ECLI:NL:RBLIM:2014:777

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 januari 2014
Publicatiedatum
29 januari 2014
Zaaknummer
03/700272-13
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging met verkrachting en wapenbezit

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 27 januari 2014 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van bedreiging met verkrachting en wapenbezit. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 1 februari 2013 vier dreigende sms-berichten had gestuurd naar [slachtoffer 1], waarin hij haar bedreigde met verkrachting en zware mishandeling. Daarnaast had hij op 16 april 2013 ook [slachtoffer 2] bedreigd met soortgelijke sms-berichten. De bedreigingen waren zo ernstig dat ze bij de slachtoffers angst en gevoelens van onveiligheid veroorzaakten. De rechtbank achtte de bedreigingen bewezen op basis van de aangiften van de slachtoffers en de bekennende verklaring van de verdachte. Tevens werd vastgesteld dat de verdachte in het bezit was van een alarmpistool en munitie, wat in strijd was met de Wet wapens en munitie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet eerder was veroordeeld en dat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid opheffen. De vordering van de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], tot schadevergoeding werd ook toegewezen. De rechtbank legde de verdachte de verplichting op om de schadevergoeding aan de slachtoffers te betalen, inclusief wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/700272-13
Datum uitspraak : 27 januari 2014
Tegenspraak
Vonnis van de Rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres 1],
Raadsman is mr. C.M.G.M. Raafs, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Het onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 13 januari 2014.
De rechtbank heeft op 13 januari 2014 gehoord: de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.

2.De tenlastelegging

De verdachte staat terecht ter zake dat:
1.
hij op of omstreeks 01 februari 2013 in de gemeente Maastricht
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met verkrachting en/of met feitelijke aanranding
van de eerbaarheid en/of enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met
zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend aan die [slachtoffer 1] vier, in elk geval
een of meer sms-berichten gestuurd, terwijl de inhoud van die/dat
sms-bericht(en) ter kennis van die [slachtoffer 1] is gekomen, waarin (onder meer)
vermeld stond:
"Goedemorgen, [voornaam slachtoffer 1] het spijt me dat ik het je via smsjes moet laten weten maar
je hebt een probleem, hoe groot het probleem is heb je zelf in de hand!! Ik
zag je een tijdje terug naar binnen gaan in een woning aan de [adres 2]
, ik wist toen gelijk deze meid moet en zal ik een keer plat
krijgen, dus heb gelijk een paar makkers van me "op je gezet" zij hebben voor
me wat dingen over jou uitgezicht, en ze gaven aan dat ze jou ook wel eens een
beurt willen geven!! TO THE POINT [voornaam slachtoffer 1]!!! Zoals ik al eerder aangaf heb je
zelf in de hand hoe groot je probleem is!! Mijn maten en ik zijn erg close,
gaan voor mekaar door het vuur en hebben ook diep respect voor elkaar, ik hoef
maar Ix aan te geven laat [voornaam slachtoffer 1] met rust en ze zullen je met rust laten,
MAAR als ze merken datje me bv hebt proberen te fucken zullen ze je opwachten
in elkaar rammen, verkrachten en ergens dumpen als een smerig stuk vuil"
en/of
"A: ik doe je een voorstel [voornaam slachtoffer 1], je hebt Ix een sexdate met me (safe sex)
gewoon 1 uurtje op jouw kamer, daarna zal ik je met rust laten en van mijn
maten zul je ook geen last hebben daar geef ik je mijn erewoord op, en als ik
iemand mijn woord geef dan staat dat ook, zoiets is nl heilig bij ons soort
volk! MAAR [voornaam slachtoffer 1] mocht je met iemand over deze smsjes praten of je gaat ermee
naar de wouten of er zou mij iets gebeuren dan breekt de oorlog uit, dan word
je niet alleen het middelpunt van een groepsverkrachting maar zullen ze ook
je mooie lichaam en knappe gezichtje met messen bewerken, je helemaal
verminken, en daarna nog een paar kogels door je knieeen schieten zodat je
nooit meer kunt lopen, ook hier geef ik mijn erewoord op, PAS OP [voornaam slachtoffer 1] DONT
FUCK WITH ME!* Mocht je soms twijfelen aan mijn bedoelingen kijk dan in je
brievenbus, dit zijn slechts copyen de echte speeltjes krijg je als je me
belazerd!"
en/of
"B: Ik geef je precies 1 week om me terug te smsen, heb ik dan nog niets vanje
vernomen ga ik er van uit dat je NIET accoord gaat met mijn voorstel en
krijgen mijn maten de vrije hand om met jou te doen wat ze maar willen, dan
zal je leven een hel worden!! Ga je wel accoord dan zal binnenkort ome Klaas
(een soort van Godfather voor ons) contact met je op nemen en bij jou thuis
eea komen doorspreken en de situatie ter plekke bekijken, pas als ome klaas
alles ok vind volgt onze definitieve afspraak, mocht ome klaas het niet
vertrouwen gaat onze sexdate niet door en ben je voor mijn maten! Dus [voornaam slachtoffer 1] ben
een slimme meid zorg dat ome klaas je niet "afkeurt" heb daarna gewoon je date
met mij, zo erg zal het toch niet zijn om me te pijpen, dan op je rug te gaan
de benen spreiden en me lekker te laten klaarkomen, dan mijn lul nog een keer
hard maken en er lekker op te gaan zitten met je kutje EN alles sexsafe!"
en/of
"C: Zo [voornaam slachtoffer 1] dit is voorlopig de laatste sms, als je me smst voor accoord hou
er dan rekening mee dat mijn maten weten wanneer en hoe laat ome klaas of ik
bij je zijn, mocht ik ze niet binnen vier uur terug bellen, en er gebeurd iets
met ome klaas of mij dan zul je een pijnlijke dood sterven!! Maar je lijkt me
een slimme meid die de goede keuze zal maken, zet je verstand 1 uurtje op 0 en
ga daarna verder met je studentenleventje! Je krijgt binnenkort nog een
pakketje thuisgestuurd, bewaar het voor onze date, bewaar de rekening ik
betaal schat Als je het 06nummer wil van een studente die je voor ging dat
kan, MAAR ALS WIJ DAN SEX HEBBEN WORDT HET ZONDER CONDOOM. Zo nu is het verder
aan jou. Ik wacht rustig af je hebt een week bedenktijd vanaf nu, mocht je
niet of negatief reageren of me na alle waarschuwingen toch nog willen fucken
zou ik niet graag in jouw schoenen staan, dus tot snel geil sletje van me!",
in elk geval woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
en/of
(daarbij) een envelop inhoudende een of meer foto's van steekwapens en/of op
vuurwapens gelijkende voorwerpen in de brievenbus van die [slachtoffer 1] heeft
gedeponeerd,
terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied;
2.
hij in of omstreeks de periode van 2 april 2013 tot en met 3 april 2013 in de
gemeente Maastricht
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met verkrachting en/of met feitelijke
aanranding van de eerbaarheid en/of enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend aan die [slachtoffer 2] vier, in elk
geval een of meer sms-berichten gestuurd, terwijl de inhoud van die/dat
sms-bericht(en) ter kennis van die [slachtoffer 2] is/zijn gekomen, waarin (onder
meer) vermeld stond:
"He [voornaam slachtoffer 2] goedemorgen, ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen !! Mijn
maten en ik gaan 2 van je vriendinnen van [afkorting naam] laten genieten van een lekkere
groepsverkrachting met de daarbij behorende mishandelingen en vernederingen, ze
krijgen ook 2 mooie grote littekens op iedere wang nl: [afkorting naam] Dat gaat gebeuren
over 8dagen? over 3weken? 5maanden? of misschien pas in 2014, maar het gebeurd
!! De Ie gelukkige zal [voornaam 1] zijn of [voornaam 2] of toch maar [voornaam 3] of????
maar het gebeuren, 0 ja we schieten ook nog hun knieen kapot, let maar eens op
je post deze week ! De enige die dat kan voorkomen ben jij [voornaam slachtoffer 2] ! HOE?? Een
van de leiders van onze bende wordt 50 jaar, hij ziet dan "abraham", wij gaan
abraham verrassen met een [voornaam slachtoffer 2] JIJ [voornaam slachtoffer 2], ik denk dat je het wel begint te
snappen, jij [voornaam slachtoffer 2] mag 2uurtjes onze abraham verwennen, dat is ons kado voor
hem, de rest lees je wel in het volgende smsje !!!!"
en/of
"We geven jou een datum, tijd en locatie door waar we je verwchten !!!! Je mag
ons feestvarken daar eens lekker verwennen, we doen alsof je een studente bent
die op deze manier iets extra bijverdiend !!!! Zoals ik al zij je MAG hem 2
heerlijke uurtjes bezorgen, LET GOED OP NU !!!! Denk even aan wat die arme
studiegenootjes van je staat te wachten als jij weigerd of niet goed
presteert, ze krijgen natuurlijk wel te horen waarom ze zo toegetakeld
geworden zijn en dat ze dat aan jouw preutsheid (als je weigerd) of aan je
slecht gedrag (als je je mond voorbij hebt gepraat) te danken hebben! ! ! !
!!! Als jij bij abraham op de hotelkamer komt drink je eerst wat met hem, je
MAG dan met hem tongen, dan MAG je jezelf voor hem ontkleden, je MAG zijn
bovenlichaam ontbloten en dan op je knieen gaan, en de rest uittrekken, hem
lekker pijpen als je dat wil doen, als je zijn lul lekker hard hebt MAG je op
bed liggen en dan"
en/of
"spreid je die mooie sexy beentjes van je en vraagt aan abraham of hij je hard
en diep IN JE KALE KUTJE wil neuken (SAFESEX) !! Als hij is klaargekomen zeg
je dat er nog genoeg tijd over is en vraag je of hij een massage wil of nog
een pijpbeurt of dat hij je wil beffen, na een half uur zeg je dat de tijd
erop zit, je trekt je aan geeft hem nog een lekkere tongzoen en loopt zonder
nog iets te zeggen de kamer uit!! (JE MAG DIT DOEN, HET MOET NIET) Nu kun je
terug naar huis, we laten jeverder met rust, MAAR [voornaam slachtoffer 2] MAAR mocht je er met
iemand over praten MET WIE DAN OOK! ouders, vriendinnen, je vriend (mocht je
die al hebben dan moeten we die misschien wel elemineren) dan krijg je
dezelfde behandeling als die 2 [naam] sletjes en misschien haal je zelfs in juli
je 21e verjaardag niet meer, dus, dont fuck with us!! 0 JA [voornaam slachtoffer 2] BIJ DE
POLITIE HEBBEN WE EEN MOL ZITTEN, DOE JE AANGIFTE WE KOMEN ER ZO ACHTER !!!!"
en/of
"Dus [voornaam slachtoffer 2], denk niet dat het een spelletje of zo is wij hebben in
maastricht toch wel een reputatie opgebouwd, en zullen en kunnen ZEER ZEER
geweldadig worden als het nodig is !!!!!! Je hebt dus de keuze uit 3 opties.
l:je werkt mee en gaat twee uur de jarige verwennen, daarna kun je gaan en
zullen we je NOOIT meer benaderen en we laten de [naam] sletjes ook met rust,
hier geven je ons erewoord op. en als ons soort volk zijn erewoord geeft dan
staat dat ook ! Kies je voor deze optie SMS ons dan BINNEN 1WEEK TERUG !!!
2:Je reageerd NIET, we zullen je NIET meer benaderen maar wel [naam] sletjes
onderhanden nemen, jij weet hoe en jij mag dan uitleg geven waarom ze zo
toegetakeld zijn, maar we laten jou met rust !!
3: Je reageerd WEL of NIET maar je hebt je mondje voorbij gepraat, dan pakken
we JOU en 2 van die sletten !! Het is nu aan jou, Hebben we binnen 1week niks
gehoord gaan we voor optie 2 !!"
in elk geval woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
en/of
(daarbij) een envelop inhoudende een of meer foto's van steekwapens en/of op
vuurwapens gelijkende voorwerpen op deurmat bij de algemene ingang van het
studentenhuis van die [slachtoffer 2] heeft achtergelaten,
terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied;
3.
hij op of omstreeks 16 april 2013 in de gemeente Maastricht en/of in de
gemeente Venlo, in elk geval in Nederland
- een alarmpistool (Bruni, ME 8 Police, 8mm kaliber), in elk geval een
(vuur)wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie III sub 4 van de Wet
Wapens en Munitie en/of
- een alarmpistool (Bruni, ME 8 Police, 8mm kaliber), in elk geval een
(vuur)wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie III sub 4 van de Wet
Wapens en Munitie
en/of
- (30) knalpatronen (kaliber 8 mm knal), in elk geval munitie in de zin van
artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet Wapens
en Munitie en/of
- (50) kogelpatronen (kaliber 9mm kort), in elk geval munitie in de zin van
artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet Wapens
en Munitie
voorhanden heeft gehad.
Tengevolge van een kennelijke verschrijving is in de tenlastelegging onder feit 2 in de eerste regel het jaartal 2013 weggevallen en is onder feit 2 vermeld ‘die [slachtoffer 1]’ in plaats van ‘die [slachtoffer 2]’. De rechtbank herstelt deze verschrijvingen. De verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

3.De voorvragen

Bij het onderzoek ter terechtzitting:
  • is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
  • is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
  • zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan; de officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
  • zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
4.
De beoordeling van het bewijs [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder 1 en 2 tenlastegelegde bedreigingen bewezen. Hij heeft daartoe gewezen op de aangiften van mevrouw [slachtoffer 1] en mevrouw [slachtoffer 2], de bekennende verklaring van de verdachte en het onderzoek naar de telefoon van de verdachte.
Het onder 3 tenlastegelegde feit is eveneens bewezen, aldus de officier van justitie. Hij heeft daartoe gewezen op het aantreffen van de alarmpistolen. Eén van de pistolen werd aangetroffen op het woonadres van de verdachte en één op het werkadres van de verdachte. Hetzelfde geldt voor de knalpatronen. De officier van justitie heeft desgevraagd aangeduid dat het ad informandum feit betrekking heeft op twee imitatie wapens, op een bus pepperspray en op een dolk.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor alle ten laste gelegde feiten. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte op 16 april 2013 werd aangehouden, omdat hij werd verdacht van overtreding van artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht, zijnde belaging. Er bestond echter ten tijde van de aanhouding geen redelijk vermoeden van schuld jegens de verdachte ter zake van belaging, daar er geen sprake was van een bepaalde mate van stelselmatigheid en indringendheid. De aanhouding en de daaropvolgende inverzekeringstelling moeten daarom volgens hem onrechtmatig worden geacht. De raadsman stelt zich op het standpunt dat het gevolg van dit vormverzuim bewijsuitsluiting hoort te volgen van al het bewijs dat door en na de aanhouding en inverzekeringstelling is verkregen.
Voorts is de raadsman van mening dat in ieder geval het binnentreden zonder gebruik van een machtiging daartoe onrechtmatig is, evenals de daarop gevolgde doorzoeking. Binnentreden van een woning is zijn inziens slechts rechtmatig, indien de politieambtenaren zich legitimeren en de reden van hun komst mededelen. Dat de politieambtenaren zich hebben gelegitimeerd en de reden van komst hebben medegedeeld blijkt niet uit het proces-verbaal. Er kan dan ook niet geverifieerd worden wat de politie tegen de zoon van de verdachte heeft verteld op grond waarvan de zoon toestemming heeft gegeven om de woning te betreden. De raadsman stelt zich op het standpunt dat het binnentreden niet rechtmatig is geschied en dat de politieambtenaren aldus gebruik hadden moeten maken van een machtiging tot binnentreden, die wel voorhanden was, maar ten onrechte op de verdenking van belaging is gebaseerd en waarvan uitdrukkelijk is vermeld dat deze niet is gebruikt.
Er bestaan eveneens twijfels omtrent de rechtmatigheid van het doorzoeken van de woning van de verdachte. In het dossier bevindt zich weliswaar een proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming, doch ontbreekt het aan bescheiden waaruit blijkt dat de officier van justitie bij de rechter-commissaris op grond van artikel 110 van het Wetboek van Strafvordering een doorzoeking in de woning van de verdachte heeft gevorderd en op welke gronden deze vordering tot doorzoeking berust.
Tenslotte is het doorzoeken van de kluisjes eveneens onrechtmatig. Verdachte heeft geen toestemming gegeven voor doorzoeking van de kluisjes. De verdachte heeft alleen tegen verbalisanten gezegd dat ze konden gaan kijken bij de kluisjes.
Concluderend stelt de raadsman zich op het standpunt dat de aanhouding, de inverzekeringstelling, het binnentreden in de woning en de doorzoeking van zowel de woning als de kluisjes onrechtmatig moeten worden geacht, zodat alle bewijzen die daardoor en als gevolg daarvan verkregen zijn, niet tot het bewijs gebezigd mogen worden. Er resteert vervolgens onvoldoende bewijs voor de tenlastegelegde feiten. De verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken.
Met betrekking tot het onder 3 tenlastegelegde stelt de raadsman zich op het standpunt dat nu de inbeslaggenomen voorwerpen zijn vernietigd, de verdediging ondanks verzoek daartoe niet meer in staat zal zijn om een tegenonderzoek te laten verrichten, terwijl de resultaten van het door de politie verrichte onderzoek uitdrukkelijk worden betwist. De verdediging is dan ook ernstig in haar belangen geschaad. De schending van het voorschrift, het beschikbaar houden van de voorwerpen om contra-expertise mogelijk te maken, is bovendien ernstig en kan maar tot één conclusie leiden: bewijsuitsluiting. Het gevolg van de bewijsuitsluiting is dat er onvoldoende bewijs resteert voor het derde feit, zodat de verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken.
Subsidiair heeft de raadsman zich met betrekking tot het onder 3 tenlastegelegde feit op het standpunt gesteld dat er evenzeer onvoldoende wettig en met name onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de politieambtenaar die de wapens heeft onderzocht stelt dat het wapens zijn in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie III, sub 4 van de Wet wapens en munitie, maar uit de uitspraak van de rechtbank te Assen d.d. 4 juli 2008 blijkt dat volgens een andere expert, de Bruni ME 8 Police Kaliber 8 mm een wapen is in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie III, sub 1. Een wapenonderzoek naar hetzelfde voorwerp, uitgevoerd door twee verschillende wapenexperts binnen de politieorganisatie, met twee verschillende uitkomsten. Gelet hierop, concludeert de raadsman dat het onderzoek naar de gestelde wapens en munitie niet voldoende betrouwbaar is geschied en dat er onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden is.
4.3
Het oordeel van de rechtbankDe rechtbank gaat voorbij aan het verweer dat er ten tijde van de aanhouding van de verdachte geen redelijk vermoeden van schuld bestond. De rechtbank is van oordeel dat de ten tijde van de aanhouding bij de politie bekende gegevens voldoende waren voor een redelijk vermoeden van schuld aan de zijde van verdachte ter zake feiten als bedoeld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. De rechter-commissaris heeft bij toetsing daarvan de inverzekeringstelling niet onrechtmatig geoordeeld. Het voorgaande staat er niet aan in de weg dat op basis van nader onderzoek daarna vervolgd wordt op grond van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank gaat eveneens voorbij aan het verweer van de raadsman, dat onrechtmatig in de woning is binnen getreden en dat de daarop gevolgde doorzoeking eveneens onrechtmatig was. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
In het dossier bevinden zich een proces-verbaal aanvraag doorzoeking van de politie, een aanvraag doorzoeking van de officier van justitie aan de rechter-commissaris en een beslissing van de rechter-commissaris. Op grond van de stukken in het dossier kan worden vastgesteld dat op 12 april 2013 een aanvraag doorzoeking ter inbeslagneming werd gedaan bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft op haar beurt de aanvraag doorzoeking bij de rechter-commissaris gedaan voor de woning [adres 1]. Op 16 april 2013 te 8:40 uur werd door verbalisant [verbalisant 1] bij de woning aangebeld. De voordeur van de flatwoning werd vervolgens elektrisch geopend en [verbalisant 1] begaf zich met twee andere politieambtenaren naar de woning. Bij de woning werd door verbalisant [verbalisant 1] aangebeld en hierop werd de deur geopend door de inwonende zoon. Verbalisant [verbalisant 1] legitimeerde zich als politieambtenaar en deelde het doel van zijn komst mede. De zoon deelde de verbalisant desgevraagd mede dat zijn vader vermoedelijk aan het wandelen was of dat hij naar zijn werk was. Hierop heeft de zoon, op verzoek van de verbalisant, telefonisch contact met zijn vader opgenomen. Nadat door de zoon op verzoek van [verbalisant 1] telefonisch contact was gelegd met verdachte, heeft verbalisant [verbalisant 1] telefonisch met de verdachte gesproken en medegedeeld dat hij van de politie was en dat hij in de woning van de verdachte was. Verbalisant [verbalisant 1] heeft de verdachte verzocht naar huis te komen. Op 16 april 2013 omstreeks 9:24 uur verscheen de rechter-commissaris ten behoeve van de doorzoeking van de woning. Op 16 april 2013 te 9:26 uur bevond verbalisant [verbalisant 2] zich buiten op straat voor het bovengenoemde flatgebouw. Om 9:27 uur kwam de verdachte ter plaatse. Hierop werd de verdachte door verbalisant [verbalisant 2] buiten heterdaad aangehouden ter zake bedreiging. Hierop begaf verbalisant [verbalisant 2] zich met de verdachte en de rechter-commissaris naar de woning van de verdachte. In het proces verbaal van doorzoeking van 4 juni 2014 wordt gerelateerd dat de doorzoeking ter inbeslagneming heeft plaatsgevonden op basis van een besluit daartoe van 15 april 2013. De doorzoeking heeft plaatsgevonden op grond van verdenking van bedreiging en/of belaging (meerdere malen) gepleegd in de periode van 1 februari 2013 tot en met 8 april 2013 met - naar de rechtbank begrijpt - mondelinge toestemming van de rechter-commissaris en deze toestemming is op 4 juni 2013 schriftelijk door de rechter-commissaris bevestigd. De rechter-commissaris is ook bij de doorzoeking van de woning aanwezig geweest.
Tijdens verhoor door de politie d.d. 16 april 2013 hebben de verbalisanten de verdachte gevraagd of hij toestemming gaf een onderzoek in te stellen naar de kledingkasten 6 en 17 van het bedrijf waar hij werkzaam was. De verdachte heeft geantwoord: “Ja, ga maar kijken.” Gelet op de vraagstelling kan het antwoord van verdachte moeilijk anders worden opgevat dan toestemming voor het instellen van een onderzoek in de kledingkasten. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte er niet van uit kon gaan dat de kledingkasten ten behoeve van het onderzoek door de politie niet zouden worden opengebroken, wanneer dit noodzakelijk zou blijken om toegang tot de inhoud van de kledingkasten te verkrijgen. Voorts is door de locatiemanager toestemming gegeven om deze bedrijfskastjes open te breken. Gelet op het vorenstaande is er geen onrechtmatigheid bij het binnentreden of de doorzoeking.
Met betrekking tot het onder 3 tenlastegelegde overweegt de rechtbank het volgende.
Doordat de inbeslaggenomen voorwerpen zijn vernietigd is het niet mogelijk om een contra-expertise uit te voeren. Vooropgesteld moet worden dat de eis van een eerlijke procesvoering kan meebrengen dat aan een verzoek tot het doen verrichten van een tegenonderzoek gevolg behoort te worden gegeven. Of zich zo een geval voordoet is afhankelijk van de omstandigheden van de desbetreffende zaak (vgl. HR 8 februari 2005, LJN AR7228LJN AR7228, NJ 2005/514NJ 2005/514, rov. 3.5). De opvatting dat de verdachte steeds recht heeft op een tegenonderzoek vindt geen steun vindt in het recht (vgl. HR 16 april 2013, LJN BZ7150, rov. 4.3). De onmogelijkheid om op gelijke wijze als het Openbaar Ministerie onderzoeksresultaten in het geding te brengen behoeft niet in de weg te staan – en staat in casu ook niet – aan een eerlijke procesvoering. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat van het onderzoek een proces-verbaal is opgemaakt waarin de aangetroffen voorwerpen nauwkeurig worden beschreven en waar duidelijke kleurenfoto’s van deze voorwerpen in zijn opgenomen. Bij dit oordeel heeft de rechtbank mede in aanmerking genomen het feit dat nimmer met zoveel woorden daadwerkelijk om een bepaald tegenonderzoek is verzocht. Zo is in het proces-verbaal van de terechtzitting van 26 juli 2013 weliswaar gerelateerd dat de raadsman een tegenonderzoek zou willen laten verrichten, maar een concreet verzoek tot onderzoek, gebaseerd op feiten die aanleiding zouden kunnen vormen voor een bepaald tegenonderzoek aan één of meer bepaalde in beslaggenomen wapens is zover bekend niet gedaan.
Tot slot overweegt de rechtbank met betrekking tot hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht met betrekking tot de betrouwbaarheid van het onderzoek naar het karakter van de onder de verdachte in beslag genomen wapens het volgende. De wapens zijn wellicht van dezelfde makelij en dragen mogelijk dezelfde type aanduiding als het wapen waar de uitspraak van de rechtbank te Assen van 4 juli 2008 betrekking op heeft. Dat deze wapens identiek zijn aan het wapen dat figureert in de uitspraak van de rechtbank te Assen is daarmee geen gegeven. Daarnaast moet worden bedacht dat bepaalde wapens door hun karakteristieke eigenschappen in meerder categorieën als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie kunnen worden ingedeeld.
Evenals de officier van justitie, komt de rechtbank tot de conclusie dat de feiten 1, 2 en 3 bewezen worden door:
feit 1:
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting [2] ;
- de aangifte door [slachtoffer 1] [3] ;
feit 2:
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting [4]
- de aangifte door [slachtoffer 2] [5] ;
- de aanvullende aangifte door [slachtoffer 2] [6] ;
feit 3:
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting [7] ;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2013 met bijlagen [8] ;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2013 met bijlagen [9] ;
- een proces-verbaal opgesteld door [verbalisant 3], eenheid Limburg, divisie Regionale Recherche, Forensische opsporing, expertise wapens, munitie en explosieven d.d. 24 april 2013 [10] .
De beslissing dat de bewezen te verklaren feiten door de verdachte zijn begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven vermelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
1.
op 1 februari 2013 in de gemeente Maastricht [slachtoffer 1] heeft bedreigd met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend aan [slachtoffer 1] vier sms-berichten gestuurd, terwijl de inhoud van die sms-berichten ter kennis van [slachtoffer 1] is gekomen, waarin vermeld stond:
"
Goedemorgen, [voornaam slachtoffer 1] het spijt me dat ik het je via smsjes moet laten weten maar
je hebt een probleem, hoe groot het probleem is heb je zelf in de hand!! Ik
zag je een tijdje terug naar binnen gaan in een woning aan de [adres 2]
, ik wist toen gelijk deze meid moet en zal ik een keer plat
krijgen, dus heb gelijk een paar makkers van me "op je gezet" zij hebben voor
me wat dingen over jou uitgezicht, en ze gaven aan dat ze jou ook wel eens een
beurt willen geven!! TO THE POINT [voornaam slachtoffer 1]!!! Zoals ik al eerder aangaf heb je
zelf in de hand hoe groot je probleem is!! Mijn maten en ik zijn erg close,
gaan voor mekaar door het vuur en hebben ook diep respect voor elkaar, ik hoef
maar Ix aan te geven laat [voornaam slachtoffer 1] met rust en ze zullen je met rust laten,
MAAR als ze merken datje me bv hebt proberen te fucken zullen ze je opwachten
in elkaar rammen, verkrachten en ergens dumpen als een smerig stuk vuil"
en
"
A: ik doe je een voorstel [voornaam slachtoffer 1], je hebt Ix een sexdate met me (safe sex)
gewoon 1 uurtje op jouw kamer, daarna zal ik je met rust laten en van mijn
maten zul je ook geen last hebben daar geef ik je mijn erewoord op, en als ik
iemand mijn woord geef dan staat dat ook, zoiets is nl heilig bij ons soort
volk! MAAR [voornaam slachtoffer 1] mocht je met iemand over deze smsjes praten of je gaat ermee
naar de wouten of er zou mij iets gebeuren dan breekt de oorlog uit, dan word
je niet alleen het middelpunt van een groepsverkrachting maar zullen ze ook
je mooie lichaam en knappe gezichtje met messen bewerken, je helemaal
verminken, en daarna nog een paar kogels door je knieeen schieten zodat je
nooit meer kunt lopen, ook hier geef ik mijn erewoord op, PAS OP [voornaam slachtoffer 1] DONT
FUCK WITH ME!* Mocht je soms twijfelen aan mijn bedoelingen kijk dan in je
brievenbus, dit zijn slechts copyen de echte speeltjes krijg je als je me
belazerd!"
en
"
B: Ik geef je precies 1 week om me terug te smsen, heb ik dan nog niets van je
vernomen ga ik er van uit dat je NIET accoord gaat met mijn voorstel en
krijgen mijn maten de vrije hand om met jou te doen wat ze maar willen, dan
zal je leven een hel worden!! Ga je wel accoord dan zal binnenkort ome Klaas
(een soort van Godfather voor ons) contact met je op nemen en bij jou thuis
eea komen doorspreken en de situatie ter plekke bekijken, pas als ome klaas
alles ok vind volgt onze definitieve afspraak, mocht ome klaas het niet
vertrouwen gaat onze sexdate niet door en ben je voor mijn maten! Dus [voornaam slachtoffer 1] ben
een slimme meid zorg dat ome klaas je niet "afkeurt" heb daarna gewoon je date
met mij, zo erg zal het toch niet zijn om me te pijpen, dan op je rug te gaan
de benen spreiden en me lekker te laten klaarkomen, dan mijn lul nog een keer
hard maken en er lekker op te gaan zitten met je kutje EN alles sexsafe!"
en
"
C: Zo [voornaam slachtoffer 1] dit is voorlopig de laatste sms, als je me smst voor accoord hou
er dan rekening mee dat mijn maten weten wanneer en hoe laat ome klaas of ik
bij je zijn, mocht ik ze niet binnen vier uur terug bellen, en er gebeurd iets
met ome klaas of mij dan zul je een pijnlijke dood sterven!! Maar je lijkt me
een slimme meid die de goede keuze zal maken, zet je verstand 1 uurtje op 0 en
ga daarna verder met je studentenleventje! Je krijgt binnenkort nog een
pakketje thuisgestuurd, bewaar het voor onze date, bewaar de rekening ik
betaal schat Als je het 06nummer wil van een studente die je voor ging dat
kan, MAAR ALS WIJ DAN SEX HEBBEN WORDT HET ZONDER CONDOOM. Zo nu is het verder
aan jou. Ik wacht rustig af je hebt een week bedenktijd vanaf nu, mocht je
niet of negatief reageren of me na alle waarschuwingen toch nog willen fucken
zou ik niet graag in jouw schoenen staan, dus tot snel geil sletje van me!",
en
daarbij een envelop, inhoudende foto's van steekwapens en op
vuurwapens gelijkende voorwerpen, in de brievenbus van [slachtoffer 1] heeft
gedeponeerd,
terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied;
2.
hij in de periode van 2 april 2013 tot en met 3 april 2013 in de gemeente Maastricht
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met verkrachting, met feitelijke
aanranding van de eerbaarheid, enig misdrijf tegen het leven gericht
en met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend aan [slachtoffer 2] vier sms-berichten gestuurd, terwijl de inhoud van die sms-berichten ter kennis van [slachtoffer 2] zijn gekomen, waarin vermeld stond:
"
He [voornaam slachtoffer 2] goedemorgen, ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen !! Mijn
maten en ik gaan 2 van je vriendinnen van [afkorting naam] laten genieten van een lekkere
groepsverkrachting met de daarbij behorende mishandelingen en vernederingen, ze
krijgen ook 2 mooie grote littekens op iedere wang nl: [afkorting naam] Dat gaat gebeuren
over 8dagen? over 3weken? 5maanden? of misschien pas in 2014, maar het gebeurd
!! De Ie gelukkige zal [voornaam 1] zijn of [voornaam 2] of toch maar [voornaam 3] of????
maar het gebeuren, 0 ja we schieten ook nog hun knieen kapot, let maar eens op
je post deze week ! De enige die dat kan voorkomen ben jij [voornaam slachtoffer 2] ! HOE?? Een
van de leiders van onze bende wordt 50 jaar, hij ziet dan "abraham", wij gaan
abraham verrassen met een [voornaam slachtoffer 2] JIJ [voornaam slachtoffer 2], ik denk dat je het wel begint te
snappen, jij [voornaam slachtoffer 2] mag 2uurtjes onze abraham verwennen, dat is ons kado voor
hem, de rest lees je wel in het volgende smsje !!!!"
en
"
We geven jou een datum, tijd en locatie door waar we je verwchten !!!! Je mag
ons feestvarken daar eens lekker verwennen, we doen alsof je een studente bent
die op deze manier iets extra bijverdiend !!!! Zoals ik al zij je MAG hem 2
heerlijke uurtjes bezorgen, LET GOED OP NU !!!! Denk even aan wat die arme
studiegenootjes van je staat te wachten als jij weigerd of niet goed
presteert, ze krijgen natuurlijk wel te horen waarom ze zo toegetakeld
geworden zijn en dat ze dat aan jouw preutsheid (als je weigerd) of aan je
slecht gedrag (als je je mond voorbij hebt gepraat) te danken hebben! ! ! !
!!! Als jij bij abraham op de hotelkamer komt drink je eerst wat met hem, je
MAG dan met hem tongen, dan MAG je jezelf voor hem ontkleden, je MAG zijn
bovenlichaam ontbloten en dan op je knieen gaan, en de rest uittrekken, hem
lekker pijpen als je dat wil doen, als je zijn lul lekker hard hebt MAG je op
bed liggen en dan"
en
"
spreid je die mooie sexy beentjes van je en vraagt aan abraham of hij je hard
en diep IN JE KALE KUTJE wil neuken (SAFESEX) !! Als hij is klaargekomen zeg
je dat er nog genoeg tijd over is en vraag je of hij een massage wil of nog
een pijpbeurt of dat hij je wil beffen, na een half uur zeg je dat de tijd
erop zit, je trekt je aan geeft hem nog een lekkere tongzoen en loopt zonder
nog iets te zeggen de kamer uit!! (JE MAG DIT DOEN, HET MOET NIET) Nu kun je
terug naar huis, we laten jeverder met rust, MAAR [voornaam slachtoffer 2] MAAR mocht je er met
iemand over praten MET WIE DAN OOK! ouders, vriendinnen, je vriend (mocht je
die al hebben dan moeten we die misschien wel elemineren) dan krijg je
dezelfde behandeling als die 2 [naam] sletjes en misschien haal je zelfs in juli
je 21e verjaardag niet meer, dus, dont fuck with us!! 0 JA [voornaam slachtoffer 2] BIJ DE
POLITIE HEBBEN WE EEN MOL ZITTEN, DOE JE AANGIFTE WE KOMEN ER ZO ACHTER !!!!"
en
"
Dus [voornaam slachtoffer 2], denk niet dat het een spelletje of zo is wij hebben in
maastricht toch wel een reputatie opgebouwd, en zullen en kunnen ZEER ZEER
geweldadig worden als het nodig is !!!!!! Je hebt dus de keuze uit 3 opties.
l:je werkt mee en gaat twee uur de jarige verwennen, daarna kun je gaan en
zullen we je NOOIT meer benaderen en we laten de [naam] sletjes ook met rust,
hier geven je ons erewoord op. en als ons soort volk zijn erewoord geeft dan
staat dat ook ! Kies je voor deze optie SMS ons dan BINNEN 1WEEK TERUG !!!
2:Je reageerd NIET, we zullen je NIET meer benaderen maar wel [naam] sletjes
onderhanden nemen, jij weet hoe en jij mag dan uitleg geven waarom ze zo
toegetakeld zijn, maar we laten jou met rust !!
3: Je reageerd WEL of NIET maar je hebt je mondje voorbij gepraat, dan pakken
we JOU en 2 van die sletten !! Het is nu aan jou, Hebben we binnen 1week niks
gehoord gaan we voor optie 2 !!"
en
daarbij een envelop inhoudende foto's van steekwapens en op vuurwapens gelijkende voorwerpen op deurmat bij de algemene ingang van het studentenhuis van [slachtoffer 2] heeft achtergelaten,
terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied;
3.
hij op 16 april 2013 in de gemeente Maastricht of in de gemeente Venlo
- een alarmpistool (Bruni, ME 8 Police, 8mm kaliber),
- een alarmpistool (Bruni, ME 8 Police, 8mm kaliber),
- 30 knalpatronen (kaliber 8 mm knal)
en
- 50 kogelpatronen (kaliber 9mm kort)
voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie

5.1
De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde is strafbaar, met uitzondering van het voorhanden hebben van 30 knalpatronen, aangezien deze patronen niet geschikt zijn om afgeschoten te worden door middel van een
vuurwapen en zodat het geen munitie betreft als omschreven in artikel 1 sub 4e van de Wet wapens en munitie. Ten aanzien van het voorhanden hebben van deze knalpatronen zal de verdachte worden ontslagen van rechtsvervolging.
5.2
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde, voor zover althans het strafbare feiten betreft, levert op de navolgende misdrijven:
feit 1:
bedreiging met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt;
feit 2:
bedreiging met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt;
feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen
gepleegd.
De feiten onder 1. en 2. zijn strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.
De feiten onder 3. zijn strafbaar gesteld bij artikel 26 juncto artikel 55 van de Wet wapens en munitie.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde, voor zover althans het strafbare feiten betreft, nu geen omstandigheid aannemelijk is geworden die verdachtes strafbaarheid opheft.

7.Deopleggingvanstrafenmaatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, waarvan tien maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van reclasseringstoezicht. Aan dit reclasseringstoezicht dienen een meldingsgebod en een ambulante behandeling als bijzondere voorwaarden te worden verbonden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen waarvan de duur gelijk is aan de duur van het voorarrest. Subsidiair heeft de raadsman bepleit om aan verdachte een bijkomende, geheel voorwaardelijke, werkstraf op te leggen. De raadsman heeft in het bijzonder gewezen op het feit dat de verdachte niet eerder voor enig strafbaar feit werd veroordeeld.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft telkens vier dreigende smsjes aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gestuurd en een envelop, inhoudende foto's van steekwapens en op vuurwapens gelijkende voorwerpen in de brievenbus van [slachtoffer 1] gedeponeerd en op de deurmat bij de algemene ingang van het studentenhuis van [slachtoffer 2] achtergelaten.
Dit heeft bij [slachtoffer 1] en bij [slachtoffer 2] geleid tot angst en gevoelens van onveiligheid. Hun leefwereld en hun bewegingsvrijheid werden ernstig beperkt en werd ernstig aangetast door toedoen van de verdachte. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
Gelet op de ernst van de onder 1. en 2. bewezenverklaarde feiten is de rechtbank van oordeel dat uit het oogpunt van vergelding en generale preventie een gevangenisstraf de enige passende sanctie is. Bij het bepalen van de strafmaat zal de rechtbank rekening houden met de omstandigheid dat de verdachte niet eerder is veroordeeld. Gelet op de omstandigheid dat de verdachte ‘
first offender’is zal de rechtbank van een gedeelte van de op te leggen gevangenisstraf bepalen dat deze voorwaardelijk niet zal worden ten uitvoer gelegd. Tevens is het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf bedoeld als speciale preventie: om herhaling door de verdachte te voorkomen. Met de oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf wordt derhalve enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en anderzijds wordt de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen dat strafbare feiten worden gepleegd.
Alles overwegende komt de rechtbank tot het oordeel dat een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren moet worden opgelegd.
Met betrekking tot de ernst van het bewezenverklaarde heeft de rechtbank mede gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank ten bezware van de verdachte rekening gehouden met het feit dat de verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan de strafbare feiten:
700272-13 16 december 2013, Maastricht, voorhanden hebben van twee veerdrukwapens in de vorm van een pistool die qua vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met een vuurwapen merk Beretta, type Tomcat 3022 en daardoor voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn (Wet wapens en munitie categorie IV onder 4e jct. artikel 3 onder a. van de Regeling wet wapens en munitie).
Deze feiten zijn ad informandum gevoegd.
De verdachte heeft deze feiten, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid jct. 13 eerste lid van de Wet wapens en munitie, bekend te hebben begaan.
Naar de inhoud van het busje met het opschrift ‘CS-GAS PARALISANT’ is geen onderzoek gedaan, zodat niet vast staat dat het voorwerp geschikt is personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende of met soortgelijke stoffen te treffen. Of het voorhanden hebben van dit voorwerp een strafbaar feit is staat niet vast. Ook staat niet vast dat het voorhanden hebben van het onder de verdachte in beslag genomen dolkmes een strafbaar feit is. Het dolkmes kan worden aangemerkt als blank wapen, waarvan het lemmet meer dan één snijkant heeft. Dit wapen valt aldus onder de in categorie IV onder 1e van de Wet wapens en munitie bedoelde wapens. Het enkele voorhanden hebben van een dergelijk wapen is echter geen strafbaar feit. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank met deze feiten, die eveneens ad informandum zijn gevoegd en ten aanzien waarvan de verdachte heeft bekend deze te hebben begaan, om voormelde redenen geen rekening gehouden.

8.De benadeelde partij

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]
Door haar vordering tot vergoeding van schade heeft [slachtoffer 1] zich als partij gevoegd in het geding. Zij vordert inzake het tenlastegelegde onder 1. een vergoeding van € 808,48, dat bedrag te verhogen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadetoebrengende feit.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering en gevorderd daarbij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De raadsman heeft inzake deze vordering van de benadeelde partij primair betoogd dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, aangezien de vordering niet van zodanige aard is dat deze zich leent voor behandeling in het strafgeding. De vordering dient volgens de raadsman in ieder geval te worden afgewezen.
Subsidiair heeft de raadsman heeft zich inzake de materiële schade op het standpunt gesteld dat niet duidelijk is wat zich op 21 augustus 2013 op de rechtbank heeft voorgedaan op grond waarvan voor een reis op die dag een reiskostenvergoeding aan [slachtoffer 1] zou toekomen. Het verband met het tenlastegelegde feit en het gevorderde bedrag van € 39,11 wegens reiskosten op die dag is niet inzichtelijk. De vordering moet op dit punt worden afgewezen.
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde [slachtoffer 1] door het bewezen te verklaren strafbare feit onder 1. rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht. Het gevorderde bedrag inzake immateriële schade van € 750,00 komt de rechtbank niet onbillijk voor en zal door de rechtbank geheel worden toegewezen. De rechtbank verwijst daartoe naar het bepaalde in artikel 6:106, eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek.
Het gevorderde bedrag aan materiële schade van € 58,48, bestaande uit reiskosten, zal de rechtbank eveneens geheel toewijzen. Het daarvan deel uitmakende, maar weersproken gedeelte van € 39,11 ziet blijkens de toelichting op reiskosten naar Maastricht voor het bijwonen van een overleg over het opstellen en onderbouwen van de vordering. Gelet op het bepaalde in artikel 6:96, tweede lid onder b van het Burgerlijk Wetboek, komen ook deze kosten voor vergoeding in aanmerking.
De rechtbank zal de vordering volledig toewijzen, inclusief de wettelijke rente, deze te berekenen over de periode vanaf 1 februari 2013 tot de dag van algehele voldoening. Naar het oordeel van de rechtbank is de hoogte van deze schade voldoende komen vast te staan. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
[slachtoffer 2]
Door haar vordering tot vergoeding van schade heeft [slachtoffer 2] zich als partij gevoegd in het geding. Zij vordert inzake het onder 2. tenlastegelegde een vergoeding van € 750,00, dat bedrag te verhogen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadetoebrengende feit.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering en gevorderd daarbij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De raadsman heeft inzake deze vordering van de benadeelde primair betoogd dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, aangezien de vordering niet van zodanige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De vordering dient volgens de raadsman in ieder geval te worden afgewezen.
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde [slachtoffer 2] door het bewezen te verklaren strafbare feit onder 2. rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Het gevorderde bedrag inzake immateriële schade van € 750,00 komt de rechtbank niet onbillijk voor en zal door de rechtbank geheel worden toegewezen. De rechtbank verwijst daartoe naar het bepaalde in artikel 6:106, eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek.
De rechtbank zal de vordering volledig toewijzen, inclusief de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 2 april 2013 tot de dag van algehele voldoening. Naar het oordeel van de rechtbank is de hoogte van deze schade voldoende komen vast te staan. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

9.Het beslag

De officier van justitie vordert de maatregel van onttrekking aan het verkeer van alle op de beslaglijst vermelde voorwerpen.
De raadsman verzoekt om teruggave aan de verdachte van een telefoon.
De rechtbank zal de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen op de beslaglijst onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het voorwerpen zijn die tot de onder 1. en 2. bewezenverklaarde feiten zijn vervaardigd of bestemd.
Met betrekking tot de onder de verdachte in beslag genomen telefoontoestel, zoals deze op de beslaglijst is vermeld, acht de rechtbank geen termen aanwezig voor onttrekking aan het verkeer. Dit telefoontoestel kan niet in verband worden gebracht met de ten laste gelegde feiten. De rechtbank zal daarom gelasten dat het telefoontoestel zal worden teruggegeven aan degene onder wie dat toestel in beslag is genomen.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36b, 36c, 36f, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

11.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart het onder feit 3. tenlastegelegde voor zover het betreft voorhanden hebben van 30 knalpatronen niet strafbaar en ontslaat verdachte te dien aanzien van alle rechtsvervolging;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert, zoals hierboven onder 5.2 omschreven en verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Straffen
  • veroordeelt de verdachte tot
  • bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf van zes maanden niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter alsnog de tenuitvoerlegging daarvan gelast omdat de verdachte voor het einde van
    een proeftijd, welke wordt gesteld op drie jaren, de algemene voorwaarde heeft overtreden;
  • verstaat dat de wet als algemene voorwaarde stelt dat gedurende de proeftijd de verdachtezich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
  • bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van deze gevangenisstraf;
  • heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde [slachtoffer 1], [adres 3] te voldoen € 808,48 te vermeerderen met de wettelijke rente, deze rente te berekenen over de periode van 1 februari 2013 tot de dag van volledige voldoening;
  • veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde [slachtoffer 1] ten behoeve van dit geding, tot heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] voornoemd bedrag en de rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 16 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
  • verstaat dat door voldoening door de verdachte aan de benadeelde [slachtoffer 1] de verplichting tot betaling aan de staat vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde [slachtoffer 2], Om de [adres 4] te voldoen € 750,00 te vermeerderen met de wettelijke rente te, deze rente berekenen over de periode van 2 april 2013 tot de dag van volledige voldoening;
  • veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde [slachtoffer 2] ten behoeve van dit geding, tot heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] voornoemd bedrag en de rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 15 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
  • verstaat dat door voldoening door de verdachte aan de benadeelde [slachtoffer 2], de verplichting tot betaling aan de staat vervalt en omgekeerd;
Beslag
- verklaart aan het verkeer onttrokken de voorwerpen:
1 8 poststukken, 2194285
2 1 poststuk, 2193409
3 1 boek, 2193340 fotoboek;
- gelast de teruggave aan [verdachte], [adres 1] van het inbeslaggenomene, te weten: 1 gsm-telefoontoestel, kleur: zwart, merk Samsung (2198802).
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M. van Maanen Winters, voorzitter, mr. E.B.A. Ferwerda en mr. J. Claessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Berkers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 januari 2014.
Buiten staat
Mr. J. Claessens is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
parketnummer: 03/700272-13
proces-verbaal van de openbare terechtzitting van de enkelvoudige strafkamer van de rechtbank van 27 januari 2014 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres 1],
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan dit proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsman mr. C.M.G.M. Raafs, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

Voetnoten

1.De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering in de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie Limburg-Zuid opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2013033840 d.d. 10 juni 2013 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.
2.De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 januari 2014.
3.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 1 februari 2013, pagina 217 en 218.
4.De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 januari 2014.
5.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 2 april 2013, pagina 220 tot en met 222.
6.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 3 april 2013, pagina 223 en 224.
7.De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 januari 2014.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2013, pagina 247 tot en met 252.
9.Het proces-verbaal van bevingen d.d. 16 april 2013, pagina 253 tot en met 261.
10.Een proces-verbaal opgesteld door divisie regionale recherche, eenheid Limburg, forensische opsporing, expertise wapens , munitie en explosieven, relaterende een onderzoek aan de op pagina 1 van dit proces-verbaal vermeldde voorwerpen, d.d. 24 april 2013.