ECLI:NL:RBLIM:2014:6035
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 april 2014 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft deze beschikking verleend op verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, die op 5 maart 2014 een verzoekschrift tot machtiging uithuisplaatsing indiende. De ouders van [minderjarige] zijn niet ter zitting verschenen, maar de vader heeft wel aangegeven het verzoek te steunen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds 22 november 2011 onder toezicht staat van de stichting en dat er eerder al een machtiging tot uithuisplaatsing was verleend tot 29 juli 2014.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de noodzaak van de uithuisplaatsing in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. De stichting heeft toegelicht dat het de bedoeling is dat [minderjarige] doordeweeks verblijft in een zorgaanbieder voor geïndiceerde jeugdzorg en in het weekend bij een pleeggezin. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is en dat het verzoek van de stichting in lijn is met eerdere beslissingen. De kinderrechter heeft de machtiging verleend met ingang van 10 april 2014, waarbij de uithuisplaatsing van maandag tot en met vrijdag plaatsvindt in een zorgaanbieder en daarna op een kamer voor de resterende duur van de ondertoezichtstelling tot 29 juli 2014.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ouders hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De kinderrechter heeft benadrukt dat de bij de eerdere beschikking verleende machtiging tot uithuisplaatsing van kracht blijft voor het verblijf van [minderjarige] bij de pleegouders in het weekend.