ECLI:NL:RBLIM:2013:4818

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 augustus 2013
Publicatiedatum
16 augustus 2013
Zaaknummer
03/700693-12
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor het ter beschikking stellen van een schuur voor de productie van synthetische drugs

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 16 augustus 2013 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het ter beschikking stellen van zijn schuur voor de productie van synthetische drugs. De verdachte had in ruil voor een vergoeding zijn schuur bij zijn woonwagen ter beschikking gesteld aan derden, waar vervolgens een drugslaboratorium werd aangetroffen. Eerder had de verdachte ook stoffen vervoerd die gebruikt konden worden voor de productie van amfetamine. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de amfetamine die in het laboratorium werd aangetroffen, evenals van de amfetamine en wapens die in zijn woonwagen werden aangetroffen, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij enige wetenschap had van de aanwezigheid daarvan. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan voorbereidingshandelingen in het kader van de Opiumwet, maar niet aan medeplegen van de vervaardiging van synthetische drugs. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het gevaar dat de productie van synthetische drugs met zich meebrengt voor de gezondheid van gebruikers en de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
parketnummers: 03/700693-12 en 03/866028-13 (TTZGEV)
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 augustus 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Raadsman is mr. S.F.J. Bergmans, advocaat te Sittard.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 4 januari 2013, 22 maart 2013, 14 juni 2013 en 2 augustus 2013, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
In de strafzaak met parketnummer 03/700693-12:
Feit 1:al dan niet samen met een ander of anderen synthetische drugs heeft vervaardigd, dan wel hieraan medeplichtig is geweest;
Feit 2:al dan niet samen met een ander of anderen voorbereidingshandelingen in het kader van de Opiumwet (vierde of vijfde lid van artikel 10) heeft gepleegd, dan wel hieraan medeplichtig is geweest;
Feit 3:al dan niet samen met een ander of anderen opzettelijk harddrugs voorhanden heeft gehad, dan wel hieraan medeplichtig is geweest;
Feit 4:al dan niet samen met een ander of anderen vuurwapens voorhanden heeft gehad, dan wel hieraan medeplichtig is geweest.
In de strafzaak met parketnummer 03/866028-13:
voorbereidingshandelingen heeft gepleegd in het kader van de Opiumwet (vierde of vijfde lid van artikel 10)

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft in de zaak met parketnummer 03/700693-12 betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 1 primair, nu geen sprake was van medeplegen. Hij acht wel bewezen dat verdachte medeplichtig was aan het vervaardigen van harddrugs. Uit de verklaring van verdachte kan worden afgeleid dat sprake was van voorwaardelijk opzet op het plegen van dit feit.
De officier van justitie heeft betoogd dat feit 2 primair bewezen kan worden verklaard, aangezien verdachte de in de tenlastelegging genoemde chemicaliën en productieapparatuur voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie betoogd dat verdachte 219 liter amfetamine voorhanden heeft gehad. De andere tenlastegelegde hoeveelheid van 488,7 gram amfetamine kan niet bewezen worden.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd ten aanzien van feit 4 primair en subsidiair, aangezien niet bewezen kan worden dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de wapens in zijn woning.
De officier van justitie heeft ten slotte in de strafzaak met parketnummer 03/866028-13 betoogd dat dit feit bewezen kan worden verklaard. Uit de verklaring van verdachte kan worden afgeleid dat sprake was van voorwaardelijk opzet op het plegen van dit feit.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. In de strafzaak met parketnummer 03/700693-12 heeft de raadsman ten aanzien van feit 1 betoogd dat geen sprake was van een voltooid delict. Bovendien was geen sprake van medeplegen dan wel medeplichtigheid. Ten aanzien van feit 2 heeft hij betoogd dat niet bewezen kan worden dat verdachte wist dan wel ernstige redenen had om te moeten vermoeden dat de ruimtes ingericht zouden worden als amfetaminelaboratorium.
De raadsman heeft ten aanzien van de feiten 3 en 4 betoogd dat niet kan worden uitgesloten dat verdachte niet wist van de harddrugs en de wapens in zijn woning. Voor de buiten de woning aangetroffen hoeveelheid harddrugs is in de visie van de raadsman geen bewijs voor medeplegen dan wel medeplichtigheid.
De raadsman heeft ten slotte in de strafzaak met parketnummer 03/866028-13 betoogd dat verdachte geen opzet had op het plegen van voorbereidingshandelingen ten aanzien van het vervaardigen van harddrugs.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
In de strafzaak met parketnummer 03/866028-13: [1]
Op 18 april 2012 werd de bestuurder van een vrachtauto met als opschrift “[naam bakkerij]
” te Waalre staande gehouden. De bestuurder bleek verdachte te zijn. [2] De vrachtauto was door verdachte gehuurd. [3] De laadruimte werd gecontroleerd. Hierin bevond zich een groot aantal jerrycans. [4] Van de inhoud van de jerrycans werden monsters genomen. [5] Onderzoek door het NFI wees uit dat de jerrycans mierenzuur en zoutzuur bevatten. [6] In totaal betrof het een hoeveelheid van 1940 liter zoutzuur en 270 liter mierenzuur. [7]
Verdachte heeft verklaard dat hij tegen een vergoeding van € 100,- voor zijn opdrachtgever, wiens naam hij niet wenst te noemen, de lading van Waalre naar Echt moest vervoeren. De vergoeding zou achteraf worden betaald en daarbij zou aan hem tevens de huur van de vrachtauto worden vergoed. [8]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte 1940 liter zoutzuur en 270 liter mierenzuur heeft vervoerd. Zoutzuur en mierenzuur worden gebruikt bij de productie van amfetamine. Zoutzuur wordt gebruikt bij de productie van MDMA. [9] De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of verdachte wist dat hij deze chemicaliën vervoerde en of hij wist dan wel ernstige redenen had te vermoeden dat deze chemicaliën bestemd waren voor de productie van amfetamine dan wel MDMA.
Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist wat de inhoud van de lading was. Hij wist wel dat “niet alles legaal was”. Volgens afspraak reed hij met de door hem gehuurde bus naar een industrieterrein in Waalre, waar hij de bus achterliet. Hij liet de sleutel in het contact steken. De bus werd vervolgens door een hem onbekende persoon opgehaald en elders geladen. Toen de bus terug kwam, nam verdachte deze over en reed weg. Verdachte heeft verder verklaard dat hem gezegd is dat hij niet te veel mocht weten. Hij heeft zelf ook geen vragen gesteld, omdat het geld makkelijk was verdiend. Hij had geen telefoonnummer van de opdrachtgever. Deze had wel zijn telefoonnummer.
Verdachte vervoerde eerder (begin april 2012) een lading voor dezelfde opdrachtgever. Ook toen werd hij aangehouden. De lading destijds, te weten groeimiddel voor planten, heeft hij uiteindelijk van de politie teruggekregen. Hij veronderstelde dat het bij de tweede lading om dezelfde middelen ging. [10]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de door verdachte beschreven gang van zaken dat de opdracht voor het vervoer onder (ook voor verdachte) opmerkelijke omstandigheden heeft plaatsgevonden. Verdachte heeft een door hem gehuurde vrachtauto afgegeven aan een hem onbekende persoon terwijl hij wel was gehouden die vrachtauto terug te bezorgen bij de verhuurder. Verdachte beschikte niet over een telefoonnummer van de opdrachtgever en kennelijk evenmin van de hem onbekende persoon die de vrachtauto meenam om te beladen. Hoewel verdachte als bestuurder verantwoordelijk is voor het verkeersveilig vervoeren van de lading, heeft hij niet geïnformeerd naar de (aard van de) lading en evenmin zelf de lading gecontroleerd, al ging het maar om de wijze van belading. Verdachte is te verstaan gegeven dat hij niet te veel mocht weten en hij heeft er dan ook bewust voor gekozen om maar geen vragen te stellen en de lading niet te controleren.
Juist vanwege deze opmerkelijke en geheimzinnige gang van zaken had verdachte vragen moeten stellen en zelf moeten kijken naar de lading waarvoor hij als bestuurder verantwoordelijk was. In plaats daarvan heeft hij ervoor gekozen om ‘de andere kant op te kijken’. De door verdachte gegeven rechtvaardiging, makkelijk te verdienen geld, overtuigt niet. Niet alleen moest verdachte zelf tevoren kosten maken (huur vrachtauto), maar bovendien was betaling achteraf onzeker omdat alleen de opdrachtgever over een telefoonnummer van verdachte beschikte en verdachte geen nummer had van zijn opdrachtgever. Verdachte moest dus maar afwachten of en zo ja, wanneer betaling zou volgen, zelf kon hij er niet achteraan. Naast dit financiële risico heeft verdachte bovendien de door hem gehuurde vrachtauto afgegeven aan een onbekende. Daarmee ontstond de mogelijkheid dat verdachte de vrachtauto kwijt zou raken en zelf (financieel) verantwoordelijk zou zijn jegens de verhuurder van de vrachtauto.
In de gegeven omstandigheden moet verdachte zich bewust zijn geweest van het feit dat er een aanmerkelijke kans bestond dat hij niet alleen een illegale lading vervoerde, zoals hij zelf heeft verklaard, maar dat hij -door zo te handelen- ook bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij grondstoffen voor de productie van harddrugs vervoerde. De enkele omstandigheid dat dezelfde opdrachtgever hem eerder groeimiddel voor planten heeft laten vervoeren is onvoldoende om aan te nemen dat het deze keer weer om groeimiddel ging. Door zelf niet te kijken en te informeren naar de lading, te accepteren dat hij niet te veel moest weten, alsmede onder de hiervoor geschetste omstandigheden welbewust ‘de andere kant op te kijken’, heeft verdachte bewust het risico genomen dat ook andere illegale goederen verband houdende met drugs door hem werden vervoerd. Daarmee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een strafbare voorbereidingshandeling in het kader van de Opiumwet. De rechtbank acht het feit in de strafzaak met parketnummer 03/866028-13 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
In de strafzaak met parketnummer 03/700693-12: [11]
Ten aanzien van de feiten 1 en 2:
Op 30 augustus 2012 vond er een onderzoek plaats op het perceel [adres] te Sittard. Op het perceel was aan de voorzijde een woonwagen gelegen, [12] zijnde de woning van verdachte en zijn gezin. [13] Aan de achterzijde van het perceel stond een schuur, die was onderverdeeld in diverse ruimten. Tussen de schuur en de woonwagen stond een tuinhuisje met een verhard plaatsje. In de schuur werd een laboratorium aangetroffen. Hierin stonden productieapparatuur en chemicaliën. De productieapparatuur bestond uit onder meer lekbakken met gasbranders, stoomgeneratoren, distillatiespiralen met distillatiebruggen, scheidtrechters, lucht- en waterslangen, maatbekers, trechters en koolstoffilters. In de overigen ruimten, op het plaatsje en in het tuinhuisje werden eveneens grote hoeveelheden productieapparatuur, chemicaliën en afvalstoffen aangetroffen. De aangetroffen chemicaliën en apparatuur kunnen worden gerelateerd aan grootschalige productie van synthetische drugs. [14]
Tijdens het onderzoek werden monsters genomen van de aangetroffen chemicaliën. Deze monsters werden nader onderzocht door het NFI. [15] De chemicaliën bleken BMK, natriumhydroxide, formamide, (verdund) zwavelzuur, mierenzuur en N-formylamfetamine te bevatten. Deze chemicaliën worden gebruikt bij de productie van amfetamine, zijn tussenproducten tijdens de productie van amfetamine of eindproduct (ruwe en gezuiverde amfetaminebase). [16]
Verdachte heeft verklaard dat dezelfde opdrachtgever als voor het vervoer (in april 2012) van de hiervoor genoemde ladingen hem heeft gevraagd om gedurende 3 à 4 dagen zijn schuur ter beschikking te stellen. Verdachte zou daarmee € 2.500,- verdienen. De afspraak was dat verdachte zo min mogelijk zou weten. Hij vertrok daarom op 29 augustus 2012 rond 22.00 uur naar zijn zus. Toen hij op 30 augustus 2012 tegen 17.00 uur thuis kwam, zag hij een persoon achter zijn woning lopen. Hij ging niet kijken. Hij wist dat er ‘iets verkeerds’ ging gebeuren. Hij dacht dat er een hennepdrogerij zou worden opgezet. [17]
De rechtbank is van oordeel dat het door verdachte ter beschikking stellen van de schuur aan (een) derde(n) onder zeer opmerkelijke en risicovolle omstandigheden heeft plaatsgevonden. Het tegen een fors bedrag beschikbaar stellen van je schuur vlakbij de eigen woning op een dichtbewoond kamp, te accepteren dat je zo min mogelijk moet weten en welbewust weg gaan om de opdrachtgever alle ruimte te gunnen, is niet alleen opmerkelijk maar ook risicovol. Juist gezien de eerdere ervaringen van verdachte met diezelfde opdrachtgever kon en moest verdachte weten dat het zou gaan om ‘illegale handel of werkzaamheden’, verband houdend met de Opiumwet. Door wederom niet te informeren of zelf te kijken, maar juist weg te gaan, heeft verdachte welbewust aanvaard dat de opdrachtgever vrij spel had in zijn schuur en zijn (naar verdachte ter terechtzitting verklaarde altijd openstaande) woning. Verdachte heeft door wederom welbewust ‘de andere kant op te kijken’ en zich bewust niet te vergewissen van hetgeen zich afspeelde rondom zijn woning, willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat in zijn schuur geen softdrugs zouden worden gedroogd, maar een laboratorium voor de productie van synthetische drugs zou worden opgezet. Voor de stelling van verdachte dat het zou moeten gaan om het drogen van softdrugs zijn geen aanknopingspunten voorhanden in het dossier.
De volgende vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of dit strafwaardig handelen van verdachte medeplegen dan wel medeplichtigheid aan voorbereidingshandelingen in het kader van de Opiumwet oplevert (feit 2). Gelet op de omstandigheid dat verdachte enkel zijn schuur ter beschikking heeft gesteld en verder geen actieve handelingen heeft verricht bij het opbouwen van het laboratorium, kan niet gesproken worden van een nauwe en bewuste samenwerking en is dus geen sprake van medeplegen. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van feit 2 primair. Wel heeft verdachte opzettelijk gelegenheid verschaft tot het plegen van de strafbare feiten en kan hij dus als medeplichtige worden aangemerkt. De rechtbank acht feit 2 subsidiair daarom wettig en overtuigend bewezen.
Onder feit 1 is aan verdachte nog ten laste gelegd dat hij als medepleger dan wel als medeplichtige synthetische drugs heeft vervaardigd. Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen dat verdachte hiervan enig strafbaar verwijt kan worden gemaakt, nu uit het dossier niet blijkt dat hij wist dan wel kon weten dat het laboratorium in een dag werd opgebouwd en dat daar geproduceerd werd. Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van feit 1 primair en subsidiair.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4:
Onder de feiten 3 en 4 is aan verdachte ten laste gelegd dat hij als medepleger dan wel als medeplichtige wapens en harddrugs voorhanden heeft gehad. Tijdens het onderzoek in de woning van verdachte werden namelijk op de kamer van één van zijn kinderen in een kast twee pistoolmitrailleurs en onder het bed bijna 489 gram van een materiaal bevattende amfetamine en 4-methylamfetamine aangetroffen. Nabij het laboratorium werd in vaten en jerrycans eveneens 246,5 liter amfetamine aangetroffen.
Door de rechtbank kan niet worden vastgesteld dat verdachte enige wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de aangetroffen wapens en drugs. Verdachte heeft ontkend dat hij wist van de wapens en drugs in zijn woning en nabij het laboratorium. Daarnaast lagen de wapens en drugs in zijn woning niet direct in het zicht, zodat ook hier geen wetenschap uit afgeleid kan worden. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van de feiten 3 primair en subsidiair en 4 primair en subsidiair.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
In de strafzaak met parketnummer 03/700693-12:

2.subsidiair

een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende tenamfetamine en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde tenamfetamine, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen een grote hoeveelheid chemicaliën en productieapparatuur (lekbakken, gasbranders, stoomgeneratoren, distillatiespiralen, distillatiebruggen, scheidtrechters, lucht- en waterslangen, maatbekers, trechters, koolstoffilters) ten behoeve van de productie van een materiaal bevattende tenamfetamine en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde tenamfetamine, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden heeft gehad, waarvan die een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en), tot voornoemd misdrijf hij verdachte toen en aldaar opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door bijgebouwen bij zijn woning, gelegen aan de [adres], aan die een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te stellen;
In de strafzaak met parketnummer 03/866028-13:
op 18 april 2012 in de gemeente Waalre om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen door in een vrachtauto in jerrycans een hoeveelheid van ongeveer 270 liter mierenzuur en ongeveer 1940 liter zoutzuur te vervoeren, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
In de strafzaak met parketnummer 03/700693-12, feit 2 subsidiair:
een ander of anderen gelegenheid verschaffen om stoffen en voorwerpen voorhanden te hebben om daarmee een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, waarvan die ander of anderen we(e)t(en) of ernstige reden heeft (hebben) om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
In de strafzaak met parketnummer 03/866028-13:
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, stoffen vervoeren, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

5.De strafoplegging

5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen gemaakt ten aanzien van de strafoplegging.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank heeft in het bijzonder acht geslagen op het volgende.
Verdachte heeft zich twee keer schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen in het kader van de Opiumwet, waarvan een keer als medeplichtige. De voorbereidingen waren gericht op het vervaardigen van synthetische drugs. Het is een feit van algemene bekendheid dat deze drugs grote gevaren opleveren voor de gezondheid van gebruikers ervan. Verder is van belang dat de productie van en handel in harddrugs gepaard gaan met diverse vormen van criminaliteit die de maatschappij ondermijnen en gevaar opleveren voor mens en milieu.
Dit gevaar doet zich met name voor bij een laboratorium in een dichtbewoond kamp.
Dit alles heeft verdachte niet kunnen weerhouden. Verdachte heeft zich daarbij bewust van de domme gehouden en was kennelijk alleen geïnteresseerd in zijn eigen geldelijk gewin.
Gelet op het gevaarzettende gedrag van verdachte is de rechtbank van oordeel dat enkel een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Enerzijds moet verdachte direct de gevolgen van zijn gedrag ervaren, anderzijds acht de rechtbank een stok achter de deur noodzakelijk. Dit moet verdachte er in de toekomst van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Het lijkt er namelijk op dat verdachte snel geneigd is grenzen te overschrijden indien daar geld tegenover wordt gesteld.
De rechtbank acht de strafeis van de officier van justitie te hoog, aangezien de rechtbank minder feiten bewezen acht dan de officier van justitie. In de onderhavige strafzaak acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren passend. Zij zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen. De rechtbank ziet geen reden de onmiddellijke gevangenhouding van verdachte te gelasten.

6.Het beslag

Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen, te weten twee plastic zakjes (waarin verdovende middelen werden bewaard) en twee wapens, stelt de rechtbank vast dat er, niettegenstaande de vrijspraak van verdachte, strafbare feiten zijn begaan (te weten overtreding van de Opiumwet en van de Wet wapens en munitie). Dit betekent dat de genoemde voorwerpen kunnen worden onttrokken aan het verkeer op basis van de artikelen 36b, sub 3 en 36c, sub 2 (wapens) en sub 3 (plastic zakjes) van het Wetboek van Strafrecht. Het ongecontroleerde bezit van deze voorwerpen is in strijd met de wet en met het algemeen belang.
De in beslaggenomen vrachtauto kan worden teruggegeven aan de rechthebbende, te weten [naam rechthebbende].

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 10 en 10a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de in de strafzaak met parketnummer 03/700693-12 onder feit 1 primair en subsidiair, feit 2 primair, feit 3 primair en subsidiair en feit 4 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
  • stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
  • bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
  • verklaart onttrokken aan het verkeer de volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen:
  • Plastic zakje (goednummer 2115742, kenmerk AAEY0099NL);
  • Plastic zakje (goednummer 2115743, kenmerk AAEY0100NL);
  • Wapen, pistoolmitrailleur, kleur: zwart (goednummer 2114450, kenmerk
AAEX1220NL);
1. Wapen, pistoolmitrailleur (goednummer 2114452, kenmerk AAEX1221NL);
  • verklaart dat het volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp:
  • vrachtauto, Renault Mascott 110.35 (kenteken [kenteken], chassisnummer [nummer]),
dient te worden teruggegeven aan [naam rechthebbende].
Dit vonnis is gewezen door mr. W.F.J. Aalderink, voorzitter, mr. B.G.L. van der Aa en
mr. J.H. Klifman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.K. Spronk, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 augustus 2013.
Buiten staat
Mr. J.H. Klifman en mr. C.K. Spronk zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is in de strafzaak met parketnummer 03/700693-12 ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 18 april 2012 tot en met 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd, (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende tenamfetamine en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde tenamfetamine, MDMA, N-ethyl MDA =MDEA) en amfetamine (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 18 april 2012 tot en met 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben vervaardigd, (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende tenamfetamine en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde tenamfetamine, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) (een)
middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, bij en/of tot voornoemd misdrijf hij verdachte en/of zijn mededader(s) toen en aldaar opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft/hebben verschaft door de woning en/of bijbehorende aanhorighe(i)d(en)/bijgebouw(en) gelegen aan de [adres] aan die een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te
stellen;
2.
hij op of omstreeks 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van
Nederland brengen van een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende tenamfetamine en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde tenamfetamine, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen een in werking zijnde inrichting (onder meer bestaande uit een (grote) hoeveelheid chemicaliën en/of productie-apparatuur(lekbakken, gasbranders, stoomgeneratoren, distillatiespiralen, distillatiebruggen, scheidtrechters, lucht- en waterslangen, maatbekers, trechters, koolstoffilters)) ten behoeve van de productie van een materiaal bevattende tenamfetamine en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde tenamfetamine, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes
mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van
een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende tenamfetamine en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde tenamfetamine, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen een in werking zijnde inrichting (onder meer bestaande uit een (grote) hoeveelheid chemicaliën en/of productie-apparatuur(lekbakken, gasbranders, stoomgeneratoren, distillatiespiralen, distillatiebruggen, scheidtrechters, lucht- en waterslangen, maatbekers, trechters, koolstoffilters) ten behoeve
van de productie van een materiaal bevattende tenamfetamine en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde tenamfetamine, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden heeft gehad, waarvan die een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en), bij en/of tot voornoemd misdrijf hij verdachte en/of zijn mededader(s) toen en aldaar opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft/hebben verschaft door de woning en/of bijbehorende aanhorighe(i)d(en)/bijgebouw(en) gelegen aan de [adres] aan die een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te stellen;
3.
hij op of omstreeks 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 488,7 gram en/of ongeveer 219 liter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of 4-methylamfetamine, zijnde amfetamine en/of
4-methylamfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 488,7 gram en/of ongeveer 219 liter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of
4-methylamfetamine, zijnde amfetamine en/of 4-methylamfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, bij en/of tot voornoemd misdrijf hij verdachte en/of zijn mededader(s) toen en aldaar opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft/hebben verschaft door de woning en/of bijbehorende aanhorighe(i)d(en)/bijgebouw(en) gelegen aan de [adres] aan die een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te stellen;
4.
hij op of omstreeks 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in verenigiging met anderen of een ander, althans alleen, een of meer wapens als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van categorie II, sub 2 en 3, te weten twee pistoolmitrailleurs (beiden van merk Heckler en Koch), voorhanden heeft/hebben gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 30 augustus 2012 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een of meer wapens als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van categorie II, sub 2 en 3, te weten twee pistoolmitrailleurs (beiden van het merk Heckler en Koch), voorhanden
heeft/hebben gehad, bij en/of tot voornoemd misdrijf hij verdachte en/of zijn mededader(s) toen en aldaar opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft/hebben verschaft door de woning gelegen aan de [adres] aan die een of meer tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te stellen;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
Aan de verdachte is in de strafzaak met parketnummer 03/866023-13 ten laste gelegd dat
hij op of omstreek 18 april 2012 in de gemeente Waalre om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen door in een vrachtauto in jerrycans een hoeveelheid van ongeveer 270 liter mierenzuur en/of ongeveer 1940 liter zoutzuur te vervoeren en/of voorhanden te hebben, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat/die zijn bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
parketnummer: 03/700693-12
proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 16 augustus 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsman mr. S.F.J. Bergmans, advocaat te Sittard.

Voetnoten

1.Wanneer hierna in de voetnoten wordt verwezen naar met paginanummering aangeduide delen uit processen-verbaal en andere stukken, betreft dit op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal dan wel andere bescheiden, als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van het opsporingsonderzoek van de Politie regio Brabant Zuid-Oost, gezamenlijke recherche Valkenswaard, onder proces-verbaalnummer 2012056535, opgemaakt op 30 juli 2012.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 mei 2012, pagina 43.
3.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 2 augustus 2013 afgelegd in combinatie met het geschrift, te weten een huurovereenkomst, gesloten op 18 april 2012, pagina 62.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 mei 2012, pagina 44.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2012, pagina 49.
6.Het geschrift, te weten onderzoeksresultaten van het NFI, d.d. 30 mei 2012, pagina 58.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2012, pagina 49 in combinatie met het geschrift, te weten onderzoeksresultaten van het NFI, d.d. 30 mei 2012, pagina 58.
8.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 2 augustus 2013 afgelegd.
9.De geschriften, te weten schema’s van de synthese van amfetamine en MDMA, pagina 63 en pagina 66 tot en met 73.
10.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 2 augustus 2013 afgelegd.
11.Wanneer hierna in de voetnoten wordt verwezen naar met paginanummering aangeduide delen uit processen-verbaal en andere stukken, betreft dit op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal dan wel andere bescheiden, als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van het opsporingsonderzoek van de Politie regio Limburg Zuid, Joint Hit Team, onder proces-verbaalnummer 2012100386, opgemaakt op 11 december 2012.
12.Proces-verbaal onderzoek synthetische drugs laboratorium d.d. 31 augustus 2012, pagina 88.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 31 augustus 2012, pagina 31.
14.Proces-verbaal onderzoek synthetische drugs laboratorium d.d. 31 augustus 2012, pagina 88 tot en met 90.
15.Proces-verbaal onderzoek synthetische drugs laboratorium d.d. 6 december 2012, pagina 102 tot en met 104.
16.Het geschrift, te weten onderzoeksresultaten van het NFI, d.d. 12 oktober 2012, pagina 130 tot en met 134.
17.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 2 augustus 2013 afgelegd.