ECLI:NL:RBLIM:2013:BY9102

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
04/800125-12
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de strafzaak tegen verdachte wegens poging tot moord en bedreiging van politieagenten

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is de verdachte beschuldigd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder poging tot moord en bedreiging van politieagenten. De rechtbank heeft op 22 januari 2013 geoordeeld dat het dossier in deze zaak onevenwichtig is samengesteld. De rechtbank constateert dat er belangrijke informatie ontbreekt over de problemen tussen de verdachte, zijn gezin en de bewoners van een nabijgelegen woonwagenkamp, evenals de gemeente. Deze problemen zijn van belang voor de context van de tenlastelegging. De rechtbank heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen en de officier van justitie op te dragen het dossier aan te vullen met relevante documenten, waaronder politiemutaties en verslagen van bestuursrechtelijke handhavingstrajecten. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de officier van justitie een overzicht moet opvragen van alle bestuurlijke handhavingsacties en -procedures die sinds 1998 hebben plaatsgevonden en waarbij de verdachte en zijn gezin betrokken zijn geweest. De rechtbank heeft de termijn voor het aanleveren van deze informatie vastgesteld op 5 maart 2013, waarna de verdediging de gelegenheid krijgt om hierop te reageren. De zaak zal vervolgens worden hervat binnen een termijn van maximaal drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 04/800125-12
Datum uitspraak : 22 januari 2013
Tegenspraak
Tussenvonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum en plaats]
wonende te [adres],
thans gedetineerd in [detentieadres]
1. Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 januari 2013.
2. De tenlastelegging
De verdachte staat – na wijziging van de tenlastelegging – terecht ter zake dat:
1.
hij op of omstreeks 21 juni 2012 te [plaats], in elk geval in de [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (brigadier van politie) en/of [slachtoffer 3] (wachtmeester der Koninklijke Marechaussee, gedetacheerd bij de regiopolitie Limburg-Noord) en/of [slachtoffer 4] (hoofdagent van politie) en/of [slachtoffer 5] (hoofdagent van politie), en/of [slachtoffer 6] (hoofdagent van politie) en/of [slachtoffer 7] (inspecteur van politie), van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- brandende benzine, althans een brandende vloeistof tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft gegooid (ten gevolge waarvan een arm en/of het T-shirt en/of de broek van [slachtoffer 1] vlam heeft/hebben gevat) en/of brandende benzine in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] heeft gegooid en/of
- benzine, althans een brandbare vloeistof tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 5] en/of tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 6] heeft gegooid en/of gespoten en/of
- een brandende zogenaamde "molotovcocktail" (zijnde een fles met daarin benzine, althans een brandbare vloeistof, met daaromheen/daarin een doek) in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] en/of voornoemde [slachtoffer 4] heeft gegooid en/of
- brandende benzine, althans een brandende vloeistof en/of een brandende molotovcocktail op de grond voor het huis gegooid, terwijl voornoemde [slachtoffer 5] en/of voornoemde [slachtoffer 6] en/of voornoemde [slachtoffer 3] en/of voornoemde [slachtoffer 7] zich op dat moment in het huis op korte afstand van die plek bevonden (terwijl verdachte net van te voren benzine, althans een brandbare vloeistof, tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 6] en/of voornoemde [slachtoffer 5] had gegooid en/of gespoten),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Artikel 289 jo. 287 jo. 45 Wetboek van strafrecht
Althans indien terzake het vorenstaande onder 1 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 21 juni 2012 te [plaats], in elk geval in de [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (brigadier van politie) en/of [slachtoffer 3] (wachtmeester der Koninklijke Marechaussee, gedetacheerd bij de regiopolitie Limburg-Noord) en/of [slachtoffer 4] (hoofdagent van politie) en/of [slachtoffer 5] (hoofdagent van politie), en/of [slachtoffer 6] (hoofdagent van politie) en/of [slachtoffer 7] (inspecteur van politie), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- brandende benzine, althans een brandende vloeistof tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft gegooid (ten gevolge waarvan een arm en/of het T-shirt en/of de broek van [slachtoffer 1] vlam heeft/hebben gevat) en/of brandende benzine in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] heeft gegooid en/of
- benzine, althans een brandbare vloeistof tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 5] en/of tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 6] heeft gegooid en/of gespoten en/of
- een brandende zogenaamde "molotovcocktail" (zijnde een fles met daarin benzine, althans een brandbare vloeistof, met daaromheen/daarin een doek) in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] en/of voornoemde [slachtoffer 4] heeft gegooid en/of
- brandende benzine, althans een brandende vloeistof en/of een brandende molotovcocktail op de grond voor het huis gegooid, terwijl voornoemde [slachtoffer 5] en/of voornoemde [slachtoffer 6] en/of voornoemde [slachtoffer 3] en/of voornoemde [slachtoffer 7] zich op dat moment in het huis op korte afstand van die plek bevonden (terwijl verdachte net van te voren benzine, althans een brandbare vloeistof, tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 6] en/of voornoemde [slachtoffer 5] had gegooid en/of gespoten), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van de bediening van voornoemde [slachtoffer 2] en/of voornoemde [slachtoffer 3] en/of voornoemde [slachtoffer 4] en/of voornoemde [slachtoffer 5] en/of voornoemde [slachtoffer 6] en/of voornoemde [slachtoffer 7],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Artikel 302 jo. 303 jo. 304 jo. 45 Wetboek van strafrecht
Althans indien terzake al het vorenstaande onder 1 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 21 juni 2012 te [plaats], in elk geval in de [gemeente], [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (brigadier van politie) en/of [slachtoffer 3] (wachtmeester der Koninklijke Marechaussee, gedetacheerd bij de regiopolitie Limburg-Noord) en/of [slachtoffer 4] (hoofdagent van politie) en/of [slachtoffer 5] (hoofdagent van politie), en/of [slachtoffer 6] (hoofdagent van politie) en/of [slachtoffer 7] (inspecteur van politie), heeft bedreigd met brandstichting en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- brandende benzine, althans een brandende vloeistof tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] gegooid (ten gevolge waarvan een arm en/of het t-shirt en/of de broek van [slachtoffer 1] vlam heeft/hebben gevat) en/of brandende benzine in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] gegooid en/of
- benzine, althans een brandbare vloeistof tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 5] en/of tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 6] gegooid en/of gespoten en/of
- een brandende zogenaamde "molotovcocktail" (zijnde een fles met daarin benzine, althans een brandbare vloeistof, met daaromheen/daarin een doek) in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] en/of voornoemde [slachtoffer 4] gegooid en/of
- brandende benzine, althans een brandende vloeistof en/of een brandende molotovcocktail op de grond voor het huis gegooid, terwijl voornoemde [slachtoffer 5] en/of voornoemde [slachtoffer 6] en/of voornoemde [slachtoffer 3] en/of voornoemde [slachtoffer 7] zich op dat moment in het huis op korte afstand van die plek bevonden (terwijl verdachte net van te voren benzine, althans een brandbare vloeistof, tegen het lichaam en/of tegen de kleding van voornoemde [slachtoffer 6] en/of voornoemde [slachtoffer 5] had gegooid en/of gespoten);
Artikel 285 Wetboek van strafrecht
2.
hij op of omstreeks 21 juni 2012 te [plaats], in elk geval in de [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 7] (inspecteur van politie Limburg-Noord), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (meermalen) in de richting van het hoofd/het lichaam van voornoemde [slachtoffer 7] heeft geschopt (terwijl [slachtoffer 7] zich op dat moment op een trap bevond), gedurende en/of ter zake de rechtmatige uitoefening van de bediening van voornoemde [slachtoffer 7], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Artikel 302 jo. 45 jo. 304 Wetboek van strafrecht
3.
hij op of omstreeks 21 juni 2012 te [plaats], in elk geval in de [gemeente], [slachtoffer 7] (inspecteur van politie Limburg-Noord) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een (klap)mes aan voornoemde [slachtoffer 7] getoond en/of heeft verdachte opzettelijk dreigend
voornoemd (klap)mes in de richting van voornoemde [slachtoffer 7] gehouden en/of (vervolgens) heeft verdachte opzettelijk dreigend een (groot) mes aan voornoemde [slachtoffer 7] getoond en/of heeft verdachte met voornoemd (groot) mes in de richting van voornoemde [slachtoffer 7] gewezen en/of heeft verdachte voornoemd (groot) mes op korte afstand van voornoemde [slachtoffer 7] gehouden;
Artikel 285 Wetboek van strafrecht
4.
hij op of omstreeks 21 juni 2012 te [plaats], in elk geval in de [gemeente], [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (brigadier van politie) en/of [slachtoffer 3] (wachtmeester der Koninklijke Marechaussee, gedetacheerd bij de regiopolitie Limburg-Noord) en/of [slachtoffer 4] (hoofdagent van politie) en/of [slachtoffer 5] (hoofdagent van politie), en/of [slachtoffer 6] (hoofdagent van politie) en/of [slachtoffer 7] (inspecteur van politie) en/of [slachtoffer 8], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware
mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een (gespannen) handboog en/of pijlen op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] gericht en/of getoond heeft aan voornoemde personen;
Artikel 285 Wetboek van strafrecht
3. De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4. De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5. De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6. Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7. Beoordeling van de zaak
Tijdens de beraadslaging is de rechtbank gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest en dient te worden hervat.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier in deze zaak onevenwichtig is samengesteld, nu informatie omtrent de voorgeschiedenis met betrekking tot het ten laste gelegde ontbreekt. Uit de verklaringen van verdachte, zijn partner en de burgemeester van de [gemeente], blijkt dat er sinds 1998 problemen zijn tussen verdachte en de bewoners van het tegenover de woning van verdachte gelegen woonwagenkamp aan de [adres] en dat er in dat kader sinds 1998 op strafrechtelijk en bestuursrechtelijk gebied het nodige is gebeurd. De verdediging heeft aangevoerd dat deze problemen rechtstreeks verband houden met het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting meegedeeld dat in haar ogen vast staat dat verdachte sinds 1998 het slachtoffer is geworden van verschillende strafbare feiten en dat het optreden van de gemeente bij het uitvoeren van de bestuursdwang achteraf bezien op een andere wijze had moeten verlopen.
De rechtbank is van oordeel dat voor een zorgvuldige beoordeling van de onderhavige zaak van belang is dat de rechtbank op de hoogte is van de voorgeschiedenis ten aanzien van het conflict tussen verdachte, de bewoners van het woonwagenkamp aan de [adres] en de [gemeente]. Het had op de weg van de officier van justitie gelegen deze informatie uit eigen beweging aan het dossier toe te voegen.
Gelet op het vorenoverwogene acht de rechtbank het van belang dat vorenbedoelde informatie alsnog aan het dossier wordt toegevoegd. De rechtbank draagt de officier van justitie op aan het dossier toe te voegen:
- het vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Roermond van 10 september 2002 in de zaak met parketnummer 04/050166-02, alsmede het onderliggende proces-verbaal;
- alle politiemutaties vanaf 1998 tot heden, waarbij verdachte en/of zijn gezin betrokken zijn;
- de strafrechtelijke handhavingshistorie met betrekking tot voornoemde mutaties.
Voorts geeft de rechtbank de officier van justitie opdracht bij de [gemeente] een overzicht en zakelijke samenvatting op te vragen van alle bestuurlijke handhavingsacties en –procedures vanaf 1998 tot heden, waarbij zowel (bewoners van) het woonwagenkamp aan de [adres] als verdachte en/of zijn gezin betrokken zijn.
In het belang van een goede voortgang van de zaak draagt de rechtbank de officier van justitie op voornoemde stukken en informatie uiterlijk 5 maart 2013 aan de rechtbank te doen toekomen, met afschrift aan de verdediging. De rechtbank stelt de verdediging vervolgens tot uiterlijk 2 april 2013 in de gelegenheid hierop schriftelijk te reageren, met afschrift aan de officier van justitie.
De rechtbank zal daartoe het onderzoek ter terechtzitting heropenen en verder beslissen zoals hierna is vermeld.
8. Beslissing
De rechtbank:
heropent het onderzoek ter terechtzitting;
schorst het onderzoek ter terechtzitting voor de duur van maximaal drie maanden, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen het dossier aan te vullen met de hiervoor onder 7 genoemde gegevens;
bepaalt de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een langere termijn dan één maand, doch op uiterlijk drie maanden na heden, zulks in verband met de tijd die naar verwachting nodig zal zijn voordat voornoemde informatie beschikbaar is;
bepaalt dat de officier van justitie deze gegevens uiterlijk 5 maart 2013 aan de rechtbank ter beschikking zal stellen, met afschrift aan de verdediging;
verzoekt de verdediging hierop uiterlijk 2 april 2013 schriftelijk te reageren;
beveelt de oproeping van de verdachte tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting wordt hervat;
verzoekt de officier van justitie de raadsman en de benadeelde partijen/slachtoffers op de hoogte te stellen van datum en tijdstip van de nadere terechtzitting.
Tussenvonnis gewezen door mrs. M.J.A.G. van Baal, M.B.T.G. Steeghs, en P.M.S. Dijks, rechters, van wie mr. M.J.A.G. van Baal voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.C. Alink als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 22 januari