ECLI:NL:RBLIM:2013:CA2956
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J.G.H. Seerden
- J.N.F. Sleddens
- W.A.M. de Loo
- Rechtspraak.nl
Aanscherping geurvoorschriften omgevingsvergunning en de gevolgen voor vergunninghouder
Op 12 juni 2013 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaken AWB 12/161 en AWB 12/206, waarin de Stichting en de besloten vennootschap Componenta BV beroep hebben ingesteld tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg. Dit besluit hield in dat de geurvoorschriften van de omgevingsvergunning voor Componenta zijn aangescherpt. De rechtbank oordeelde dat de aangescherpte geurnormen voldoen aan de eisen van de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De rechtbank stelde vast dat de nieuwe normen technisch haalbaar zijn en gebruikelijk in de bedrijfstak van vergunninghouder. Het beroep van Componenta dat de nieuwe normen te streng zijn, werd ongegrond verklaard. Ook het beroep van de Stichting, die een nog strengere geurnorm eiste, werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de termijn waarbinnen aan de nieuwe geurvoorschriften moet worden voldaan, redelijk is en dat de vergunninghouder voldoende tijd heeft om aan de eisen te voldoen. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgronden van beide partijen niet slagen en verklaarde de beroepen ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede afweging tussen milieubelangen en de belangen van de vergunninghouder.