ECLI:NL:RBLIM:2013:1165
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en inreisverbod op basis van ongeloofwaardige bekering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 21 maart 2013 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser, een Iraanse nationaliteit bezittende man, had op 27 februari 2011 een aanvraag ingediend, die eerder was afgewezen op basis van ongeloofwaardigheid van zijn asielrelaas. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat zijn bekering tot de Pinkstergemeente een nieuw feit vormt dat de eerdere afwijzing kan ondermijnen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verklaringen van de getuige-deskundige, die de oprechtheid van eisers bekering bevestigden, niet voldoende waren om de eerdere afwijzing te weerleggen. De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder onvoldoende zorgvuldig had gehandeld en de motivering van het bestreden besluit gebrekkig was, waardoor de afwijzing in strijd was met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen, waarbij ook rekening gehouden moet worden met de aanhoudende hoger beroep van een andere Iraanse vreemdeling die zich heeft bekeerd tot het christendom. Tevens is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 944,-.