Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
- [gedaagde] heeft in de periode eind 2008 tot en met begin 2009 renovatiewerkzaamheden verricht aan 47 woningen in de wijk [woonplaats] voor opdrachtgever Wonen Zuid;
- [gedaagde] heeft op haar beurt aan Timmerfabriek [naam] B.V. (verder te noemen: [naam]) opdracht verstrekt voor het leveren van machinaal timmerwerk van onder andere de buitenkozijnen van genoemd renovatieproject;
- nadat [gedaagde] bij [naam] geklaagd had over gebreken aan een aantal van de buitenkozijnen zijn zij op 20 juli 2009 het navolgende - voor zover hier van belang - schriftelijk overeengekomen:
Als zekerheid voor afhandeling nakomende kosten 47 won [woonplaats] wordt een bedrag geraamd groot € 50.000,-- exkl btw. Voor dit project dient een kreditfaktuur opgesteld te worden als garantstelling.
- het project is (althans voor zover het de werkzaamheden van [naam] betrof) in augustus 2009) geëindigd;
- alle vorderingen van [naam] zijn aan Rabobank verpand;
- bij vonnis van 10 november 2009 is [naam] in staat van faillissement verklaard;
- aan de betreffende buitenkozijnen hebben zich enige problemen voorgedaan en [gedaagde] heeft in 2010 aan derden opdrachten verstrekt tot het verrichten van herstelwerkzaamheden waarvoor zij - in 2010 - in totaal een bedrag van € 10.781,80 heeft betaald.
3.De vordering
4.Het geschil
kanverzoeken, doch niet dat zij verplicht is de bedragen conform die staffel uit te betalen. De bedoeling van de overeenkomst was immers om een garantie te creëren voor de nog voor rekening van [gedaagde] komende herstelkosten. De uitleg die Rabobank aan de overeenkomst geeft, namelijk dat indien er in een bepaald genoemd jaar geen herstelkosten zouden zijn gemaakt, het bij dat jaar behorende staffelbedrag opeisbaar zou zijn, is onjuist, aldus [gedaagde].
5.De beoordeling
in dat jaarvoor [gedaagde] opgekomen herstelkosten. De tekst is wat dat betreft duidelijk en laat geen ruimte voor een andere interpretatie. Indien [gedaagde], die de tekst zelf heeft opgesteld, een andere wijze van verrekenen van in de toekomst nog voor haar komende herstelkosten had voorgestaan, dan had zij dit op een andere wijze moeten formuleren. Dat partijen met die overeenkomst desondanks een andere bedoeling gehad hebben dan de tekstuele, zoals [gedaagde] aanvoert, is door Rabobank gemotiveerd betwist en door [gedaagde] vervolgens niet nader onderbouwd, zodat dit verweer faalt.