Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verdere verloop van de procedure
- de advocaat van de vader;
- de raadsvertegenwoordigster;
- de vertegenwoordigster van de GI.
De mondelinge behandeling
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 24 april 2015 een beschikking gegeven over de wijziging van het hoofdverblijf van een minderjarige. De vader, verzoeker in deze procedure, heeft verzocht om het hoofdverblijf van zijn dochter bij hem te bepalen, omdat de moeder, de wederpartij, zich niet aan eerdere rechterlijke uitspraken heeft gehouden en geen medewerking verleent aan de hulpverlening. De moeder heeft ervoor gezorgd dat de minderjarige al jaren geen contact meer heeft met de vader, wat de vader als schadelijk voor de ontwikkeling van het kind beschouwt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder meerdere keren niet is verschenen bij afspraken en zich onttrekt aan de hulpverlening. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het hoofdverblijf bij de vader te bepalen, omdat de moeder niet in het belang van het kind handelt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is dat zij bij de vader woont, en heeft de vader gemachtigd om dit met behulp van de sterke arm te handhaven indien nodig. De rechtbank heeft ook bepaald dat de moeder begeleide contacten met de minderjarige kan hebben, onder toezicht van de gecertificeerde instelling.