Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding van 1 mei 2014
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vorderde Direct Pay Services B.V. betaling van een bedrag van € 111,96 van gedaagde, voortvloeiend uit een vermeende koopovereenkomst met Pleinshoppen B.V. voor de levering van twee stofzuigers. De kantonrechter te Maastricht heeft op 17 september 2014 geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen gedaagde en Pleinshoppen. De procedure begon met een dagvaarding op 1 mei 2014, gevolgd door schriftelijke stukken en een mondelinge behandeling. Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij nooit een koopovereenkomst is aangegaan. De kantonrechter oordeelde dat het aan Direct Pay was om te bewijzen dat gedaagde de koopovereenkomst had aanvaard, wat niet is gelukt. De kantonrechter concludeerde dat de vordering tot nakoming van Direct Pay niet kon slagen, omdat er geen bewijs was van de totstandkoming van de overeenkomst. De vordering werd afgewezen en Direct Pay werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 50,- werden begroot.