Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de akte houdende een wijziging van eis van Rabohypotheekbank N.V. c.s. van 19mei 2015,
- de brief, met bijlagen, van [gedaagde], van 18 mei 2015,
- het faxbericht, met bijlagen, van [gedaagde], van 20 mei 2015,
- de akte houdende een wijziging van eis van 21 mei 2015,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [gedaagde] en de brief van [gedaagde] van 19 mei 2015.
2.De feiten
“Ingeval van verhuring, verpachting of vervrachting van het onderpand of een gedeelte daarvan is de hypotheekgever verplicht de bank desgevraagd de huur-, pacht- of bevrachtingsovereenkomst ter inzage te geven.”
“De hypotheekgever is verplicht:
- alle door deze gewenste inlichtingen en gegevens betreffende het onderpand te verstrekken;
- de op het onderpand betrekking hebbende bescheiden en bewijzen ter hand te stellen.”
“Zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de bank mag het onderpand niet worden verhuurd of verpacht of anderszins in gebruik worden afgestaan of worden gedoogd dat derden het onderpand gebruiken en mag geen vooruitbetaling van huur- of pachtpenningen worden bedongen of aanvaard, en mag het recht op huur- of pachtpenningen niet worden vervreemd, verpand of anderszins bezwaard.”
“Het is de bank bekend dat het hierna te vermelden onderpand is verhuurd.”In de akte wordt evenwel niet vermeld op welk(e) van de daarin opgesomde onroerende zaak / zaken deze zinsnede betrekking heeft.
3.Het geschil
4.De beoordeling
overeenkomstenaan haar te verstrekken. Met haar tweede eiswijziging beoogt zij dat [gedaagde] zal worden veroordeeld om, kort gezegd, alle in het kader van de executie van de panden relevante huur
informatieaan haar te verstrekken. Nu Rabohypotheekbank N.V. c.s. haar vordering hiermee aanzienlijk uitbreidt, het begrip huurinformatie omvat immers meer informatie dan enkel huurovereenkomsten, had [gedaagde] de gelegenheid moeten krijgen zich hierop voor te bereiden. Aangezien Rabohypotheekbank N.V. c.s. haar eiswijziging slechts twee uur voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft ingediend en niet is gesteld of gebleken dat zij [gedaagde] deze eiswijziging in eerder stadium heeft doen toekomen, komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat [gedaagde] onvoldoende gelegenheid heeft gehad zich hierop voor te bereiden. De voorzieningenrechter zal deze eiswijziging daarom buiten beschouwing laten en recht doen op de vordering zoals geformuleerd in de akte van Rabohypotheekbank N.V. c.s. van 19 mei 2015.
816,00