Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is niet gebleken dat de dagvaarding niet aan de volgens de wet daar aan te stellen eisen voldoet;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- is niet van het bestaan van omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan; de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen;
- is niet van het bestaan van gronden voor een schorsing van de vervolging gebleken.
Ik weet dat ik voor mijn zestiende verjaardag seks met [verdachte] had omdat ik op mijn zestiende verjaardag een tongpiercing kreeg en daarvoor al seks had met hem.” Deze verklaring biedt onvoldoende zekerheid over het tijdstip waarop de relatie tussen de verdachte en [slachtoffer 2] is aangevangen. Naar het oordeel van de rechtbank moet de verdachte van het onder 2. tenlastegelegde worden vrijgesproken omdat niet is komen vast te staan dat bij aanvang van de relatie tussen [slachtoffer 2] en de verdachte, [slachtoffer 2] niet de leeftijd van zestien jaren had bereikt.
pinggesprekken’, die volgens haar opgave met deze [verdachte] op 16, 17 en 18 juli 2011 zijn gevoerd, voor onderzoek ter beschikking van de politie gesteld. Tot slot heeft [slachtoffer 1] op 19 juli 2011 aangifte van verkrachting gedaan.
pinggesprekkengevoerd. Ik heb hem gevraagd of hij een telefoontoestel van het merk BlackBerry voor mij kon regelen. Een paar dagen later
pingdehij mij dat ik het toestel kon krijgen en dat hij daar niets voor behoefde te hebben. Op 15 juli 2011 ben ik weer naar zijn woning gegaan. Rond 20.30 uur was ik daar. We hebben op het bed gezeten; dat is de enige zitplaats. Hij wilde op een gegeven moment dat ik naast hem kwam liggen. Ik zei hem dat ik dat niet wil. Hij zei toen dat ik moeilijk doe en dat ik daardoor dat toestel nog niet van hem kreeg. Ik wilde weggaan, maar op het moment dat ik wilde opstaan pakte hij me met twee armen om mijn middel vast en trok mij weer op het bed. Ik zei hem dat hij mij moest loslaten, maar hij liet mij niet gaan; hij zei: “
jij bent mijn meisje” en “
dat ik dat voor altijd zou blijven”. Ik zei hem dat ik een vriend heb, in de hoop dat hij mij zou loslaten. Uiteindelijk liet hij me los. Ik probeerde weer snel op te staan maar toen greep hij me weer vast. Hij ging met zijn handen steeds verder naar boven, in de richting van mijn borsten. Ik duwde zijn handen weer omlaag en zei dat ik daar niet van gediend was. Daarop zei hij: “
jammer dan, ik doe wat ik wil”. Toen hij me losliet probeerde ik weg te komen. Hij ging staan en duwde me weer op bed. Hij ging toen boven op mijn benen zitten, net boven mijn knieën. Hij zat met zijn benen over mijn benen met zijn gezicht naar mijn gezicht. Hij zei met stemverheffing dat ik moest doen wat hij zei dat ik moest doen. Hij zei me ook dat ik moest oppassen hoe dat ik tegen hem spreek. Hij deed mijn truitje omhoog, ik duwde het weer naar beneden. Hij maakte vervolgens met zijn linker vuist een slaande beweging in de richting van mijn gezicht, maar raakte mij niet. Ik was bang. Hij schoof me in de lengte van het bed. Hij ging weer op mijn benen zitten en ging met zijn handen onder mijn shirt. Hij zei dat ik mijn BH moest uitdoen. Ik zei dat ik dat niet wilde doen. Hij maakte toen weer met zijn vuist een soort van slaande beweging in mijn richting. Hij schoof toen mijn BH omhoog, waardoor deze boven mijn borsten kwam te zitten.
pinggesprekken’ blijkt dat de verdachte [slachtoffer 1] onder druk probeert te zetten om haar opnieuw te ontmoeten, maar dat [slachtoffer 1] hem antwoordt dat zij dat niet wenst omdat de verdachte haar heeft verkracht. [5]
gepingd’ stelt hij dat niet meer te weten. Ter terechtzitting is de verdachte, hoewel behoorlijk daartoe te zijn opgeroepen, zonder aan de rechtbank kenbaar gemaakte reden niet verschenen. Gelet op zijn ontkenning het onder 1. tenlastegelegde te hebben begaan, heeft er voor de verdachte alle reden bestaan om ter terechtzitting te verschijnen en de bewijsmiddelen te weerspreken of daarop een nuancering aan te brengen, welke deze bewijsmiddelen mogelijk in een ander licht hadden kunnen stellen. Dat is echter niet gebeurd en ook bij gelegenheid van het verhoor door ambtenaren van de politie had de verdachte dit kunnen doen, maar zover daar werd ingegaan op bijzonderheden heeft de verdachte zich op zijn zwijgrecht beroepen of verklaard zich niet meer te herinneren. Gelet op zijn (proces-)houding is de rechtbank van oordeel dat aan zijn verklaringen, zover deze een ontkenning van het tenlastegelegde inhouden, betekenis moet worden onthouden.
pinggesprekken’ tussen [slachtoffer 1] en de verdachte.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf en/of maatregel
8.De benadeelde partij
9.Het beslag
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart het onder 1. primair ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat onder 1. primair meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert, zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
De civiele vorderingen
19 november 2013.