2.4.In de arbeidsovereenkomst met [gedaagde sub 2] is naast het non-concurrentiebeding ook nog een relatiebeding opgenomen. Artikel 10 van de arbeidsovereenkomst van [gedaagde sub 2] luidt als volgt:
“Het is de werknemer, zonder voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de werkgever, verboden binnen een tijdvak van 1 jaar na beëindiging der dienstbetrekking binnen een kring met de Litscherveldweg 11 te Heerlen als middelpunt en met een straal van 25 km, in enigerlei vorm een zaak, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van werkgever en/of met haar gelieerde ondernemingen te vestigen, te drijven, mede te drijven, of te doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect, alsook financieel in welke vorm dan ook bij een dergelijke zaak belang te hebben, direct of indirect, of daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam te zijn, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin enig aandeel van welke aard ook te hebben.
Voorts is het de werknemer verboden om gedurende een periode van 2 jaar na beëindiging van het dienstverband, in dienst te treden bij, direct of indirect in welke vorm dan ook telefonisch of schriftelijk contact te onderhouden, bezoeken af te leggen, onderhandelingen te voeren, zaken te doen etc., met oude en/of bestaande relaties van werkgever en/of met haar gelieerde ondernemingen.
Onder “oude en bestaande relaties” worden in elk geval verstaan al die relaties waarmee de werkgever in de loop van 2 jaar voorafgaande aan het einde van het dienstverband zakelijke overeenkomsten heeft gesloten en/of onderhandelingen heeft gevoerd. Voorts vallen onder dit begrip alle relaties aan wie in de loop van 2 jaar voorafgaande aan het einde van het dienstverband offertes zijn uitgebracht en/of relatiegeschenken zijn verstuurd, alsmede alle (ex-)werknemers van werkgever en/of met haar gelieerde ondernemingen.
Bij overtreding van het in de voorgaande leden bepaalde is de in artikel 13 neergelegde boeteclausule van toepassing.
Door de enkele overtreding en/of niet nakoming van het in de artikelen 9 tot en met 12 bepaalde is de werknemer van rechtswege in gebreke en verbeurt hij aan werkgever een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete van € 10.000,-- per overtreding, alsmede een bedrag van € 1.000,-- voor elke dag dat de overtreding voortduurt, zijnde deze bedragen de alsdan door de werkgever geleden en te lijden schade, welke schade door de werknemer wordt erkend en door de werkgever niet behoeft te worden aangetoond, onverminderd zijn gehoudenheid tot betaling aan werkgever van een volledige schadevergoeding te dezer zake, indien deze meer dan vermeld boetebeding moge belopen.”