ECLI:NL:RBLIM:2014:3671
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.H.A.F.M. Krol
- A.M. Schutte
- E.W.A. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Nietigverklaring van de dagvaarding in een kinderpornozaak wegens onvoldoende concretisering van de tenlastelegging
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 16 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De tenlastelegging omvatte het bezit van 2616 foto's en 1779 video's, evenals het verspreiden van 52 foto's en 1 video, waarbij de verdachte op of omstreeks 11 december 2012 en 11 augustus 2011 in de gemeente Heerlen deze handelingen zou hebben verricht. Tijdens de zitting op 2 april 2014 werd echter duidelijk dat de tenlastelegging onvoldoende was geconcretiseerd. De rechtbank stelde vast dat geen enkele afbeelding in de tenlastelegging was benoemd of beschreven, wat in strijd is met de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad en andere gerechtshoven, waarin werd benadrukt dat het Openbaar Ministerie bij het bezit van grote hoeveelheden kinderporno duidelijk moet maken welke afzonderlijke strafbare feiten op de aangetroffen afbeeldingen zijn geïdentificeerd. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging niet voldeed aan de vereisten en dat de dagvaarding daarom nietig moest worden verklaard. Hierdoor kwam de rechtbank niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak, zoals verzocht door de verdediging.