Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de vermeerdering van eis
- de mondelinge behandeling op 25 september 2014
- de pleitnota van [eiseres].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die op 1 oktober 2014 door de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde] betreffende de ontruiming van een woning. De partijen waren een gebruiksovereenkomst aangegaan waarbij [eiseres] haar woning aan [gedaagde] in gebruik gaf. Deze overeenkomst eindigde op 1 september 2014, maar [gedaagde] weigerde de woning te verlaten. [eiseres] vorderde in kort geding ontruiming van de woning, betaling van een boete en proceskosten. De voorzieningenrechter oordeelde dat [gedaagde] zonder recht of titel in de woning verbleef en dat er spoedeisend belang was bij de ontruiming, omdat de huidige bewoning de verkoopbaarheid van de woning negatief beïnvloedde. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe en stelde een termijn van 14 dagen voor de ontruiming vast. Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een boete van € 1.200,00 en de proceskosten. De rechter wees de gevorderde machtiging voor zelfuitvoering van de ontruiming af, omdat deze overbodig was. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.