Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de rolbeschikking waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- het proces-verbaal van comparitie van 26 november 2014.
2.De feiten
- dat partij 1 en partij 3 op een oktober negetienhonderdzesennegentig een overeenkomst hebben gesloten tot het in gebruik geven van een groeve, hierna te noemen: de overeenkomst;
- dat partij 1 met partij 2 is overeengekomen de rechten en plichten uit de overeenkomst over te dragen door partij 1 aan partij 2, zulks onder de verplichting van partij 2 om aan partij 1 een hierna te noemen vergoeding te betalen
- dat partij 2 met partij 3 is overeengekomen dat partij 3 zich borg zal stellen voor de verplichtingen van partij 2 aan partij 1;
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
1 juli 2015de namen van de getuigen en de verhinderdata van alle betrokkenen (dus ook van [gedaagde] en zijn advocaat) voor enquête te houden op een datum in de drie maanden volgend op die akte dient te op te geven,
1 juli 2015dient op te geven,