ECLI:NL:RBLIM:2015:2026

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 maart 2015
Publicatiedatum
11 maart 2015
Zaaknummer
C-03-202445 - KG ZA 15-75
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van onrechtmatig in gebruik genomen garage in kort geding toegewezen, maar geen spoedeisend belang voor ontruiming grondstrook

Op 11 maart 2015 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Wonen Zuid en twee gedaagden. Wonen Zuid vorderde de ontruiming van een garage en een grondstrook die door de gedaagden onrechtmatig in gebruik waren genomen. De rechtbank oordeelde dat er een spoedeisend belang was voor de ontruiming van de garage, omdat deze asbest bevatte en Wonen Zuid de garage zo snel mogelijk wilde slopen. De gedaagden hadden de garage zonder toestemming van Wonen Zuid in gebruik genomen, wat leidde tot de toewijzing van de ontruiming van de garage binnen twee weken, met een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 10.000,00.

Echter, de vordering tot ontruiming van de grondstrook werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende spoedeisend belang was voor deze ontruiming, aangezien Wonen Zuid geen concrete plannen had voor de grondstrook en er geen klachten waren over het huidige gebruik door de gedaagden. De rechtbank besloot dat de proceskosten gecompenseerd moesten worden, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is gewezen door mr. W.E. Elzinga en is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: C/03/202445 KG ZA 15/75
Vonnis in kort geding van 11 maart 2015
in de zaak van
Stichting Wonen Zuid,
gevestigd te Heerlen,
eisende partij,
advocaat: mr. A.N.A.G. Boer
tegen

1.[gedaagde sub 1]

en
2.
[gedaagde sub 2]
beiden wonend te [woonplaats],
gedaagde partij,
advocaat: mr. R.W.J.L. Loonen.
Partijen worden hierna Wonen Zuid en gedaagden, respectievelijk [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding d.d. 20 februari 2015
  • de akte houdende wijziging van eis
  • de akte overlegging nadere producties van de zijde van Wonen Zuid
  • de akte overlegging producties van de zijde van gedaagden
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 5 maart 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde sub 1] huurt met ingang van 9 juni 2011 van Wonen Zuid de zelfstandige woning met tuin gelegen aan de [adres] te [woonplaats], waar [gedaagde sub 2] eveneens zijn hoofdverblijf heeft.
2.2.
Het gehuurde is vanaf de straat bezien aan de rechterzijde vrijstaand en aan de linkerzijde ervan bevinden zich de woningen met nummers [huisnummer 1] tot en met [huisnummer 2].
2.3.
Vanaf de straat loopt een toegangspad rechts en parallel langs het gehuurde. Het pad maakt aan de achterzijde van het gehuurde een haakse bocht en loopt dan, parallel aan de straat, door tot en met de achterzijde van de tuin van de woning met nummer [huisnummer 3], welk deel van het pad het gehuurde scheidt van een grondstrook en twee garages.
2.4.
Een van de twee garages is door gedaagden zonder titel in gebruik genomen. Gedaagden hebben eveneens een deel van de grondstrook, te weten het deel dat voorheen door de voormalige buren van [gedaagde sub 1] (op nummer [huisnummer 1]) werd gehuurd, in gebruik genomen door plaatsing van onder meer twee terrassen, een pergola, een plastic glijbaantje en een bankje.
2.5.
De technisch beheerder van Wonen Zuid heeft over de garage onder meer verklaard dat hem gebleken is dat het dak een asbest beplating heeft (productie 15).
2.6.
Wonen Zuid heeft de ontruiming van de grondstrook en de garage inmiddels ook in een bodemprocedure (aangebracht op de rol van 25 februari 2015) gevorderd.

3.De vordering en het geschil

3.1.
Wonen Zuid vordert - kort gezegd - de veroordeling van gedaagden om zowel de garage als de grondstrook binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels van de garage in de oorspronkelijke staat ter vrije beschikking te stellen van Wonen Zuid, zulks op verbeurte van een dwangsom van
€ 500,00 per dag voor elke dag dat gedaagden niet aan die veroordeling voldoen, een en ander onder verwijzing van gedaagden in de proceskosten.
3.2.
Gedaagden hebben gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna voor zover nodig zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het meest ver strekkende verweer ten aanzien van zowel de garage als de grondstrook ziet op het spoedeisende belang, dat volgens gedaagden ontbreekt, daargelaten dat de spoedeisendheid een aspect van openbare orde is en derhalve ter ambtshalve toetsing voorligt.
Gelet op het op zichzelf onbetwiste gegeven dat het dak van de garage asbest bevat en dat Wonen Zuid te kennen heeft gegeven dat zij de garages (onder meer vanwege de asbest) zo spoedig mogelijk wil (laten) slopen, acht de voorzieningenrechter de aanwezigheid van een spoedeisend belang voldoende aannemelijk.
4.2.
Om een voorziening te kunnen treffen als gevorderd, dient met een redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in de reeds aanhangig gemaakte bodemprocedure zal worden geoordeeld dat deze - of een vergelijkbare - vordering zal slagen. Bij deze beoordeling kan dus slechts een voorlopig oordeel worden gegeven en die beoordeling moet geschieden op basis van hetgeen in deze korte procedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.3.
Nu vaststaat dat de garage niet tot het gehuurde behoort, eigendom van Wonen Zuid is en gedaagden deze zonder toestemming van Wonen Zuid in gebruik hebben genomen, staat met een redelijke (zelfs ruime) mate van zekerheid vast dat gedaagden in de bodemprocedure veroordeeld zullen worden tot ontruiming van de garage. De gevorderde ontruiming van de garage zal daarom in dit kort geding worden toegewezen, met dien verstande dat de ontruimingstermijn op twee weken wordt gesteld en dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd tot € 250,00 per dag en gemaximeerd tot € 10.000,00.
De eveneens gevorderde veroordeling tot afgifte van de sleutels komt niet voor toewijzing in aanmerking, nu gedaagden ter zitting desgevraagd te kennen hebben gegeven dat de deur van de garage niet afgesloten is en dat zij geen sleutels daarvan van Wonen Zuid hebben ontvangen, hetgeen door Wonen Zuid niet is betwist.
4.4.
De gevorderde machtiging om zo nodig op kosten van gedaagden te doen ontruimen door politie en justitie wordt evenwel afgewezen omdat de bevoegdheid daartoe reeds voortvloeit uit de wet.
4.5.
Met betrekking tot de gevorderde ontruiming van de grondstrook heeft te gelden dat een spoedeisend belang onvoldoende is komen vast te staan. Ter zitting heeft Wonen Zuid desgevraagd te kennen gegeven dat zij thans nog geen concrete en urgente plannen heeft met de grondstrook, terwijl bovendien niet gebleken is van klachten over of overlast door het huidige gebruik door gedaagden daarvan. Tevens stellen gedaagden onbetwist dat er gemeenschappelijk gebruik gemaakt wordt van de grondstrook door en met instemming van de buren en heeft Wonen Zuid ter zitting desgevraagd te kennen gegeven dat de grondstrook voorheen door de vorige huurder van nummer [huisnummer 1] (de toenmalige directe buren van gedaagden) ook als tuin werd gebruikt.
Onder deze omstandigheden valt niet in te zien waarom ten aanzien van de grondstrook een oordeel in de bodemprocedure niet afgewacht kan worden, zodat aan een inhoudelijke beoordeling op dit punt - wat daar ook verder van zij - niet wordt toegekomen. Dit onderdeel van de vordering zal derhalve worden afgewezen.
4.6.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagden om de door hen in gebruik genomen garage, partijen genoegzaam bekend, binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden en ter vrije beschikking van Wonen Zuid te stellen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag voor elke dag dat zij niet aan deze veroordeling voldoen en met een maximum van € 10.000,00,
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E. Elzinga en is in het openbaar uitgesproken.
type: RK