ECLI:NL:RBLIM:2013:CA1395
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.A.E. van Binnebeke
- B.G.L. van der Aa
- L.J.A. Crompvoets
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verpleging ex artikel 509j lid 1 Wetboek van Strafvordering na oplegging van tbs met voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 27 mei 2013 de vordering tot verpleging van de terbeschikkinggestelde, hierna te noemen [naam verdachte], afgewezen. De rechtbank oordeelde dat, hoewel [naam verdachte] de aan hem opgelegde voorwaarden heeft overtreden, het opleggen van dwangverpleging een te ingrijpend middel zou zijn. De rechtbank weegt hierbij mee dat de reclassering en de kliniek geen vertrouwen meer hebben in het welslagen van de tbs met voorwaarden. De rechtbank heeft de vordering behandeld in raadkamer op 13 mei 2013, waarbij de officier van justitie, [naam verdachte] en zijn raadsvrouw, mr. Van den Hemel, zijn gehoord. De reclassering heeft gerapporteerd dat [naam verdachte] op 14 en 17 april 2013 ongeoorloofd de kliniek heeft verlaten en dat hij zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden, waaronder het niet afpersen van een getuige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandeling van [naam verdachte] in de kliniek niet volledig mislukt is, maar dat de incidenten wel aanleiding gaven tot de vordering van de officier van justitie. De rechtbank concludeert dat de huidige kliniek in Den Dolder een geschikte behandelplaats is en dat er geen alternatieven zijn voor de behandeling van [naam verdachte]. De rechtbank handhaaft de voorwaarden van de tbs-maatregel en wijst de vordering tot dwangverpleging af, omdat dit niet proportioneel is ten opzichte van de overtredingen. De rechtbank benadrukt dat [naam verdachte] zich moet houden aan de voorwaarden en dat hij gemotiveerd is voor zijn behandeling.