ECLI:NL:RBLIM:2013:CA3876
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Maria Margaretha Waeijen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 18 juni 2013 uitspraak gedaan over de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Maria Margaretha Waeijen, die op 3 mei 2013 te Roermond is overleden. De erflaatster heeft verzoeker als enig erfgenaam achtergelaten. De baten van de nalatenschap waren op het moment van overlijden € 156,26, terwijl de begrafeniskosten door de verzoeker uit eigen middelen zijn voldaan. Gezien de geringe waarde van de baten en het ontbreken van feiten of omstandigheden die zich tegen de inwilliging van het verzoek verzetten, heeft de kantonrechter besloten om de opheffing van de vereffening te bevelen.
Het verzoekschrift is op 29 mei 2013 ingediend bij de griffie van de rechtbank Limburg, locatie Roermond. De verzoeker heeft verzocht om, op basis van artikel 4:209 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, de opheffing van de vereffening van de nalatenschap te bevelen. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de geringe waarde van de nalatenschap een belangrijke factor is in deze beslissing.
De griffier is belast met de inschrijving van deze beslissing in het boedelregister en zal de beslissing bekendmaken door plaatsing op de website van de rechtspraak. Hierdoor worden de erfgenamen ontheven van de wettelijke publicatieplicht. De kantonrechter heeft de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van mevrouw Waeijen bevolen en het meer of anders verzochte afgewezen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.