ECLI:NL:RBLIM:2013:4194

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 juli 2013
Publicatiedatum
10 juli 2013
Zaaknummer
04-850257-10
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor het bezit van kinderpornografische afbeeldingen met gedeeltelijke veroordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 10 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het in bezit hebben van in totaal 110 kinderpornografische afbeeldingen. De tenlastelegging omvatte zes specifieke afbeeldingen, waarvan de rechtbank twee afbeeldingen niet bewezen achtte, omdat uit de beschrijving niet bleek dat de ontblote geslachtsdelen of borsten zichtbaar waren. Hierdoor sprak de rechtbank de verdachte vrij van het bezit van deze twee afbeeldingen. Van de overige 104 afbeeldingen ontbrak een nadere beschrijving in het dossier, waardoor de rechtbank ook hier niet kon vaststellen dat deze voldeden aan de tenlastelegging. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld voor het in bezit hebben van vier kinderpornografische afbeeldingen, waarvoor hij een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand kreeg opgelegd. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in deze zaak, die bijna twee jaar bedroeg. De rechtbank benadrukte de ernst van het bezit van kinderpornografie en de impact op de betrokken kinderen, maar nam ook de omstandigheden van de verdachte in overweging, zoals zijn blanco strafblad en het relatief kleine aantal afbeeldingen. De rechtbank besloot tot een voorwaardelijke straf om de verdachte te ontmoedigen in de toekomst soortgelijke strafbare feiten te plegen. Daarnaast werden de in beslag genomen harddisks onttrokken aan het verkeer, omdat het bezit daarvan in strijd is met de wet.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 04/850257-10
Datum uitspraak : 10 juli 2013
Verstek
Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats en datum],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Het onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 juni 2013. De rechtbank heeft gehoord de officier van justitie. De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen. Tegen hem is verstek verleend.

2.De tenlastelegging

De verdachte staat terecht ter zake dat:
hij op of omstreeks 09 september 2009 in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland,
één of meermalen (telkens) een groot aantal (in ieder geval 110 of daaromtrent) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s), te weten één computer en/of een laptop en/of (een) harddisk(s),
terwijl op die afbeeldinge(n) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borst(en) in beeld gebracht worden,
zie blz 140 dossier, afbeelding:
-[afbeelding 1],
[afbeelding 2],
[afbeelding 3],
[afbeelding 4],
[afbeelding 5],
[afbeelding 6],
in bezit heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.

3.De voorvragen

Bij het onderzoek ter terechtzitting:
  • is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
  • is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
  • zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
  • zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 9 september 2009 in de gemeente Weert vier afbeeldingen, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer): het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van die personen nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden, te weten de afbeeldingen:
  • [afbeelding 1],
  • [afbeelding 3],
  • [afbeelding 5],
  • [afbeelding 6],
in bezit heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.2
De bewijsmiddelen
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
Indien tegen dit vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen opgenomen in een aanvulling op dit vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het vonnis gehecht.
4.3
De bijzondere overwegingen ten aanzien van het bewijs
Ten laste gelegd is het in bezit hebben van in ieder geval 110 kinderpornografische afbeeldingen. Een zestal afbeeldingen is expliciet in de tenlastelegging genoemd. Deze zes afbeeldingen worden in het proces-verbaal van politie nader beschreven. Uit de beschrijving van twee van deze afbeeldingen, te weten de afbeeldingen [afbeelding 2] en [afbeelding 4], blijkt niet dat ‘nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borst(en) in beeld gebracht worden’, terwijl de tenlastelegging wel vermeldt dat dit op de afbeeldingen te zien zou zijn. Gelet op deze wijze van tenlasteleggen zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het in bezit hebben van deze twee afbeeldingen.
Nu van de overige 104 afbeeldingen een nadere beschrijving in het dossier ontbreekt en er van de zes ten laste gelegde afbeeldingen twee niet voldoen aan de beschrijving in de tenlastelegging, kan de rechtbank niet vaststellen dat deze overige 104 afbeeldingen wel voldoen aan de ten laste gelegde beschrijving. De rechtbank zal verdachte ook hiervan (partieel) vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie

5.1
De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde is strafbaar.
5.2
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op het volgende strafbare misdrijf:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Het misdrijf is strafbaar gesteld bij artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.

6.De strafbaarheid van verdachte

De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde, nu geen omstandigheid aannemelijk is geworden die verdachtes strafbaarheid opheft.

7.De oplegging van straf

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat aan verdachte, als bezitter van kinderpornografische afbeeldingen, het verwijt kan worden gemaakt dat de kinderen op de betreffende afbeeldingen het slachtoffer van kinderporno zijn geworden.
Voorts heeft de officier van justitie erop gewezen dat de redelijke termijn is overschreden.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft vier kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit gehad. Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Het is een feit van algemene bekendheid dat de nadelige gevolgen die deze kinderen hiervan, zowel in psychische als in fysieke zin, ondervinden zeer ingrijpend zijn. Verdachte moet hier mede verantwoordelijk voor worden gehouden, nu hij met het bezit van kinderporno heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar kinderporno. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het dan ook noodzakelijk om niet alleen degenen te vervolgen en te bestraffen die kinderporno vervaardigen, maar ook degenen die kinderporno afnemen en in bezit hebben. Met het voorgaande wordt duidelijk waarin de ernst van de feiten gelegen is. Hiermee houdt de rechtbank dan ook rekening bij het bepalen van de op te leggen straf.
Het oriëntatiepunt van het LOVS voor het bezit van kinderporno is een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank acht deze strafcombinatie in de onderhavige zaak echter niet passend en overweegt daartoe het volgende.
Het gaat in deze zaak om een relatief klein aantal kinderpornografische afbeeldingen, terwijl op de afbeeldingen geen sprake is van door anderen gepleegde ontucht, van seksueel binnendringen of van geweld. Daarnaast is van recidive geen sprake en heeft verdachte, ondanks zijn gevorderde leeftijd, een nagenoeg blanco strafblad.
Verder heeft de rechtbank gekeken naar het tijdsverloop in deze zaak. Verdachte werd aangehouden op 9 september 2009. De rechtbank merkt deze datum aan als het tijdstip waarop de redelijke termijn in deze zaak een aanvang heeft genomen. Wat betreft de berechting van de zaak in eerste aanleg heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bepaalde bijzondere omstandigheden. Nu er eerst heden, 10 juli 2013, vonnis wordt gewezen, en de rechtbank niet is gebleken van dergelijke bijzondere omstandigheden, stelt de rechtbank vast dat de redelijke termijn is overschreden met bijna twee jaar. Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden.
Gelet op al het vorenstaande zal de rechtbank aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand opleggen. De rechtbank hoopt met het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf te bewerkstelligen dat verdachte zich in de toekomst onthoudt van het plegen van strafbare feiten in het algemeen en van strafbare feiten met betrekking tot kinderporno in het bijzonder.

8.Het beslag

De rechtbank zal de in beslag genomen harddisks die afkomstig zijn uit verdachtes computer respectievelijk laptop, waarop kinderpornografische afbeeldingen werden aangetroffen, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, aangezien zij, vanwege de kinderpornografische afbeeldingen, van zulke aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57, 63 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.1 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat deze voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
  • stelt als algemene voorwaarde dat de verdachtezich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
  • verklaart aan het verkeer onttrokken:
  • harddisk, Fujitsu Mpc3084at (uit computer Packard Bell), voorwerpnummer 73234;
  • harddisk, Fujitsu Mhv20808h (uit laptop Hewlett-Packard), voorwerpnummer 73239.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wöretshofer, voorzitter, mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe en mr. E.W.A. van den Berg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Goevaerts, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 10 juli 2013.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
parketnummer: 04/850257-10
proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 10 juli 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats en datum],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.