Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
- veelvuldig telefonisch contact met haar op te nemen, dan wel dat te proberen, en haar (daarbij) te bedreigen en
- hinderlijk in (de buurt van) haar woning te komen en haar (daarbij) te mishandelen en te bedreigen;
- veelvuldig telefonisch contact met haar op te nemen, dan wel dat te proberen, en haar (daarbij) te bedreigen en
- veelvuldig sms-berichten aan haar te verzenden.
3.De voorvragen
- is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
4.De beoordeling van het bewijs
- de aangifte van [slachtoffer 1] en de bekennende verklaring van verdachte ten aanzien van zaak 1;
- de aangifte van [slachtoffer 1] en de getuigenverklaringen van [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3] ten aanzien van zaak 3;
- de aangifte van [slachtoffer 1] en de getuigenverklaring van [getuige 1] ten aanzien van zaak 5.
- verdachte de bedreigingen ontkent (zaak 1);
- bij de waardering van de bewijsmiddelen rekening moet worden gehouden met het feit dat getuige [getuige 3] de moeder van aangeefster [slachtoffer 1] is hetgeen deze verklaring minder betrouwbaar maakt (zaken 1 en 3);
- verdachte in die tijd opgefokt was omdat hij de kinderen niet mocht zien en thans niet meer weet wat hij heeft gezegd (zaken 1 en 3);
- getuige [getuige 1] de ten laste gelegde verbale bedreiging niet heeft gehoord (zaak 5).
‘dan weet je dat ik je nu ga doodmaken’;
‘je moeder en je hele familie gaat eraan’;
‘de woningen van je moeder, je broers en die van jou steek ik in de fik’;
‘als ik je zie rijden rij ik je klem en als ik je dan al niet dood heb gereden, sla ik je dood’;
‘je krijgt zoveel verdriet dat je niet meer ophoudt met huilen’;
of woorden van een dergelijke strekking.
Aangeefster is door deze bedreigingen erg bang geworden. [5]
- op 1 mei 2012: ‘gemiste oproep 2’ en ‘gemiste oproep 1’;
- op 2 mei 2012: ‘Ik kryg gn andword op myn vraag.’;
- op 5 mei 2012: ‘gemiste oproep 5’;
- op 9 mei 2012: ‘wr om pak je nt op :-@’ en ‘wr om doe je dit ik ben zo by je ths’
- op 11 mei 2012: ‘bel me nu!.’, ‘bel me nu.!’ en ‘Ik zweer ht hr kryg je spyt vn!’
- op 12 mei 2012: ‘gemiste oproep 7’;
- op 13 mei 2012: ‘gemiste oproep 48’, ‘dat laggen gt je ng wel over.’ en ‘gr me kinder aan de foom ik vl me nt lekker je mk ht zo alln mr erger!’;
- op 14 mei 2012: ‘Bel me snel!’;
- Op 15 mei 2012: ‘Ik km zo by je wand je bel toch nt tot zo!’;
- Op 17 mei 2012: ‘Ik hou vn jou en onze kinder!’;
- Op 20 mei 2012: ‘Wat denk je dat ik ht nt dr dat jy met een contactverbod bezig bent ik heb mijn bronnen ook in sittard bij deze laat gaan je wil toch dat ik de kinder niet meer zie. Zorg dat ik me spullen heb dan ben je van me af word gelukkig met je vriend en zorg dat hij goed voor mijn kinder is en je weet ik blijf nooit lang boos en ik vergeet dingen geen snel dat wt je grt Pelle x’
- Op 30 mei 2012: ‘Ik heb je gezecht dat ik myn rus wil en dat ik normaal met je om wilde gn vr onze kinder mr jy wil dat niet dan is ht goed zo vr my! En zeg tegen je moeder dat ik me nt laat bedrygen ze zeg dat ze vanavond wat wilde laten doen by my of met my ik sta er klaar vr ! Je jullie wtn nt waar je an begin je wt in myn hart wil ik deze schit nt als ht moet dan moet ht! Tot vanavond hs nummer 14’.
- op 31 december 2011 of 1 januari 2012 tegen haar wil de woning van aangeefster [slachtoffer 1] binnengegaan;
- op 14 en 30 mei 2012 en op 6 juni 2012 bij de woning van aangeefster [slachtoffer 1] gekomen, waarbij hij haar heeft bedreigd. Bovendien heeft verdachte haar op 14 mei 2012 mishandeld;
- in de ten laste gelegde periode heel vaak hinderlijk in de nabijheid/omgeving van de woning van [slachtoffer 1] geweest.
- [slachtoffer 1] bij de haren heeft vastgepakt en aan haar haren over straat heeft getrokken, hetgeen erg pijn deed;
- [slachtoffer 2] tegen haar gezicht heeft geslagen, hetgeen pijn deed en een rode plek op haar wang veroorzaakte;
- [slachtoffer 1] heeft bedreigd met de woorden ‘Jij gaat dood, dit wordt een familiedrama! jij gaat dood!’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De strafoplegging
- de frequentie en intensiteit van de belaging en de vrij lange periode waarin dit alles zich heeft afgespeeld;
- de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten door rechters doorgaans worden opgelegd;
- het feit dat verdachte in strijd met twee door een rechter opgelegde contactverboden contact is blijven zoeken en opnemen met aangeefster;
- de effecten die de gedragingen van verdachte op het persoonlijke leven van aangeefster hebben gehad. Ter terechtzitting heeft aangeefster, gebruik makend van haar spreekrecht, verklaard dat de gedragingen van verdachte bij haar gevoelens van machteloosheid hebben veroorzaakt en dat ze ten gevolge daarvan diverse psychische en lichamelijke klachten heeft ondervonden, zoals angstaanvallen, vluchtgedrag, concentratie- en slaapproblemen. Voorts is ze door de belaging in een sociaal isolement geraakt. Niet alleen aangeefster heeft nadelen ondervonden van verdachtes gedragingen. Ook op het dagelijks leven van de kinderen heeft het gedrag van hun vader groot effect gehad.
gereguleerdcontact zal zijn, en wel op grond van een beslissing van de familierechter in het kader van een omgangsregeling dan wel op grond van een tussen partijen (via advocaten) nader overeen te komen soortgelijke regeling.
8.De benadeelde partij
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte
- draagt Reclassering Nederland, Adviesunit Limburg, op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- beveelt dat de algemene en bijzondere voorwaarden, alsmede het door Reclassering Nederland uit te oefenen toezicht,
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres 2], van een bedrag van € 2.750,00 (zegge: tweeduizendzevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 6 september 2012 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van [slachtoffer 1] een bedrag van € 2.750,00 (zegge: tweeduizendzevenhonderdvijftig euro) te betalen, bij niet betaling te vervangen door 37 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 september 2012;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] vervalt en omgekeerd;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres 2], in haar vordering ten aanzien van dit feit niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering ten aanzien van dit feit gemaakt, begroot op nihil.