Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiseres],
2.[eiser],
1.[gedaagde 1],
2.[gedaagde 2],
3.[gedaagde 3],
4.[gedaagde 4],
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- de door partijen toegezonden producties;
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser X];
- de pleitnota van [gedaagde Y];
- de pleitnota van [gedaagde Z].
2.Het geschil
3.De beoordeling
levering(cursivering door de voorzieningenrechter). Aan het voorkeursrecht kan [gedaagde Z] echter geen recht op levering ontlenen. Het voorkeursrecht geeft alleen maar het recht om als eerste met [gedaagde Y] te onderhandelen over de aankoop van het bewuste pand. Pas op het moment dat [gedaagde Y] en [gedaagde Z] vervolgens volledige overeenstemming hebben bereikt over de aankoop kan een koopovereenkomst tot stand komen waaraan [gedaagde Z] dan het recht op levering kan ontlenen; het recht van [gedaagde Z] is derhalve slechts een voorwaardelijk recht. Volgens [gedaagde Z] eigen stellingen is tussen hem en [gedaagde Y] op 11 augustus 2014 een koopovereenkomst tot stand gekomen door mondelinge aanvaarding door [gedaagde Y] van een bod van [gedaagde Z]. Daaruit volgt dat volgens de eigen stellingen van [gedaagde Z] pas op 11 augustus 2014 een recht op levering is ontstaan, voortvloeiend uit de toen tot stand gekomen overeenkomst. Nu het recht op levering waarop [eiser X] aanspraak maakt dateert van 9 juli 2014 en recht op levering waarop [gedaagde Z] aanspraak maakt dateert van 11 augustus 2014, gaat het recht op levering van [eiser X] in de verhouding tussen hem en [gedaagde Z] voor.
1.632,00;