ECLI:NL:RBLIM:2015:1949

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 maart 2015
Publicatiedatum
9 maart 2015
Zaaknummer
3832226 CV EXPL 15-1184
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning wegens betaalachterstand in kort geding

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 5 maart 2015, heeft de eiser, vertegenwoordigd door mr. J.J.H.S. Thomassen, een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De eiser vorderde ontruiming van een huurwoning wegens een betalingsachterstand in de huur. De gedaagde huurde de woning sinds 1 juni 2014, maar heeft vanaf 1 november 2014 de huur niet meer betaald. De eiser vorderde niet alleen ontruiming van de woning, maar ook betaling van de achterstallige huur, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat de vorderingen van de eiser niet onrechtmatig of ongegrond zijn. Aangezien de gedaagde niet is verschenen, zijn de vorderingen toegewezen, met uitzondering van de termijn voor ontruiming, die is vastgesteld op veertien dagen in plaats van acht. De rechter heeft ook de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten verlaagd tot € 489,57.

De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiser direct kan overgaan tot uitvoering van de ontruiming, ongeacht een eventuele hoger beroep. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.E. Elzinga.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 3832226 CV EXPL 15-1184
Vonnis van 5 maart 2015
in de zaak van
[eiser],
wonend te [woonplaats 1],
eisende partij,
gemachtigde: mr. J.J.H.S. Thomassen
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats 2],
gedaagde partij,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding d.d. 12 februari 2015
  • de mondelinge behandeling ter zitting d.d. 5 maart 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt vanaf 1 juni 2014 van [eiser] de woning, staande en gelegen aan het adres [adres] te [woonplaats 2], tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van € 699,00 per maand.
2.2.
[gedaagde] heeft de huur vanaf 1 november 2014 onbetaald gelaten.

3.De vordering

3.1.
Op grond van een betalingsachterstand vordert [eiser]:
  • de veroordeling van [gedaagde] om het gehuurde binnen acht dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eiser] te stellen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft;
  • de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.796,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve verzuimdata van de huurtermijnen, alsmede met € 699,00 per maand vanaf 1 maart 2015 tot aan de dag waarop [gedaagde] het gehuurde heeft ontruimd;
  • de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 544,50 als vergoeding van buitengerechtelijke kosten;
  • de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
Het door [eiser] gestelde spoedeisende belang wordt aannemelijk geacht.
4.2.
De vorderingen komen de voorzieningenrechter onrechtmatig noch ongegrond voor en zullen, nu tegen [gedaagde] verstek is verleend, toegewezen worden, zij het dat de ontruimingstermijn op veertien dagen gesteld wordt en de vergoeding van buitengerechtelijke kosten op € 489,57 inclusief btw ((€ 375,00 + € 29,60) x 1,21) conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
4.3.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot de datum van dit vonnis begroot op € 715,19, bestaande uit € 400,00 aan salaris gemachtigde, € 221,00 aan griffierecht en € 94,19 aan explootkosten.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woning, staande en gelegen aan het adres [adres] te [woonplaats 2], binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eiser] te stellen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 2.796,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve verzuimdata van de huurtermijnen, alsmede met € 699,00 per maand vanaf 1 maart 2015 tot aan de dag waarop [gedaagde] het gehuurde heeft ontruimd;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 489,57 als vergoeding van buitengerechtelijke kosten,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot de datum van dit vonnis begroot op € 715,19,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E. Elzinga en is in het openbaar uitgesproken.
type: RK