Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan; de officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
De rechtbank gaat eveneens voorbij aan het verweer van de raadsman, dat onrechtmatig in de woning is binnen getreden en dat de daarop gevolgde doorzoeking eveneens onrechtmatig was. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Goedemorgen, [voornaam slachtoffer 1] het spijt me dat ik het je via smsjes moet laten weten maar
A: ik doe je een voorstel [voornaam slachtoffer 1], je hebt Ix een sexdate met me (safe sex)
B: Ik geef je precies 1 week om me terug te smsen, heb ik dan nog niets van je
C: Zo [voornaam slachtoffer 1] dit is voorlopig de laatste sms, als je me smst voor accoord hou
He [voornaam slachtoffer 2] goedemorgen, ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen !! Mijn
We geven jou een datum, tijd en locatie door waar we je verwchten !!!! Je mag
spreid je die mooie sexy beentjes van je en vraagt aan abraham of hij je hard
Dus [voornaam slachtoffer 2], denk niet dat het een spelletje of zo is wij hebben in
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
vuurwapen en zodat het geen munitie betreft als omschreven in artikel 1 sub 4e van de Wet wapens en munitie. Ten aanzien van het voorhanden hebben van deze knalpatronen zal de verdachte worden ontslagen van rechtsvervolging.
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Deopleggingvanstrafenmaatregel
first offender’is zal de rechtbank van een gedeelte van de op te leggen gevangenisstraf bepalen dat deze voorwaardelijk niet zal worden ten uitvoer gelegd. Tevens is het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf bedoeld als speciale preventie: om herhaling door de verdachte te voorkomen. Met de oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf wordt derhalve enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en anderzijds wordt de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen dat strafbare feiten worden gepleegd.
8.De benadeelde partij
9.Het beslag
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart het onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart het onder feit 3. tenlastegelegde voor zover het betreft voorhanden hebben van 30 knalpatronen niet strafbaar en ontslaat verdachte te dien aanzien van alle rechtsvervolging;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert, zoals hierboven onder 5.2 omschreven en verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf van zes maanden niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter alsnog de tenuitvoerlegging daarvan gelast omdat de verdachte voor het einde van
een proeftijd, welke wordt gesteld op drie jaren, de algemene voorwaarde heeft overtreden; - verstaat dat de wet als algemene voorwaarde stelt dat gedurende de proeftijd de verdachtezich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van deze gevangenisstraf;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde [slachtoffer 1] ten behoeve van dit geding, tot heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] voornoemd bedrag en de rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 16 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- verstaat dat door voldoening door de verdachte aan de benadeelde [slachtoffer 1] de verplichting tot betaling aan de staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde [slachtoffer 2], Om de [adres 4] te voldoen € 750,00 te vermeerderen met de wettelijke rente te, deze rente berekenen over de periode van 2 april 2013 tot de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde [slachtoffer 2] ten behoeve van dit geding, tot heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] voornoemd bedrag en de rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 15 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- verstaat dat door voldoening door de verdachte aan de benadeelde [slachtoffer 2], de verplichting tot betaling aan de staat vervalt en omgekeerd;