Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiseres sub 1],
[eiser sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling gehouden op 19 februari 2015
- de pleitnota van [eisers]
- de pleitnota van De Ontvanger.
2.De feiten
3.Het geschil
- primair De Ontvanger te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis [eisers] schriftelijk uitstel van betaling te verlenen ter zake de openstaande belastingschuld(en) tot uiterlijk 1 mei 2015,
- subsidiair De Ontvanger te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis schriftelijk uitstel van betaling te verlenen ter zake de openstaande belastingschuld(en), zulks onder de ontbindende voorwaarde dat: (a) het faillissement van [eisers] wordt vernietigd en (b) het financieringsvoorbehoud opgenomen in de koopovereenkomst niet rechtsgeldig wordt ingeroepen,
- primair en subsidiair het hiervoor gevorderde op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat De Ontvanger nalaat aan de vernoemde verplichting te voldoen, vermeerderd met een dwangsom van
4.De beoordeling
nietwordt vernietigd en (b) het financieringsvoorbehoud opgenomen in de koopovereenkomst rechtsgeldig wordt ingeroepen. Deze formulering wijkt iets af van hetgeen gevorderd wordt omdat met de wijze waarop het gevorderde is geformuleerd door [eisers] in de dagvaarding wordt bereikt dat het uitstel niet langer gehandhaafd hoeft te worden indien het verzet gegrond wordt verklaard en het faillissement dus niet in stand blijft of het financieringsvoorbehoud niet wordt ingeroepen, hetgeen evident niet de bedoeling is van [eisers].
816,00