Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift, inhoudende hoger beroep tegen de beschikking van de rechter-commissaris in faillissementen van 3 maart 2014 op grond van artikel 67 van de Faillissementswet (Fw), bij deze rechtbank binnengekomen gekomen op 25 maart 2014,
- de reactie ‘verweerschrift’ van de curator ingekomen op 12 mei 2014,
- de reactie van de rechter-commissaris per e-mailbericht ontvangen op 15 mei 2014,
- de mondelinge behandeling op 20 mei 2014.
2.De feiten
3.De beoordeling
het spaarfaillissement (…) niet langer te gedogen”. De rechter-commissaris heeft op de brief aangetekend: “
Voortzetting spaarfaillissement heeft geen zin meer. Er dient overgegaan te worden tot afwikkeling van het faillissement.”voorzien van dagtekening en haar paraaf.
“Ik handhaaf mijn beslissing zoals verwoord in de beschikking van 3 maart 2014. Hetgeen hier anders tegenaan gevoerd is, maakt mijn beslissing niet anders.”