ECLI:NL:RBLIM:2015:11048

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 november 2015
Publicatiedatum
24 december 2015
Zaaknummer
C03/199165/HA ZA 14-685
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling en uitvoering van een Research, Development and License Agreement tussen twee vennootschappen

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Maastricht Instruments B.V. (hierna: MI) betaling van CloudTag Active Ltd. (hierna: CloudTag) op basis van een Research, Development and License Agreement die op 31 december 2013 werd ondertekend. MI stelt dat CloudTag een bedrag van € 290.000,- verschuldigd is, bestaande uit een lump sum van € 100.000,- en € 190.000,- voor werk dat tot de beëindiging van de overeenkomst is verricht. CloudTag betwist deze vordering en stelt dat MI tekortgeschoten is in haar verplichtingen, waardoor zij geen recht heeft op betaling. De rechtbank behandelt de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk, waarbij de vraag centraal staat of CloudTag de overeenkomst rechtsgeldig heeft beëindigd en of MI haar verplichtingen is nagekomen. De rechtbank oordeelt dat CloudTag de lump sum van € 100.000,- verschuldigd is, maar dat MI moet bewijzen dat zij daadwerkelijk € 190.000,- aan kosten heeft gemaakt. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en draagt MI op om bewijs te leveren van de gewerkte uren en materiaalkosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/199165 HA ZA 14-685
Vonnis van 18 november 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAASTRICHT INSTRUMENTS B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
advocaat mr. drs. T.G.L.M. Meevis,
tegen
de vennootschap naar Engels recht
CLOUDTAG ACTIVE LTD.,
gevestigd te Radlett Herts (Engeland),
gedaagde in conventie, eiseres is reconventie,
advocaat mr. T. Ensink.
Partijen zullen hierna MI en CloudTag Active genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek tevens conclusie van antwoord in reconventie
  • de akte overlegging productie van MI
  • de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie
  • de akte overlegging producties in conventie en in reconventie tevens houdende wijziging van eis in reconventie van CloudTag
  • het bezwaar van MI tegen de eiswijziging.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
MI is actief op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van medische instrumenten en software. CloudTag ontwikkelt en verkoopt fitness instrumenten die de fysieke activiteit en bewegingen van atleten registreren.
2.2.
MI en CloudTag hebben op 31 december 2013 een Research, Development and License Agreement ondertekend (productie 3 bij dagvaarding, hierna te noemen: de overeenkomst) in het kader van de ontwikkeling van een activiteitenmonitor (het zogenoemde Gen-1 project). In de overeenkomst staat onder meer het volgende:
2.2.
The Parties agree to perform the Project on a reasonable business endeavor basis taking into account the actual status of knowledge in the scientific field concerned (hereafter “the Sate of the Art”). Notwithstanding the above, the Parties agree that, given ‘the State of the Art’, neither Party warrants the actual achievement of the aim of the Project or any particular Deliverable and neither Party shall be liable to the other for the absence thereof nor for any delay in the implementation or performance of the Project.
2.9.
Both Parties agree that due to dependencies on 3rd parties the due date of Deliverables detailed in the TA (Technical Annex, rb)
may be subject to change (…) The responsibility for aligning timelines and cooperation between Project partners lies with CloudTag.
4.1.
MI herewith grants to CloudTag a worldwide unrestricted non-exclusive royalty bearing right and license under MI Background pertinent to the Technology, which right and license includes the exclusive right to manufacture, have manufactured, promote, lease, rent, sell, resale, distribute, or otherwise make available directly or indirectly, through its distribution channels the Gen-1 Product for the Field of Use.
4.4.
As consideration for the license and the right granted in clause 4.1, CloudTag shall pay MI the following royalties:

a lump sum of EUR 150,000 (one hundred fifty thousand euro) to be paid in two instalments. The first instalment being EUR 100,000 (one hundred thousand euro) will be paid at the day of signing the Agreement. The remaining part of EUR 50,000 (fifty thousand euro) will be paid at the date of Product Certification of the Gen-1 Product. MI will send CloudTag invoices of the lump sum royalties due by CloudTag to MI and CloudTag will pay within sixty (60) days from the date of invoice.
7.1.
It is agreed upon by the Parties that CloudTag shall pay MI the fee of four hundred and thirty thousand Euros (430,000 EUR) for the execution of the project. These fees will be invoiced by MI to CloudTag per below Table 1.
Table 1 – Payment Schedule for the Project
Tentative
Date
Description
Amount
Add.
Features
Total
1stinstallment
TBD
Up-front non-recoverable fee
34,500 €
34,500 €
2nd
installment
Contract
Signature
Initial project fee
69,000 €
69,000 €
Installment
2a
Month 2
12-2013
Fee covering project capacity increase for development of additional features
32,000 € 1
32,000 €
3rd
installment
Month 5
03-2015
Delivery of 10x Field Test Samples (D2.2.1)
138,000 €
53,000 €
191,000 €
1 (…) The total investment for the additional features amounts 142,000 €. Of this amount, 85,000 € is covered by Cloudtag. The remaining 57,000 € is pre-financed by MI. (…)
7.3
MI’s invoices are due and payable within thirty (30) days after invoice date. In case of non- or late payment of any amount due by CloudTag, such amount shall bear interest at the rate of one per cent (1%) per month.
8.2.
Either Party may terminate this Agreement upon written notice to the other party with immediate effect in the following events:
(i) if one of the Parties is dissolved; or
(ii) if one of the Parties becomes or is declared insolvent or a petition in bankruptcy has been filed against it; or
(iii) if one of the Parties fails to comply with the obligations arising from the Agreement and, provided compliance is not permanently impossible, the compliance has not taken place within thirty (30) days of the defaulting party receiving a written request to comply.
8.3.
In case of early termination of this Agreement for one of the reasons mentioned in Article 8.2, CloudTag shall pay MI the amounts for the work performed by MI under this Agreement up to the date of termination and also all expenditure falling due for payment after the date of termination which arises from commitments reasonably and necessarily incurred by MI for the performance of this Agreement.
2.3.
Op de dag van ondertekening van de overeenkomst heeft MI € 100.000,- aan CloudTag gefactureerd en op 26 juni 2014 € 190.000,-. Beide facturen zijn onbetaald gebleven.
2.4.
MI en CloudTag hebben nog een overeenkomst gesloten. Dit in het kader van het zogenoemde Gen-2 project.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
MI vordert dat CloudTag bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld tot betaling van € 290.000,-, vermeerderd met de contractuele rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Volgens MI is CloudTag uit hoofde van artikel 4.4. van de overeenkomst de lump sum van € 100.000,- verschuldigd en, omdat CloudTag de overeenkomst heeft beëindigd, uit hoofde van artikel 8.3. de gemaakte kosten ad € 190.000,-.
3.2.
CloudTag voert het volgende verweer. MI heeft haar zorgplicht als goed opdrachtnemer geschonden en is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, zodat haar geen vordering toekomt. Bovendien is toewijzing van de vordering in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. MI heeft zich namelijk niet gehouden aan haar toezeggingen, is onkundig gebleken en heeft nog altijd geen werkend product geleverd. Daarbij komt dat CloudTag nooit een schriftelijke opzegging aan MI heeft verzonden en dus niets verschuldigdheid is op grond van artikel 8.3 van de overeenkomst. De lump sum ligt voorts niet voor toewijzing gereed omdat onduidelijk is waarop de licentie ziet en er betaald moet worden voor een licentie op een product dat nooit op de markt zal komen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
CloudTag vordert in eerste instantie een verklaring voor recht dat MI toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, een schadevergoeding, nader op te maken bij staat, en proces- en nakosten. Na alle conclusies heeft CloudTag haar eis gewijzigd in die zin dat ze ook een verklaring voor recht vordert dat MI is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de Gen-2 overeenkomst.
3.5.
MI ontkent dat zij is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst en verzet zich tegen de wijziging van eis, omdat het Gen-2 project niets met de vorderingen in onderhavige zaak van doen heeft, beoordeling van de eisvermeerdering een onredelijke vertraging van het proces tot gevolg heeft en de zaak onnodig compliceert.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze gezamenlijk behandelen.
Wijziging van eis
4.2.
Artikel 130 Rv bepaalt dat zolang geen eindvonnis is gewezen, eiser bevoegd is zijn eis of de gronden daarvan schriftelijk bij akte ter rolle te veranderen of te vermeerderen, tenzij de verandering of vermeerdering in strijd is met de eisen van een goede procesorde. De verandering van eis, die pas na alle conclusies is ingediend en die bovendien niet is gestoeld op de overeenkomst die het onderwerp is van dit geding, maar op een geheel andere overeenkomst, namelijk de Gen-2 overeenkomst, is daardoor in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Beoordeling van de gewijzigde eis zou nopen tot een nadere conclusiewisseling en daardoor leiden tot een te vermijden vertraging van het proces. De rechtbank zal de eis beoordelen zoals deze in de oorspronkelijke conclusie van eis in reconventie is gedaan.
Lump sum € 100.000,-
4.3.
De overeenkomst is niet geheel eenduidig wat betreft de datum van verschuldigdheid van € 100.000,- aan royalties. Er staat dat CloudTag aan MI een lump sum van € 100.000,- zal betalen die op de dag van ondertekening van de overeenkomst zal worden betaald maar ook dat MI van de lump sum een factuur zal sturen aan CloudTag die binnen 60 dagen betaald moet worden (artikel 4.4 van de overeenkomst, zie 2.2.). In de overeenkomst staan echter voor opeisbaarheid van de lump sum geen andere voorwaarden dan de ondertekening van de overeenkomst respectievelijk het verstrijken van 60 dagen na de factuurdatum en CloudTag heeft ook niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat in aanvulling op de overeenkomst zodanige voorwaarden zijn overeengekomen. CloudTag is aldus de lump sum verschuldigd en, nu zij daartegen geen verweer heeft gevoerd en deze door het enkele betalingsverzuim in ieder geval vanaf zestig dagen na de factuurdatum verschuldigd is, tevens de daarover verschuldigde contractuele rente vanaf 2 maart 2014. De rechtbank zal deze vordering derhalve toewijzen.
Overeenkomst beëindigd?
4.4.
In de e-mails van 14 mei 2014 van 13:49 en 16:42, die [naam] van CloudTag aan MI heeft gestuurd na een telefonisch overleg, staat dat partijen zijn overeengekomen dat het Gen-1 project zal worden beëindigd en dat CloudTag een officiële brief zal sturen met daarin de verklaring dat CloudTag de Gen-1 overeenkomst wil beëindigen (productie 21 bij conclusie van repliek). Deze brief is echter nooit gestuurd. De vraag is dan of CloudTag de overeenkomst wel of niet heeft beëindigd. Uit de stukken blijkt dat MI ervan uitging dat de overeenkomst geëindigd was. Zij heeft geen werkzaamheden meer verricht voor CloudTag en onder citering van het bepaalde in artikel 8.3. van de overeenkomst een eindfactuur opgesteld (productie 2 bij dagvaarding). Hierop is van de zijde van CloudTag, voor zover uit de stukken blijkt, niet gereageerd in die zin dat MI in een onjuiste veronderstelling verkeerde door aan te nemen dat de overeenkomst geëindigd was. Ook heeft CloudTag daarna kennelijk nooit meer geïnformeerd naar de voortgang van het project of MI aangemaand haar werk voort te zetten of iets dergelijks. De rechtbank oordeelt daarom dat, zo de e-mail van [naam] al niet kan worden opgevat als een schriftelijke opzegging, MI er in ieder geval gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de overeenkomst geëindigd was door de daarop gerichte wilsverklaring van CloudTag, dat wil zeggen door ‘termination’ van de zijde van Cloudtag als bedoeld in artikel 8.3. De rechtbank passeert derhalve het verweer van CloudTag. Nu CloudTag voorts niet heeft aangevoerd dat niet aan de voorwaarden van artikel 8.3 is voldaan, moet zij in beginsel de bedragen voor het tot de beëindiging verrichte werk betalen aan MI.
Goed opdrachtnemer/wanprestatie/redelijkheid en billijkheid
4.5.
Dat MI niet als goed opdrachtnemer heeft gehandeld of is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, zodat haar geen vergoeding toekomt en zij in tegendeel schadeplichtig is, kan niet in rechte worden vastgesteld. MI betwist namelijk deze stellingen van CloudTag en CloudTag heeft vervolgens geen stukken in het geding gebracht die haar stellingen onderbouwen, of daarvan voldoende specifiek bewijs aangeboden. Bovendien, reeds uit de verwijzing in artikel 8.3. naar de redenen van beëindiging in artikel 8.2. als voorwaarde voor (voortbestaan van) de betalingsverplichting van CloudTag volgt dat partijen hebben voorzien dat zelfs als MI aan enige verplichting niet zou voldoen, de betalingsverplichting van CloudTag niet zou vervallen (artikel 8.2. onder iii).
4.6.
Het beroep van CloudTag op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid passeert de rechtbank. Weliswaar is het project niet afgerond, maar dat is geen omstandigheid die aan de verplichting van CloudTag afdoet. In artikel 2.2. van de overeenkomst hebben MI en CloudTag immers de mogelijkheid voorzien dat nooit een eindproduct opgeleverd zou worden, zonder dan ook afspraken te maken over de gevolgen die dat zou hebben voor de omvang van de betalingsverplichting van CloudTag aan MI. De rechtbank zal de vordering in reconventie derhalve afwijzen en CloudTag in conventie veroordelen tot betaling van de bedragen voor het tot de beëindiging verrichte werk. De vraag is dan wat die bedragen zijn.
Verschuldigdheid € 190.000,-
4.7.
In productie 11 staat hoe MI de verschuldigdheid van de € 190.000,- heeft berekend, namelijk: 3.515 manuren à € 100,- per uur (= € 351.500,-) + € 31.686,18 aan materiaalkosten - de door MI bij te dragen € 57.000,- (zie artikel 7.1 van de overeenkomst) - € 135.500 aan reeds ontvangen betaling van CloudTag = € 196.686,18. Dit laatste bedrag is door MI afgerond naar € 190.000. Volgens CloudTag is het uurtarief nooit overeengekomen en is het niet redelijk dat MI een winstopslag hanteert. De gefactureerde manuren zijn volgens CloudTag buitenproportioneel zodat het ervoor moet worden gehouden dat die niet kloppen. Ten aanzien van de materiaalkosten heeft CloudTag zich erop beroepen dat deze niet zijn onderbouwd.
4.8.
Partijen zijn overeengekomen dat in het geval van beëindiging van de overeenkomst CloudTag
the amounts for the work performedaan MI verschuldigd is, oftewel hetgeen MI ook zonder beëindiging tot dat moment gewerkt en gedeclareerd zou hebben. Vast staat dat in de overeenkomst geen uurtarief is afgesproken. Dit brengt mee dat CloudTag op grond van artikel 7:405 BW een redelijk loon verschuldigd is en dat MI zo een loon dus mag factureren. De vraag is dan wat een redelijk loon is. CloudTag heeft volstaan met de stelling dat het niet redelijk is om een winstopslag te factureren. De rechtbank volgt CloudTag hierin niet. MI is een commerciële onderneming, derhalve een onderneming met winstoogmerk. Dit brengt per definitie mee dat MI de inzet van haar medewerkers voor derden aan die derden in rekening brengt, niet voor het bedrag die deze medewerkers haar zelf kosten, maar vermeerderd met een zekere opslag. Dat MI een winstopslag hanteert jegens CloudTag oordeelt de rechtbank dan ook redelijk. Dat het basistarief zonder winstopslag niet redelijk zou zijn, heeft CloudTag niet als verweer gevoerd. De rechtbank oordeelt derhalve dat het door MI gehanteerde uurtarief een redelijk loon vormt.
4.9.
MI heeft de in rekening gebrachte manuren eerst met een print screen van haar registratiesysteem (productie 25) en later met een gespecificeerde uitdraai uit haar registratiesysteem (productie 27) onderbouwd. MI heeft eveneens toegezegd dat CloudTag de registratie door een onafhankelijke accountant mag laten verifiëren. CloudTag heeft zich op het standpunt gesteld dat het niet aan haar is om de gegevens te laten verifiëren maar dat zulks geaudit zou moeten worden in het kader van een bewijsopdracht. CloudTag heeft verder aangevoerd dat er voor het gehele project 3.986 manuren beschikbaar waren waarvan volgens MI dus 3.515 uren al waren gewerkt op het moment van de beëindiging, zodat voor de rest van het project nog 471 manuren beschikbaar waren, terwijl het project echter nog lang niet af was.
4.10.
Vooralsnog kan de rechtbank, in aanmerking nemende het verweer van CloudTag, niet in rechte vaststellen dat MI 3.515 manuren heeft geïnvesteerd in het Gen-1 project tot het moment van beëindiging. Dit geldt tevens voor de volgens MI gemaakte materiaalkosten, die vooralsnog niet onderbouwd zijn. De rechtbank zal MI derhalve opdragen te bewijzen wat de hoogte van het aantal gewerkte manuren en de betaalde materiaalkosten in het kader van het Gen-1 project waren. De rechtbank zal de vordering voor het bewezen (lagere) aantal gewerkte uren en de bewezen (lagere) materiaalkosten toewijzen.
4.11.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt CloudTag om aan MI tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 100.000,- te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand vanaf 2 maart 2014 tot aan de dag der voldoening,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
draagt MI op te bewijzen de hoogte van het aantal gewerkte manuren en de betaalde materiaalkosten in het kader van het Gen-1 project tot 14 mei 2014,
5.4.
bepaalt dat MI, in het geval dat zij getuigen wil doen horen, bij akte ter rolle van
2 december 2015de namen van de getuigen en de verhinderdata van alle betrokkenen (dus ook van CloudTag en haar advocaat) voor enquête te houden op een datum in de drie maanden volgend op die akte dient te op te geven,
5.5.
bepaalt dat MI, indien zij het bewijs niet door getuigen wil leveren maar door overlegging van bewijsstukken en/of door een ander bewijsmiddel dan wel afziet van bewijslevering, dit tevens bij akte ter rolle van
2 december 2015dient op te geven,
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth, rechter-plaatsvervanger, en in het openbaar uitgesproken.
type: GD