ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ6284

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
03/700192-13
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering gevangenhouding en opheffing voorlopige hechtenis in verband met gezondheidstoestand verdachte

Op 2 april 2013 heeft de Rechtbank Limburg, zittinghoudende te Maastricht, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 03/700192-13. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot gevangenhouding van de verdachte afgewezen. De rechtbank overweegt dat, hoewel er ernstige bezwaren en een recidivegrond zijn die tot het bevel tot bewaring hebben geleid, de verdachte niet voldoet aan de criteria van 'frequente recidive' zoals beschreven in de oriëntatiepunten van het LOVS. De rechtbank heeft daarbij de gezondheidstoestand van de verdachte in overweging genomen, waarbij is vastgesteld dat hij letsel heeft opgelopen tijdens zijn detentie. De verdachte heeft verklaard dat hij een breuk in de oogkas en een hersenschudding heeft, en dat hij een MRI-scan moet ondergaan. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het bevel tot voorlopige hechtenis moet worden opgeheven, omdat de verdachte niet in staat is om de gevolgen van zijn detentie te ondergaan zonder de nodige medische zorg. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot gevangenhouding afgewezen en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven met onmiddellijke ingang.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
AFWIJZING VORDERING GEVANGENHOUDING
Parketnummer: 03/700192-13
De rechtbank Limburg, zittinghoudende te Maastricht.
Gezien de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement van 28 maart 2013 strekkende tot gevangenhouding en nader toegelicht op de zitting van 28 maart 2013 en 2 april 2013 van:
[Naam verdachte],
geboren op [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte],
thans verblijvende te: PI Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
Gelet op het tegen verdachte verleende bevel tot bewaring van 21 maart 2013.
Gelet op het verhandelde ter zitting, zoals bij daarvan afzonderlijk opgemaakt proces-verbaal vermeld;
Overwegende, dat de Rechtbank na onderzoek is gebleken dat de ernstige bezwaren en de recidivegrond die tot het bevel tot bewaring hebben geleid ook thans nog bestaan doch dat het bevel van de gevangenhouding dient te worden afgewezen, gelet op het bepaalde in artikel 67a, derde lid van het wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft hierbij overwogen dat verdachte niet voldoet aan de criteria van 'frequente recidive' zoals beschreven in de oriëntatiepunten van het LOVS. Richtinggevend voor de strafmaat, in geval van bewezenverklaring, wordt in deze oriëntatiepunten uitgegaan van een geldboete van 200 euro en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een week. Het feit dat de verdenking betrekking heeft op diefstal in vereniging en gepleegd gedurende de proeftijd, doet hier niet aan af. Zo deze omstandigheden tot een hogere straf zullen kunnen leiden, overweegt de rechtbank dat zich dan toch een situatie voordoet als bedoeld in artikel 67 a derde lid Sv. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de vordering tot gevangenhouding dient te worden afgewezen;
Overwegende dat de rechtbank de gevraagde informatie niet heeft ontvangen, te weten nadere uitleg over het ontstaan van het letsel bij verdachte, terwijl hij onder de zorg viel van de justitiële autoriteiten. De door de officier van justitie ter zitting gegeven toelichting had geen betrekking op feiten en/of omstandigheden die tot dit letsel hebben geleid;
Overwegende dat een onderzoek naar de detentiegeschiktheid van verdachte niet heeft plaatsgevonden, althans dat het dossier hierover geen informatie geeft. De officier van justitie, ter zitting hierover bevraagd, verklaarde niet te weten of een dergelijk onderzoek heeft plaatsgevonden. Door de verdachte is ter zitting in raadkamer van 28 maart 2013 al verklaard over het bij het incident van 21 maart 2013 opgelopen letsel. Zo gaf hij aan een breuk in de oogkas te hebben en een hersenschudding te hebben opgelopen. Verdachte verklaarde heden dat bij een tweede bezoek aan het ziekenhuis een visus van 65% werd vastgesteld. Tevens verklaarde verdachte dat hij een MRI-scan had zullen ondergaan, doch dat deze ten gevolge van de raadkamerzitting van 28 maart 2013 niet heeft kunnen plaatsvinden. Verdachte verklaart dat dit onderzoek op korte termijn zal moeten plaatsvinden.
De rechtbank is gelet op vorenstaande van oordeel dat het bevel tot voorlopige hechtenis met betrekking tot verdachte dient te worden opgeheven.
Gezien de betreffende wetsartikelen;
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot het verlenen van een bevel tot gevangenhouding;
Heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Aldus gedaan op 2 april 2013
door mrs. E.H.A.F.M. Krol, voorzitter
F.M. van Maanen Winters, rechter
F.A.G.M. Vluggen, rechter
in tegenwoordigheid van J.G.A.M. Spijkers, griffier.
De officier van justitie gelast de tenuitvoerlegging van vorenstaande
beslissing en brengt deze ter kennis van verdachte.
Maastricht, 2 april 2013.
De officier van justitie,
Gezien op
De Direkteur van het Huis van Bewaring,
Fiat betekening en tenuitvoerlegging
met ingang van
voor/namiddag uur.
De officier van justitie.