In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 18 augustus 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], een farmaceutisch manager, en haar werkgever, ISV (EUROPE) B.V. h.o.d.n. Apotheek Vita Natura. [Eiseres] was sinds 1 maart 2007 in dienst bij Vita Natura, maar werd op 3 juni 2014 op staande voet ontslagen. Dit ontslag volgde na een brief van [eiseres] en drie collega’s waarin zij problemen met apotheker [naam apotheker] aankaartten. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet onverwijld was gegeven, omdat de werkgever op de hoogte was van de inhoud van de brief en pas maanden later tot ontslag overging. Hierdoor was niet voldoende aannemelijk dat het ontslag in een bodemprocedure stand zou houden. De kantonrechter heeft [eiseres] in het gelijk gesteld en Vita Natura veroordeeld tot doorbetaling van het loon vanaf 3 juni 2014 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd. Daarnaast werd Vita Natura veroordeeld in de proceskosten van [eiseres]. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.