Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser 1], wonende te [woonplaats eisers],
[eiser 2] q.q. ouder/wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter [dochter], wonende te [woonplaats eisers],
1.[gedaagde 1], wonende te [woonplaats gedaagden] aan het adres [adres gedaagden],
[gedaagde 2], wonende te [woonplaats gedaagden] aan het adres [adres gedaagden],
1.Het verloop van de procedure
- de inleidende dagvaarding met producties tevens inhoudende de incidentele conclusie tot afgifte van de hond [W].
- de conclusie van antwoord in het incident.
- het tussenvonnis van 10 juli 2013 waarbij een comparitie van partijen is bevolen.
- de door partijen voorafgaand aan de comparitie van partijen ingezonden producties.
- de door [gedaagden] op 20 augustus 2013 ingediende conclusie vermeerdering van eis.
- de door [eisers] op 22 augustus 2013 ingediende conclusie vermeerdering van eis tevens akte overlegging producties.
- de conclusie van antwoord tevens houdende een eis in reconventie.
- de conclusie van antwoord in reconventie.
- de conclusie houdende de vermeerdering van eis in reconventie van [gedaagden].
- de conclusie houdende de vermeerdering van eis in conventie tevens akte overlegging producties van [eisers].
- de comparitie van partijen d.d. 23 augustus 2013. Er is geen proces-verbaal opgemaakt.
- het vonnis in het incident d.d. 28 augustus 2013.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
huurverhoging,maar anderzijds ter zitting heeft aangegeven dat in het bedrag van € 1.080,00 de energielasten inbegrepen waren. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat [gedaagden] gehouden was maandelijks een bedrag van € 1.080,00 te voldoen. [gedaagden] heeft niet betwist dat zij ingebreke is gebleven met betaling van dit maandelijkse bedrag.
moestverkopen en dat [gedaagden] het verkoopbedrag deels aan [eisers] zou geven. Dat blijkt in ieder geval nergens uit. Nu er geen sprake kan zijn van een onrechtmatige schenking dient de vordering van [eisers] – de verklaring voor recht en de teruggave van eigendomspapieren en paspoort – te worden afgewezen.
- verzorgingskosten van de paarden [J] en [A] ad € 1.680,00.
- verzorgingskosten van het paard [E] ad € 990,00.
- verzorgingskosten van het paard [D] ad € 5.880,00.
- verzorgingskosten van de hond [W].