Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiseres sub 1] , wonende te [woonplaats] aan het adres [adres] ,
[eiser sub 2], wonende te [woonplaats eiser sub 2] aan het adres [adres eiser sub 2] ,
1.Het verloop van de procedure
- de inleidende dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 10 april 2013;
- de brief van mr. Van Emden d.d. 12 juni met producties;
- de brief van mr. Horsch d.d. 12 juni met producties;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen d.d. 21 juni 2013;
- de brief van mr. Horsch d.d. 3 juli 2013.
2.De vaststaande feiten
- de curator niet zou hebben geadviseerd een rechtsmiddel tegen het vonnis de faillietverklaring in te stellen.
- de curator geen akkoord met de belastingdienst heeft.
- De woning(kantonrechter: [adres eiser sub 2] te [woonplaats eiser sub 2] )
is gekocht voor € 485.000,00 en volgens een recente taxatie zou hij € 550.000,-- waard zijn, de hypotheek bedraagt thans € 433.00,-- - … heb ik .. een oninbare vordering van € 167.000,- op de heer [broer van eiser sub 1](kantonrechter: broer van [eiseres sub 1] )
, die ik op enig moment heb geholpen maar die mij niet kan of wil terugbetalen.
3.Het geschil
II. [gedaagde] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, aan [eiseres sub 1] te voldoen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, de somma ad. € 17.789,78, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
III. [gedaagde] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, aan [eiseres sub 1] te voldoen, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, de somma ad € 1.893,25, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
V. [gedaagde] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, aan [eiseres sub 1] te voldoen, de kosten van deze procedure, en, voor het geval voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW te rekenen vanaf de datum waarop deze termijn verstrijkt tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiseres sub 1] van de nakosten, te begroten op € 131,00 indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 199,00 te vermeerderen met de kosten van het betekeningsexploot in geval van betekening nadat veertien dagen zijn verstreken na de datum van het in dezen te wijzen vonnis en [gedaagde] niet vrijwillig aan de veroordeling heeft voldaan.
3.2.3. [eiseres sub 1] plaatst kanttekeningen ten aanzien van het handelen van [gedaagde] . [eiseres sub 1] stelt dat de gehele procedure van [gedaagde] ten aanzien van de woning [adres eiser sub 2] te [woonplaats eiser sub 2] onbegrijpelijk is aangezien de woning bij verkoop niet meer zal opbrengen dan de hypotheekschuld. Er is geen belang voor de boedel en [gedaagde] om de procedure voort te zetten. Tevens stelt [eiseres sub 1] dat de procedure kansloos is. [gedaagde] procedeert met tegenstrijdige belangen, aangezien een kantoorgenoot de procedure doet.
4.De beoordeling van het geschil
- dat de [gedaagde] pro se op dit punt niet onrechtmatig heeft gehandeld;
- dat de vordering tot afdracht van € 10.000,00 moet worden afgewezen.
- Dat de vordering tot betaling van € 1.248,00 moet worden afgewezen.
- Niet is gebleken dat de RC toestemming heeft onthouden. Dit leidt er al toe dat voor zover persoonlijke aansprakelijkheid wordt beoogd, niet aan de daaraan gestelde maatstaf als hierboven verwoord, wordt voldaan.
- Het enkele gegeven dat een partij een procedure verliest, betekent op zich nog niet dat de verliezer deswege onrechtmatig heeft gehandeld.
- Niet slechts de woning was onderwerp van het geschil maar ook vermogens-verschuivingen;
- Het gegeven dat de rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] de onjuiste juridische invalshoek heeft gekozen, betekent op zich nog niet dat het hoger beroep deswege kansloos is. Ofwel het gerechtshof oordeelt de door [gedaagde] ingeslagen weg alsnog als juist dan wel [gedaagde] herstelt zijn fout(en) en het gerechtshof wijst alsnog toe. Van evidente ongegrondheid voor zover die moet leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid is, gelet op hetgeen [eiseres sub 1] aanvoert, onvoldoende sprake.
- Het enkele gestelde feit dat de hypothecaire schuld hoger is dan de te verwachten executieopbrengst, betekent nog niet dat daarom maar van een procedure moet worden afgezien. Niet immers is gesteld of anderszins gebleken dat [eiseres sub 1] buiten de woning geen enkel vermogensbestanddeel heeft.
- Van een lichtvaardig optreden kan niet worden gesproken, gelet op bovenstaande.
- Het inschakelen van een kantoorgenoot buiten een extern kantoor getuigt van een zekere prudentie. Als de boedel niet toereikend genoeg is, dan zit het advocatenkantoor [gedaagde] zelf met de verliespost en hoeft zij de externe advocaat niet te betalen.
- De belanghebbende mag erop vertrouwen dat de WSNP-bewindvoerder en de toezichthoudende rechter-commissaris de WSNP-taak naar behoren afwikkelen. Verdient de saniet de schone lei niet, dan is het aan de bewindvoerder daarop actie te ondernemen. Verdient de saniet die schone lei wel, dan ligt daaraan het ordeel van de bewindvoerder ten grondslag. De curator mag daar op afgaan.
- Het is de kantonrechter in het geheel niet duidelijk geworden wat de failliete boedel er nu mee zou zijn opgeschoten als [gedaagde] wel een actie had ondernomen om de broer en diens vrouw de schone lei te onthouden. Enig belang van de failliete boedel is daarmede niet gediend in die zin dat het nalaten ervan niet leidt tot aansprakelijkheid pro se.
4.22. De curator moet € 1.893,25 aan zorgtoeslag aan [eiser sub 2] vergoeden, aldus [eiseres sub 1] en/of [eiser sub 2] .
1.Een tegemoetkoming is niet vatbaar voor vervreemding, verpanding, belening of beslag, waaronder begrepen beslag ingevolge faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tenzij het betreft beslag wegens:
5.Conclusie
6.De kosten
800,00( 2 x tarief € 400,00)