Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de faxberichten, met bijlagen, van de gemeente Stein van 4, 5 en 6 mei 2015,
- de brieven, met bijlagen, van de Politiehondenvereniging Irene Elsloo van 6 mei 2015,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van Politiehondenvereniging Irene Elsloo,
- de pleitnota van de gemeente Stein.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling in conventie en reconventie
in beginselopzegbaar is. Wel kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst én de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. Uit diezelfde eisen kan, eveneens in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, ook voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding (HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4163).
uitgangspuntheeft te gelden dat de opzegging van een duurovereenkomst slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond daarvoor bestaat. De voorzieningenrechter gaat daarom aan die stelling voorbij. De voorzieningenrechter begrijpt de stellingen van de Politiehondenvereniging Irene Elsloo aldus dat zij zich daarnaast op het standpunt stelt dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst in dit specifieke geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond daarvoor bestaat en dat die zwaarwegende grond in dit geval niet aanwezig is. Dit standpunt heeft zij naar het oordeel van de voorzieningenrechter in het kader van deze procedure evenwel onvoldoende onderbouwd. De aard en inhoud van de overeenkomst bieden in ieder geval geen aanknopingspunten om te kunnen of moeten concluderen dat de eisen van redelijkheid en billijkheid meebrengen dat opzegging van de overeenkomst slechts mogelijk is indien daarvoor een zwaarwegende grond bestaat. De omstandigheid dat de Politiehondenvereniging Irene Elsloo inmiddels bijna vijftig jaar gebruik maakt van het perceel en dat inmiddels tien jaar een gebruiksovereenkomst bestaat met de gemeente Stein acht de voorzieningenrechter daartoe in ieder geval onvoldoende. Daar komt bij dat de Politiehondenvereniging Irene Elsloo haar stelling dat de gemeente Stein ondubbelzinnige en ongeclausuleerde toezeggingen zou hebben gedaan inhoudende dat de Politiehondenvereniging Irene Elsloo het perceel zou mogen blijven gebruiken, in het licht van de betwisting daarvan door de gemeente Stein onvoldoende heeft onderbouwd. Aan de Politiehondenvereniging Irene Elsloo kan, nu de gemeente Stein die stellingen onweersproken heeft gelaten, worden toegegeven dat de gemeente Stein haar aanvankelijk heeft ondersteund in haar activiteiten door een vergunning te verlenen voor de bouw van het clubgebouw, subsidie te verlenen voor het aanleggen van de stroomvoorziening en zorg te dragen voor de omheining van het perceel, maar dit gegeven kan, ook in samenhang bezien met de duur van het gebruik van het perceel én de duur van de gebruiksovereenkomst met de gemeente Stein, onvoldoende gewicht in de schaal leggen om te concluderen dat de redelijkheid en billijkheid in dit geval meebrengen dat opzegging van de gebruiksovereenkomst slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. De voorzieningenrechter neemt hierbij in aanmerking dat de Politiehondenvereniging Irene Elsloo het perceel niet gebruikt voor het verrichten van bedrijfsmatige, met de daarmee doorgaans gepaard gaande aanzienlijke financiële en commerciële belangen, activiteiten, maar voor het verrichten van hobbymatige activiteiten. Bovendien is de Politiehondenvereniging Irene Elsloo met een ledenbestand in april 2013, waarvan niet is gesteld of gebleken dat dit thans in betekenende mate is gewijzigd, van negen leden een relatief kleine vereniging. Dit betekent enerzijds dat slechts een beperkt aantal mensen wordt getroffen door de opzegging van de gebruiksovereenkomst en anderzijds geldt dat niet onaannemelijk is dat de Politiehondenvereniging Irene Elsloo juist vanwege haar beperkt ledenaantal betrekkelijk eenvoudig een vervangende trainingslocatie zou kunnen verwerven, al dan niet in samenspraak met en op het terrein van een vereniging die soortgelijke activiteiten verricht. Voorts neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat niet is gesteld of gebleken dat de activiteiten van de Politiehondenvereniging Irene Elsloo gebonden zijn aan deze specifieke locatie en niet elders zouden kunnen worden verricht.
816,00(1 punt van het liquidatietarief)