ECLI:NL:RBLIM:2013:CA3485

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
379833 \ RV VERZ 13-10506
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Groen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schenking in verband met AWBZ-wetgeving

Op 12 juni 2013 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de bewindvoerder van een rechthebbende. De bewindvoerder verzocht om machtiging om aan elk van de twee kinderen van de rechthebbende een schenking van € 15.000,00 te doen, in totaal € 30.000,00. Dit verzoek was ingegeven door de AWBZ-wetgeving, die de eigen bijdrage voor verblijf in een AWBZ-instelling vermogensafhankelijk heeft gemaakt. De bewindvoerder stelde dat deze maatregel onrechtvaardig was en dat zijn overleden vader het daar niet mee eens zou zijn geweest. Hij zocht naar mogelijkheden om het vermogen van de rechthebbende af te bouwen om zo de eigen bijdrage te verlagen.

De kantonrechter overwoog dat de AWBZ een verplichte, collectieve ziektekostenverzekering is voor niet individueel verzekerbare ziektekostenrisico’s en dat de wetgeving bedoeld is om een eerlijke verdeling van zorgkosten te waarborgen. De kantonrechter kon niet instemmen met het verzoek, omdat het de indruk wekte dat de bewindvoerder de werking van de AWBZ-wetgeving wilde frustreren door het eigen vermogen van de rechthebbende opzettelijk te verlagen. Dit zou in strijd zijn met de doelstellingen van de sociale zorgverlening in Nederland.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot machtiging afgewezen. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarbij een advocaat noodzakelijk is voor het indienen van het beroep.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Toezicht
Zaaknummer : 379833 \ RV VERZ 13-10506
BM nummer : 5327
Beschikking van de kantonrechter inzake machtiging onderbewindstelling
d.d. 12 juni 2013.
1. Het verzoek
1.1. Gezien het op 29 mei 2013 ingekomen verzoekschrift waarin machtiging wordt gevraagd om in 2013 aan ieder van de twee kinderen van rechthebbende, [rechthebbende], € 15.000,00 te mogen schenken, gezamenlijk voor een totaalbedrag van € 30.000,00.
2. De overwegingen en de beoordeling
2.1. De kantonrechter overweegt het volgende.
2.1.1. De bewindvoerder heeft in zijn verzoek gesteld dat de overheid de eigen bijdrage die verschuldigd is vanwege het verblijf in een AWBZ-instelling vermogensafhankelijk is gemaakt en dat daartegen in Nederland veel protest gekomen is, omdat hierdoor het vermogen van personen met een relatief hoog vermogen dat vermogen dienen “op te eten”.
De bewindvoerder heeft aangegeven deze maatregel (ook) onrechtvaardig te vinden en dat zijn overleden vader het daar niet mee eens zou zijn geweest. De bewindvoerder heeft daarom naar eventuele mogelijkheden gezocht om het vermogen van rechthebbende af te bouwen, zodat zij uiteindelijk minder eigen bijdrage hoeft te betalen.
2.1.2. De AWBZ is in Nederland een verplichte, collectieve ziektekostenverzekering voor niet individueel verzekerbare ziektekostenrisico’s. Verzekerd voor de AWBZ zijn ingezetenen van Nederland en niet-ingezetenen van Nederland die bepaalde inkomsten in Nederland genieten. De AWBZ is één van de zogenoemde verplichte volksverzekeringen.
2.1.3. In zijn verzoek vraagt de bewindvoerder de kantonrechter in feite om met de eventuele inwilliging van een verzoek tot schenking de werking van de nieuwe AWBZ-wetgeving te frustreren door opzettelijk het eigen vermogen van rechthebbende te (laten) verlagen. Op termijn zou dit dan tot een verlaging van de eigen bijdrage voor rechthebbende (kunnen) leiden. De kantonrechter kan deze grond of achterliggende gedachte voor de schenking niet accepteren omdat hij daarmee deelgenoot wordt in het opzetten van constructies die het oogmerk hebben (komende) regelgeving te ontgaan en wel de lusten te genieten maar niet de lasten te dragen van ons stelsel voor sociale zorgverlening. Het verzoek wordt afgewezen en de gevraagde machtiging geweigerd.
3. Beschikkende
De kantonrechter
3.1. wijst de gevraagde machtiging af.
Aldus gegeven door mr. J.J. Groen, kantonrechter, en ter openbare terechtzitting van 12 juni 2013 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch en wel binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak.
Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat.