Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
- het tonen van een mes, in elk geval een scherp voorwerp, aan genoemde [slachtoffer 1] en/of
- het met een mes, in elk geval een scherp voorwerp, maken van een stekende
- het op dreigende toon tegen deze [slachtoffer 3] zeggen : ‘Dit is een overval.’ en/of
- het richten van een vuurwapen, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
- het op dreigende toon tegen deze [slachtoffer 4] zeggen dat hij zijn beurs op de grond moest gooien en/of
- het tonen van een vuurwapen, in elk geval van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
3.De beoordeling van het bewijs
.
- het tonen van een mes aan genoemde [slachtoffer 1] en
- het met een mes maken van een stekende beweging in de richting van deze [slachtoffer 1] en
- het op dreigende toon tegen deze [slachtoffer 1] zeggen: ‘geef me al je geld of ik
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De oplegging van straf en maatregel
7.De benadeelde partijen
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
de terbeschikkingstellingvan verdachte voor de duur van
twee jarenen beveelt dat verdachte zich aan de hierna te noemen
voorwaardenzal houden;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
- verdachte dient zich binnen drie dagen volgend op het onherroepelijk worden van het vonnis te melden bij GGZ reclassering V.v.G (Vincent van Gogh) op het adres Laurentiusplein 10 te Roermond; hierna dient verdachte zich te blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- verdachte is verplicht om van de datum dat hij doorgeplaatst kan worden naar een RIBW of een soortgelijke instelling, dit ter beoordeling van de reclassering, te verblijven en zich te houden aan het (dag-)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- verdachte is verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling zich te laten opnemen in De Woenselse Poort te Eindhoven of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, waarbij hij zich dient te houden aan de aanwijzingen die hem/haar in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven; verdachte mag de instelling niet zonder toestemming van de behandelaars verlaten en hij dient zich, indien de behandelaars het noodzakelijk achten, aan het medicatiebeleid te houden;
- het is verboden voor verdachte om alcohol en/of drugs te gebruiken, zolang de
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 1] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2012;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] vervalt en omgekeerd;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, voor zover deze betrekking heeft op de immateriële schade terzake feit 3;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 2] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 15 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 september 2012;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] vervalt en omgekeerd;
- verklaart de benadeelde partij[slachtoffer 3], [adres slachtoffer 3], in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 3] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4], [adres slachtoffer 4] in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 4] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij], [adres benadeelde partij], in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil.