ECLI:NL:RBLIM:2015:357
Rechtbank Limburg
- Wraking
- P.H.M. Kuster
- J.F.W. Huinen
- F.L.G. Geisel
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens subjectieve vooringenomenheid in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 17 december 2014 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. P.H.J. Frénay, de rechter die belast was met de behandeling van een kort geding. Verzoeker stelde dat er sprake was van subjectieve partijdigheid, vooral vanwege een telefonisch contact tussen zijn advocaat en de rechter. De wrakingskamer heeft op 8 januari 2015 de zaak behandeld, waarbij verzoeker, zijn advocaat en de rechter aanwezig waren. De rechter heeft aangegeven dat hij niet in het verzoek tot wraking wenste te berusten en heeft zijn standpunt toegelicht. Hij stelde dat het verzoek te laat was ingediend en dat er geen grond was voor de vrees van verzoeker voor partijdigheid.
De wrakingskamer heeft beoordeeld of het verzoek tot wraking tijdig was ingediend en of er sprake was van feiten of omstandigheden die de vrees voor vooringenomenheid rechtvaardigden. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker pas bij de aanvang van de zitting op 17 december 2014 op de hoogte was van de identiteit van de rechter, waardoor het verzoek tijdig was. Echter, de wrakingskamer oordeelde dat de enkele omstandigheid van het telefonische contact tussen de rechter en de advocaat van verzoeker geen zwaarwegende aanwijzing opleverde voor subjectieve vooringenomenheid. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, waarbij werd opgemerkt dat rechters in beginsel niet anders dan via hun uitspraak met partijen communiceren.
De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mr. P.H.M. Kuster (voorzitter), mr. J.F.W. Huinen en mr. F.L.G. Geisel, en werd openbaar uitgesproken op 19 januari 2015. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.