door verschillende personen werd daarom gelachen.6 Hierop reageerde medeverdachte [medeverdachte 1] door iets in hun richting te roepen. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] liepen vervolgens naar medeverdachte [medeverdachte 1] toe.
Kort daarna stond ook [naam 5] bij het groepje op straat. Er ontstond een woordenwisseling tussen hen, waarbij [naam 5] medeverdachte [medeverdachte 1] een duw gaf. [slachtoffer 2] gaf medeverdachte [medeverdachte 1] een schop onder zijn kont.7
Medeverdachte [medeverdachte 2] liep daarna naar de woning aan de [adres 1] en vertelde daar aan de aanwezigen wat er kort daarvoor was gebeurd. Medeverdachte [medeverdachte 2] liep vervolgens weer naar buiten en trof medeverdachte [medeverdachte 1] halverwege de straat aan. Medeverdachte [medeverdachte 1] had daarbij de plastic tas met bier nog in zijn handen. Medeverdachte [medeverdachte 1] haalde twee blikjes bier uit de tas en gooide deze op straat. Er zat daarna nog steeds wat in de plastic tas. Medeverdachte [medeverdachte 1] liep vervolgens in de richting van de woning aan de [adres 2]. Medeverdachte [medeverdachte 2] is achter verdachte aangerend.8 Ook verdachte en [medeverdachte/getuige 4] liepen richting de woning aan de [adres 2], nadat zij van medeverdachte [medeverdachte 2] hadden gehoord wat er was gebeurd.9 [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] waren inmiddels teruggekeerd in de voortuin van de woning aan de [adres 2].10
Kort daarna deed verdachte het hekje van de voortuin van de woning aan de [adres 2] open. [slachtoffer 2] probeerde hem tegen te houden, maar verdachte gaf hem een elleboogstoot tegen zijn hoofd en liep door naar de voordeur van de woning.11 De medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kwamen ook de voortuin in. Medeverdachte [medeverdachte 1] gaf [slachtoffer 2] een klap tegen het hoofd en een zogenoemde 'low kick'.12 Ook medeverdachte [medeverdachte 2] gaf [slachtoffer 2] trappen en klappen.13 [slachtoffer 2] viel op enig moment op de grond en medeverdachte [medeverdachte 1] sloeg [slachtoffer 2] vervolgens met de tas met blikjes bier op zijn hoofd.14 Ook schopte medeverdachte [medeverdachte 1] [slachtoffer 2], die nog steeds op de grond lag, met zijn voeten tegen diens lijf en hoofd.15 [slachtoffer 1] kwam vervolgens de voortuin van de woning aan de [adres 2] inlopen met een stuk hout in zijn handen en sloeg verdachte daarmee op zijn hoofd.16
Dit betrof een stuk slaghout met op de kop een moer, welk stuk hout afkomstig was uit de woning van [slachtoffer 1].17 Medeverdachte [medeverdachte 2] liep op [slachtoffer 1] af en gaf hem een klap op zijn hoofd en neus, waarna [slachtoffer 1] op de grond is gevallen. Medeverdachte [medeverdachte 2] gaf [slachtoffer 1] daarna klappen en trappen.18
[slachtoffer 2] zag [slachtoffer 1] liggen en ging vervolgens op [slachtoffer 1] liggen. [slachtoffer 2] trok [slachtoffer 1] onder de schommel.19 [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] lagen beiden op de grond. De medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] sloegen op [slachtoffer 1] in en schopten hem.20
[naam 5], [naam 1] en [slachtoffer 3] waren in de tussentijd de woning aan de [adres 2] binnengelopen. Verdachte liep achter [slachtoffer 3] aan de woning in. [slachtoffer 3] worstelde kort in de gang met verdachte, waarna verdachte de woning verliet. Daarbij gaf hij [slachtoffer 4], die op dat moment naar binnen wilde, een trap tegen haar been.21 [slachtoffer 3] deed vervolgens de voordeur open, waarna verdachte de voordeur dichttrok. Dit gebeurde een paar keer, totdat verdachte de voordeur losliet en [slachtoffer 3] de voordeur helemaal open deed. Verdachte gaf [slachtoffer 3] toen met zijn rechtervuist een klap in zijn maag.22 Verdachte liep daarna de tuin in.23 Hij liep naar [slachtoffer 1] en gaf hem een schop in zijn buik.24 Verdachte en zijn medeverdachten verlieten vervolgens de voortuin van de [adres 2].25
Diezelfde nacht zei verdachte tegen verschillende omwonenden, die op het lawaai waren afgekomen, dat ze zijn zoon van 15 jaar oud hadden geschopt, dat ze van zijn zoon af moesten blijven, dat hij ze allemaal had gepakt, dat het hem niet uitmaakte wie hij voor zich had, man of vrouw, dat hij hem had doodgeslagen en dat de betreffende omwonenden over vier jaar aan de beurt zouden zijn.26
Verbalisanten, die naar aanleiding van verschillende meldingen bij de woning aan de [adres 2] arriveerden, troffen [slachtoffer 1] aan op zijn hurken voorovergebogen in het gras van de voortuin. [slachtoffer 1] was behoorlijk gewond in zijn gezicht en bloedde veel. Nabij [slachtoffer 1] werden een zaklamp en een stuk hout aangetroffen.27 Op de zaklamp werd bloed aangetroffen van aangever [slachtoffer 2]. Op het stuk hout werd bloed aangetroffen van aangever [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1].28 [slachtoffer 1] werd vervoerd naar het ziekenhuis. Ook [slachtoffer 2] werd ter observatie opgenomen in het ziekenhuis.29
Op maandag 5 september 2011 is [slachtoffer 1] overleden.30 De klinisch vastgestelde letsels bij [slachtoffer 1], waaronder de vele breuken aan aangezichtsbeenderen, de scheur in de milt en de bij sectie vastgestelde letsels en bevindingen, waren bij leven ontstaan door inwerking van uitwendig mechanisch botsend geweld zoals door slaan of een val van een hoogte kan ontstaan. De letsels hebben geleid tot fors bloedverlies, algehele weefselschade door fors bloedverlies en het falen van orgaanfuncties, waarmee het overlijden van [slachtoffer 1] goed kan worden verklaard.31
Het letsel van [slachtoffer 2] betrof een forse oogwond links, een hoofdwond en een wond aan de lip. Voorts was sprake van een forse bloeduitstorting op beide oogleden en links een forse laesie van de onder- en bovenoogleden.32
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de onder 1. primair, 2. primair en 3. primair ten laste gelegde feiten
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1. primair, 2. primair en 3. primair ten laste gelegde feiten.
Volgens de officier van justitie is sprake van medeplegen. Dit blijkt onder meer uit de aanleiding van het geweld. Verdachte en diens medeverdachten zijn na het eerste incident min of meer gelijktijdig teruggegaan naar de plek waar het eerste incident plaatsvond. Daarnaast hebben zowel verdachte als diens medeverdachten geweld gepleegd en zijn hun rollen inwisselbaar geweest. Voorts heeft het geweld zich afgespeeld op een betrekkelijk kleine oppervlakte, waarbij verdachte en diens medeverdachten elkaar steeds hebben gezien en hebben kunnen zien. Verdachte en diens medeverdachten hebben elkaar op geen enkele wijze weerhouden van het plegen van gewelddadigheden en hebben zich er ook niet van gedistantieerd. Tenslotte zijn er na de vechtpartij door verdachte en de medeverdachten afspraken gemaakt over wat er tegen de politie zou worden verklaard, hetgeen een aanwijzing is voor medeplegen. Volgens de officier van justitie is voorts sprake geweest van opzet op de dood van [slachtoffer 1]. Dit blijkt onder meer uit het gepleegde geweld, te weten trappen, gebruik van voorwerpen tegen het slachtoffer, ook op het hoofd, terwijl deze op de grond lag.
Ook blijkt het opzet uit het vastgestelde letsel en de wetenschap van verdachte en diens medeverdachten over het gebruik van de tas met bierblikjes en het gebruik van een houten voorwerp door één van hen. Eveneens blijkt het opzet uit het feit dat het geweld zich heeft afgespeeld op een betrekkelijk kleine oppervlakte, waarbij de verdachte en diens medeverdachten elkaar steeds hebben gezien. Tot slot geldt dat verdachte en diens medeverdachten elkaar op geen enkele wijze hebben weerhouden van het plegen van gewelddadigheden en zich er ook niet van hebben gedistantieerd.
Het standpunt van de raadsman
Ten aanzien van het onder 1. primair ten laste gelegde feit
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1. primair ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat uit de bewijsmiddelen niet opgemaakt kan worden dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]. Voorts ontbreekt het opzet van verdachte op de dood van [slachtoffer 1].
Ten aanzien van het onder 2. primair ten laste gelegde feit
Door de raadsman is ten aanzien van het onder 2. primair ten laste gelegde feit bepleit dat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat verdachte enig aandeel heeft gehad in de geweldshandelingen die zijn verricht ten aanzien van aangever [slachtoffer 2]. Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen niet dat verdachte enig opzet heeft gehad op de dood van [slachtoffer 2]. Ook ontbreekt volgens de raadsman de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten.
Ten aanzien van het onder 3. primair ten laste gelegde feit
Door de raadsman is ten aanzien van het onder 3. primair ten laste gelegde bepleit dat het bestanddeel 'tezamen en in vereniging' niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, nu enkel verdachte bij de deur van de woning stond en enkel verdachte de ten laste gelegde handelingen heeft verricht.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1. primair ten laste gelegde feit
De vraag die de rechtbank ten aanzien van het onder 1. primair ten laste gelegde feit moet beantwoorden is of en, zo ja, in welke mate verdachte en de medeverdachten betrokken zijn geweest bij de vechtpartij die [slachtoffer 1] fataal is geworden.
Uit de vastgestelde feiten blijkt dat verdachte een aandeel heeft gehad in de vechtpartij. Zijn eigen lezing, dat hij enkel bij de deur van de woning heeft gestaan en vervolgens zijn zoons uit de tuin heeft gehaald, wijkt af van de feiten zoals die volgens de rechtbank zijn komen vast te staan. Voldoende is komen vast te staan dat verdachte geweld heeft toegepast op [slachtoffer 1]. Hij heeft hierover naderhand verteld aan verschillende getuigen. Voorts blijkt zijn aandeel uit het OVC-gesprek tussen de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1].
Op grond van de verklaringen van met name getuige [naam 4], aangever [slachtoffer 2] en het OVC-gesprek staat vast dat medeverdachte [medeverdachte 2] ook geweld heeft toegepast op het lichaam van [slachtoffer 1]. Getuige [naam 4] heeft verklaard dat zij twee jongens aan zag komen rennen, waaronder één jongen die een sok bij zich had met iets erin.
De rechtbank gaat op basis van de verklaringen van aangever [slachtoffer 2], [slachtoffer 4] en de verklaring van verdachte er vanuit dat dit medeverdachte [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] zijn geweest. Zij heeft verklaard dat de twee jongens sloegen en schopten tegen het lichaam, hoofd en gezicht van [slachtoffer 1]. Ook aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij zag dat er meerdere personen geweld toepasten op het lichaam van [slachtoffer 1]. Verdachte heeft dit zelf ook verklaard.
Van medeplegen van doodslag is sprake indien alle verdachten dit feit gezamenlijk hebben gepleegd. Medeplegen veronderstelt een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachten. Die samenwerking is gericht op de totstandkoming van het strafbare feit. Aan de totstandkoming van dit feit dient de medepleger substantieel bij te dragen om als zodanig te kunnen worden aangemerkt (Hoge Raad 29 oktober 1934, NJ 1934).
Met betrekking tot de bewuste samenwerking is het niet nodig dat de rollen van verdachten vóór het plegen van het delict in overleg worden verdeeld, bijvoorbeeld door het maken van een plan. Ook op het moment van het plegen van het feit kan een bewuste samenwerking ontstaan. Daarbij kan het om seconden gaan. Voldoende is een wederzijds begrijpen. Dit kan ook zonder woorden plaatsvinden door op het moment van de handeling te weten dat zij samenwerken tot het bereiken van hetzelfde resultaat.
Voor een nauwe samenwerking of een gezamenlijke uitvoering is niet vereist dat alle medeplegers uitvoeringshandelingen plegen. Wel dient de samenwerking tussen hen intensief te zijn. Niet nodig is dat de medeplegers een vaste rolverdeling hebben. Evenmin is nodig dat achteraf precies kan worden gereconstrueerd wie van de medeplegers welk onderdeel van het ten laste gelegde voor zijn rekening heeft genomen.
Van nauwe samenwerking kan sprake zijn, indien men zich, bijvoorbeeld, bij de feitelijke gedraging van de medepleger aansluit, de ander of anderen aanspoort of hen doelgericht getalsmatig verstrekt. Maar ook niet ingrijpen, daar waar de situatie dit verlangt, of zich niet distantiëren door gelegenheid tot de gedragingen te bieden of daarbij behulpzaam te zijn, zijn elementen die de nauwe samenwerking of gezamenlijke uitvoering kunnen inkleuren.
Met betrekking tot het opzet merkt de rechtbank nog in het bijzonder op dat die uit de aard van de gedraging en de gevolgen daarvan kan worden afgeleid. Daarbij hoeft de handeling van de medepleger geen voorwaarde te zijn voor het intreden van het strafrechtelijk gevolg. De bewustheid van de medepleger van hetgeen hij met de andere medepleger doet, mag worden afgeleid uit de kennis die hij op het moment van zijn gedraging bezat. Dit betekent dat, indien sprake is van een nauwe en volledige samenwerking, niet relevant is of
-bijvoorbeeld in geval van een doodslag in vereniging- de medepleger al dan niet de uiteindelijke dood van het slachtoffer heeft bewerkstelligd.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en diens medeverdachten zich hebben schuldig gemaakt aan het medeplegen van doodslag op [slachtoffer 1].
Uit de vastgestelde feiten leidt de rechtbank af dat verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zodanig intensief hebben samengewerkt, dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking bij het plegen van doodslag op [slachtoffer 1]. Hiervoor is naar het oordeel van de rechtbank doorslaggevend dat genoemde verdachten alle drie uitvoeringshandelingen hebben gepleegd. Verdachte is achter de medeverdachten aangelopen naar de [adres 2].
Verdachte heeft gezien dat medeverdachte [medeverdachte 1] op dat moment een tas met blikjes bier in zijn handen had. Uit de verklaringen van getuige [naam 4] en aangever [slachtoffer 2] blijkt dat zowel medeverdachte [medeverdachte 1] als medeverdachte [medeverdachte 2] gezamenlijk en gelijktijdig geweld hebben uitgeoefend op het lichaam van [slachtoffer 1]. Ook blijkt uit verschillende verklaringen dat verdachte geweld heeft uitgeoefend op het lichaam van [slachtoffer 1]. Uit de toegebrachte verwondingen van [slachtoffer 1], met name die van het hoofd en de buik, leidt de rechtbank af dat verdachte en diens medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] opzettelijk, in ieder geval in voorwaardelijke zin, [slachtoffer 1] hebben gedood. Dat achteraf niet exact kan worden gereconstrueerd wie van de verdachten welk lichaamsdeel van [slachtoffer 1] heeft geraakt, maakt dat niet anders. Immers, door in sterke mate bij te dragen aan het toebrengen van letsel aan [slachtoffer 1] en zich daarvan niet te distantiëren en niet in te grijpen, terwijl er wordt gezien welk geweld er wordt toegepast, hebben verdachte en diens medeverdachten bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer 1] aan een of meer van de door hen toegebrachte verwondingen zou komen te overlijden. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de raadsman en acht het onder 1. primair ten laste gelegde op grond van het voorgaande, wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 2. primair ten laste gelegde feit
Uit de vastgestelde feiten volgt dat verdachte op de weg naar de deur van de woning aan de [adres 2], een elleboogstoot heeft gegeven aan aangever [slachtoffer 2]. Vervolgens is verdachte doorgelopen, waarna [slachtoffer 2] in gevecht is geraakt met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Verdachte heeft gezien dat de medeverdachten met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in gevecht waren. Verdachte heeft niet ingegrepen en zich er niet van gedistantieerd. Verdachte heeft door zijn aanwezigheid bij de deur de mensen die in de woning waren en naar [slachtoffer 2] toe wilden, tegengehouden. Hierdoor heeft hij de gelegenheid verschaft aan de medeverdachten om door te gaan met het uitoefenen van geweld in de richting van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1].
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte aandeel heeft gehad in het geweld tegen [slachtoffer 2] en dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten. Verdachte heeft door zijn eigen aandeel en met name door zich niet te distantiëren en niet in te grijpen, terwijl hij zag dat zijn zoons, de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], flink geweld toepasten op het lichaam van [slachtoffer 2], bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer 2] aan de door hen toegebrachte verwondingen zou komen te overlijden. Derhalve verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsman en acht het onder 2. primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 3. primair ten laste gelegde feit
De rechtbank is van oordeel dat het openlijk geweld jegens de aangevers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], moet worden gezien in het geheel van de geweldshandelingen die verdachte en de medeverdachten hebben verricht op 3 september 2011. Verdachte en de medeverdachten zijn alle drie naar de woning aan de [adres 2] gegaan. Ze hebben alle drie geweld toegepast jegens verschillende mensen. Noch verdachte noch de medeverdachten hebben ingegrepen, dan wel zich gedistantieerd van de geweldshandelingen die zij alle drie verrichtten. Derhalve acht de rechtbank de medeverdachten eveneens verantwoordelijk voor het geweld dat verdachte heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman en acht het openlijk in vereniging geweld plegen wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1. primair, 2. primair en 3. primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers hebben verdachte en zijn mededaders met dat opzet die [slachtoffer 1] meermalen, met kracht
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam geslagen en/of gestompt en
- tegen het hoofd en/of het lichaam geschopt en/of getrapt,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] op 5 september 2011 is overleden;
2. primair
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, in de gemeente Smallingerland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2] meermalen, met kracht
- met een of meer slagwapen(s)/ voorwerp(en) en/of met de/een (tot vuist gebalde) hand(en)) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of heeft gestompt en/of
- tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. primair
hij op of omstreeks 3 september 2011, te Drachten, in de gemeente Smallingerland, met anderen, aan de openbare weg, de [straat], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], welk geweld bestond uit het opzettelijk, met kracht
-stompen of slaan in de buik van die [slachtoffer 3] en
-schoppen of trappen tegen het been van die [slachtoffer 4].
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. primair Medeplegen van doodslag.
2. primair Medeplegen van poging tot doodslag.
3. primair Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie en het reclasseringsadvies;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich samen met twee zonen schuldig gemaakt aan fors geweld tegen personen. Nadat zich op straat een incident had voorgedaan tussen de twee zonen enerzijds en buurtbewoners en bezoekers van een volkswijk in Drachten anderzijds, is verdachte met deze zonen naar de plaats van het voorval gegaan om verhaal te halen en wraak te nemen. In de tuin van een woning in deze volkswijk hebben verdachte en zijn zonen vervolgens gevochten met meerdere personen. Na afloop van dit gevecht waren twee slachtoffers zwaar gewond. Een van deze twee slachtoffers, [slachtoffer 1], is twee dagen later overleden aan zijn verwondingen. Het andere slachtoffer, [slachtoffer 2], heeft blijvend letsel overgehouden aan het geweld dat op hem is uitgeoefend.
Door zijn handelen heeft verdachte zich samen met zijn twee zonen schuldig gemaakt aan doodslag, poging doodslag en openlijk geweld tegen personen. Het hoogste goed als beschermd belang in de wet is daarmee aan [slachtoffer 1] ontnomen, het menselijk leven.
Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van de nabestaanden van [slachtoffer 1] blijkt de impact van het gebeurde op de nabestaanden, in het bijzonder de vader en zoon van het slachtoffer. [slachtoffer 2] ondervindt nog steeds de fysieke gevolgen van het gevecht. Zijn gezichtsvermogen is nog niet hersteld.
De reclassering heeft zich onthouden van een strafadvies omdat verdachte de feiten ontkent. Een psychiater heeft verdachte in het kader van een trajectconsult gesproken en heeft veel aanwijzingen geconstateerd voor een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een onvermogen om zelfstandig in de maatschappij te functioneren. Een uitgebreide psychologische en psychiatrische rapportage zou een beeld kunnen schetsen over de persoon van de verdachte in relatie tot de feiten en een eventueel geïndiceerd hulpverleningsaanbod. Verdachte heeft echter geweigerd mee te werken aan onderzoeken door gedragsdeskundigen. De rechtbank acht hem volledig toerekeningsvatbaar ten aanzien van de feiten, nu niet anders is gebleken.
Gelet op de ernst van de feiten en de rol die verdachte daarbij heeft gespeeld, acht de rechtbank alleen een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Uit het dossier blijkt een proceshouding van verdachte die er op gericht is zijn eigen rol in het geheel te verkleinen en de schuld geheel af te schuiven op zijn zonen, waarvan er één minderjarig is. De rechtbank rekent verdachte deze opstelling en de druk die dit zichtbaar op zijn zonen heeft gelegd zwaar aan. Conform de eis van de officier van justitie zal verdachte worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaar.
Benadeelde partij
[slachtoffer 2] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door hem geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2. primair ten laste gelegde en bewezenverklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank stelt vast dat de vordering, op een medische verklaring na, niet is onderbouwd met stukken. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat de vordering niet voor volledige toewijzing in aanmerking komt. Nu uit het dossier wel aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2. primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden, acht de rechtbank het redelijk en billijk om een deel van de immateriële schade toe te wijzen. De rechtbank is van oordeel dat een bedrag van € 2.000,00 hoofdelijk dient te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 september 2011 en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal bepalen dat de vordering voor het overige deel niet ontvankelijk is en dat de benadeelde partij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 47, 55, 141 en 287 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het onder 1. primair, 2. primair en 3. primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 2], wonende te [adres], toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 september 2011, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], te betalen een som geld ten bedrage van € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 30 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. P.F.E. Geerlings en mr. M. Haisma, rechters, bijgestaan door mr. L.T.A. Fokkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 juli 2012.
Mr. Haisma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
--------------------------------------------------------------------------------
1 De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer 2011094373, gesloten op 9 januari 2012.
2 De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat Drachten is gelegen in de gemeente Smallingerland.
3 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2], d.d. 14 september 2011, pagina 775.
4 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1], d.d. 13 september 2011, pagina 710.
5 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2], d.d. 14 september 2011, pagina 788.
6 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 3], d.d. 6 september 2011, pagina 432.
7 Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], d.d. 5 september 2011, pagina 412.
8 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2], d.d. 21 september 2011, pagina 802 en het proces-verbaal van verhoor van verdachte, d.d. 20 september 2011, pagina 850.
9 Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, d.d. 17 september 2011, pagina 832 en 833 en het proces-verbaal van verhoor van getuige/medeverdachte [medeverdachte/getuige 4], d.d. 17 september 2011, pagina 885.
10 Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], d.d. 5 september 2011, pagina 412.
11 Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], d.d. 7 september 2011, pagina 423, het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], d.d. 20 maart 2012, R.C. nummer: 11/737 + 11/738 + 11/748 + 11/749, het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1], d.d. 27 september 2011, pagina 744 en het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], d.d. 6 september 2011, pagina 437.
12 De processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1], d.d. 20 juni 2012, R.C. nummer: 11/749 + 11/738 + 11/748 en d.d. 27 september 2011, pagina 746 en het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2], d.d. 21 september 2011.
13 Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], d.d. 5 september 2011, pagina 413, het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 4], d.d. 5 september 2011, pagina 514 en de bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen OVC, d.d. 12 oktober 2011, pagina 1397 en 1398.
14 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2], d.d. 6 december 2011, pagina 818, het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 4], d.d. 6 september 2011, pagina 514 en het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], d.d. 5 september 2011, pagina 412 en 413.
15 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2], d.d. 6 december 2011, pagina 818.
16 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1], d.d. 27 september 2011, pagina 135.
17 Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 8 september 2011, pagina 393 en 394 en het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 4], d.d. 28 september 2011, pagina 587.
18 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1], d.d. 27 september 2011, pagina 746 en het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2], d.d. 21 september 2011, pagina 802 tot en met 804.
19 Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], d.d. 5 september 2011, pagina 413.
20 De processen-verbaal van verhoor van getuige [naam 4], d.d. 7 september 2011, pagina 585 en d.d. 18 april 2012, R.C. nummer: 11/737 + 11/748 + 11/749, de processen-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2], d.d. 5 september 2011, pagina 413 en d.d. 20 maart 2012, R.C. nummer: 11/737 + 11/738 + 11/748 + 11/749 en de bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen OVC, d.d. 12 oktober 2011, pagina 1397 en 1398.
21 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 4], d.d. 5 september 2011, pagina 514, het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], d.d. 6 september 2011, pagina 437 en het proces-verbaal van verhoor van verdachte, d.d. 20 september 2011, pagina 853.
22 Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], d.d. 6 september 2011, pagina 437 en het proces-verbaal van verhoor van verdachte, d.d. 20 september 2011, pagina 853.
23 Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], d.d. 4 oktober 2011, pagina 456.
24 Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1], d.d. 27 september 2011, pagina 746 en het stam proces-verbaal, d.d. 9 januari 2012, pagina 64.
25 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 6], d.d. 23 september 2011, pagina 674 en 675.
26 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 7], d.d. 6 september 2011, pagina 541, het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 8], d.d. 6 september 2011, pagina 549, het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 9], d.d. 16 september 2011, pagina 573 en het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 10], d.d. 16 september 2011, pagina 580.
27 Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 8 september 2011, pagina 393 en 394.
28 Een schriftelijk bescheid, te weten een onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek, d.d. 7 oktober 2011, pagina 1266.
29 Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 8 september 2011, pagina 393 en 394.
30 Het stam proces-verbaal, d.d. 9 januari 2011, pagina 10.
31 Een schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het NFI, pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood door [naam 11], d.d. 28 november 2011, pagina 1207.
32 Een schriftelijk bescheid, te weten een letselrapportage van GGD Fryslân, d.d. 16 september 2011, pagina 1331 en 1332.