ECLI:NL:RBLIM:2015:492

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 januari 2015
Publicatiedatum
22 januari 2015
Zaaknummer
3622889 CV EXPL 14-12378
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige uitlatingen en geheimhoudingsplicht in arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 22 januari 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Sky-Access B.V. en een ex-werknemer, aangeduid als [gedaagde]. Sky-Access vorderde een verbod op negatieve uitlatingen door [gedaagde] over het bedrijf, alsook het openbaren van vertrouwelijke informatie. De ex-werknemer had zich schuldig gemaakt aan smaad en laster door negatieve opmerkingen te maken in WhatsApp-gesprekken en op sociale media, en had een klacht ingediend bij IRATA, de brancheorganisatie voor Rope Access. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatige gedragingen of schending van de geheimhoudingsplicht. De rechter concludeerde dat de uitlatingen van [gedaagde] niet onrechtmatig waren, vooral omdat hij deze in een privécontext had gedaan en het bedrijf niet had aangetoond dat zijn uitlatingen schadelijk waren. Bovendien had [gedaagde] het negatieve LinkedIn-bericht snel verwijderd na een verzoek van Sky-Access. De vorderingen van Sky-Access werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 3622889 CV EXPL 14-12378
Vonnis van de kantonrechter in kort geding van 21 januari 2015
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SKY-ACCESS B.V.,
gevestigd te Meerssen,
eisende partij,
gemachtigde mr. R. el Johari,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres],
[woonplaats],
gemachtigde mr. M.E. Bischoff-Derks.
Partijen zullen hierna Sky-Access en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties,
  • de conclusie van antwoord,
  • de akte houdende vermeerdering van eis van 7 januari 2015.
1.2.
Op 8 januari 2015 heeft een zitting plaatsgevonden. [gedaagde] is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd. Aan de zijde van Sky-Access zijn de heer [naam directeur] (directeur van Sky-Access), de heer [naam office-manager] (office manager bij Sky-Access) en een waarnemer van haar gemachtigde, mr. M.A. Molster verschenen. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is op 27 oktober 2013 bij Sky-Access in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar. [gedaagde] was in de functie van Rope Access Technician werkzaam.
2.2.
Artikel 11 van de op 27 oktober 2013 gesloten arbeidsovereenkomst luidt:
‘Artikel 11 - geheimhouding
11.1.
Zowel gedurende als na afloop van het dienstverband is het de werknemer verboden om op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm en op welke wijze dan ook, enige mededeling te doen van hetgeen bij de uitoefening van zijn functie te zijner kennis komt aangaande zaken en belangen van het bedrijf van de werkgever en/of de met haar gelieerde ondernemingen, haar cliënten en andere relaties, een en ander in de ruimste zin des woords.
2.3.
Vanaf 18 april 2014 heeft [gedaagde] geen werkzaamheden meer voor Sky-Access uitgevoerd. In daarop door hem gevoerde sollicitatiegesprekken met andere potentiële werkgevers heeft [gedaagde] (desgevraagd) het van zijn werkzaamheden voor Sky-Access opgemaakte logboek getoond.
2.4.
Op 28 april 2014 heeft [gedaagde] een e-mail gezonden aan IRATA, de wereldwijde brancheorganisatie van Rope Access waarbij Sky-Access is aangesloten. Deze organisatie heeft een eigen certificerings- en kwaliteitssysteem voor werkzaamheden die op hoogte plaatsvinden. De klachten hadden betrekking op de veiligheid bij het uitvoeren van werk voor Sky-Access. Naar aanleiding van de klacht heeft IRATA een onderzoek ingesteld, waarvan de conclusie als volgt luidt:
Audit conclusion, comments & recommendations
This audit was brought forward to facilitate a complaint investigation against Sky-Access by a fromer L1 employee.
The NC’s noted reflect the justification of the complaint issued. In brief no or inconsistent L3
Cover on onshore worksites. No specific skills training for: low pressure jetting or confined
Space work.
A Detailed report will be submitted to the complaints panel.
In short a loss of operational control when carrying out onshore projects.’
2.5.
Op 15 augustus 2014 is Sky-Access door een van haar klanten op de hoogte gesteld van het feit dat dat [gedaagde] het navolgende bericht had geplaatst op online sociaal netwerk LinkedIn-profiel:
‘Unfortunately because of lies and safety scandals within the company. This led to a resignation from my side. After a while this also led to 90% of my working hours logged in my Irata logbook to be discredited by Irata. Probably by an investigation duo to these scandals. (…).’
[gedaagde] is op 18 augustus 2014 namens Sky-Access gesommeerd dit bericht te verwijderen, hetgeen hij op 20 augustus 2014 heeft gedaan.
2.6.
[gedaagde] heeft op 11 september 2014, 18 september 2014 en 6 oktober 2014 via de mobiele berichtenservice WhatsApp gesprekken gevoerd met [naam werknemer], een voormalig werknemer van Sky-Access. Deze gesprekken verliepen als volgt:
’18-09-14 13:15:28: [gedaagde]: Kben naar advocaat gestapt ivm verduistering van mijn pensioengeld en het genaai van hem met uwv en referentie telefoontjes kben er helemaal klaar mee
18-09-14 13:17:06: [naam werknemer]: Misschien moet je gewoon eens met hem gaan pra-ten? Verhelderd vaak heel veel. Heeft het voor mij ook gedaan
18-09-2014 13:17:11: [gedaagde]: kbegrijp zijn probleem niet dat ie me maar moet blijven proberen te naaien dus vandaar zie ik geen andere oplossing
18-09-14 13:17:37: [gedaagde]: ja ik heb hem paar keer geprobeerd te bellen nog maar dan neemt hij niet op
18-09-14 13:17:42: [gedaagde]: ook wordt niet naar mails geageerd
18-09-14 13:18:04: [gedaagde]: en ik zit nu veel in bergen op zoom dus kan ook niet ff langs gaan
(…) 06-10-14 20:10:48: [naam werknemer]: Hoe loopt het bij jou allemaal. Ben je er nog uitgekomen met [naam]?
06-10-14 20:15:27: [gedaagde]: nee hij weigert contact dus ben overgegaan op advocaat nu weer verschillende bedreigingen dus kgeef hem nog 1 kans voor een ge-sprek desnoods onder begeleiding van advocaten anders zet ik al het bewijsmateriaal door
(…)’.

3.Het geschil

3.1.
Sky-Access vordert na vermeerdering van eis om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[gedaagde] te verbieden negatieve uitlatingen over Sky-Access aan derden te doen, waaronder mede doch niet uitsluitend begrepen haar medewerkers, oud-werknemers, concurrenten, klanten en relaties. Sky-Access vordert daarbij het opleggen van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding en € 500,00 per dag dat de overteding van het in deze te wijzen vonnis voortduurt,
[gedaagde] te verbieden zijn logboek aan derden te openbaren, een en ander op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding en € 500,00 per dag, een gedeelte van een dag als gehele dag berekend, dat de overtreding van het in deze te wijzen vonnis voortduurt,
[gedaagde] te gebieden schriftelijk per e-mail en faxbericht binnen 24 uur na dit vonnis aan Sky-Access kenbaar te maken:
a) de data van de sollicitatiegesprekken met de namen en adresgegevens van de bedrijven waar hij heeft gesolliciteerd alsmede of deze bedrijven een kopie van het logboek hebben gemaakt, althans of
[gedaagde] het logboek aan hen heeft afgestaan,
b) voor- en achternaam van de persoon die [gedaagde] heeft gesproken bij het ministerie van defensie, dan wel de potentiële werkgever waar [gedaagde] naar verwijst onder punt 23 van de conclusie van antwoord,
c) de voor- en achternaam van de persoon van IRATA die [gedaagde] gebeld heeft naar aanleiding van zijn sollicitaties bij de onder 1. genoemde bedrijven,
4. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding, onder bepaling dat [gedaagde] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd wordt wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis zijn betaald.
3.2.
Sky-Access voert ter onderbouwing van haar vordering het navolgende aan. [gedaagde] heeft zich schuldig gemaakt aan smaad, laster en aantasting van de goede naam jegens haar. [gedaagde] heeft met zowel huidige als voormalige werknemers van Sky-Access contact opgenomen en zich jegens hen negatief over Sky-Access uitgelaten. Voorts heeft [gedaagde] een klacht ingediend bij IRATA, terwijl [gedaagde] IRATA niet op de hoogte had mogen stellen van vertrouwelijke onderwerpen die betrekking hebben op Sky-Access. Voorts heeft [gedaagde] zich negatief over Sky-Access uitgelaten op LinkedIn. Ook heeft [gedaagde] de overeengekomen geheimhoudingsplicht geschonden door overlegging van zijn logboek aan vier andere bedrijven. Ten slotte heeft hij ten onrechte beweerd dat namens Sky-Access een negatieve referentie is afgegeven in het kader van een sollicitatie van [gedaagde] bij het ministerie van defensie.
3.3.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Uit de stukken en de toelichting ter zitting is genoegzaam gebleken dat het gaat om een spoedeisende zaak waarin, gelet op het belang van Sky-Access, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist.
4.2.
De vorderingen van Sky-Access zien enerzijds op een verbod tot het doen van uitlatingen en het openbaren van informatie (sub 1 en 2 van de vordering) en anderzijds op het verstrekken van informatie (sub 3 van de vordering).
vordering sub 1
4.3.
Sky-Access heeft haar vordering sub 1 gegrond op onrechtmatige daad. Zij heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat [gedaagde] zich schuldig heeft gemaakt aan smaad en/of laster jegens haar nu hij negatieve uitlatingen over Sky-Access heeft gedaan, zowel in een door hem gevoerd Whats App-gesprek als in de sociale media. Voorts heeft hij Sky-Access benadeeld door haar bij IRATA van feiten te beschuldigen zonder dat kan worden aangenomen dat deze feiten waar zijn.
4.4.
Volgens Sky-Access heeft [gedaagde] door het onder 2.6. weergegeven Whats App-gesprek met [naam werknemer] opzettelijk de eer en de goede naam van Sky-Access aangetast.
Voor het oordeel over het al dan niet onrechtmatig zijn van de gedane uitlatingen is onder meer relevant in welke bewoordingen de uitlatingen zijn gedaan en in welke context dat is geschied. Het gegeven dat [gedaagde] met een oud-medewerker via Whats App een privé-gesprek voert waarin hij zijn boosheid uit, maakt niet dat dit gedrag zonder meer onrechtmatig is. Op grond van hetgeen Sky-Access heeft aangevoerd, alsmede op grond van voormeld weergegeven gesprek, kan niet worden geconcludeerd dat Sky-Access er in is geslaagd zodanige feiten en omstandigheden te stellen, dat deze met zich brengen dat door toedoen van [gedaagde] een subjectief recht van Sky-Access is geschonden, althans dat door [gedaagde] is gehandeld in strijd met hetgeen hem in het maatschappelijke verkeer zou hebben betaamd. Zonder deze nadere toelichting, die ontbreekt, kan voorshands niet worden geoordeeld dat van onrechtmatig handelen sprake is.
4.5.
Volgens Sky-Access had [gedaagde] IRATA niet op de hoogte mogen brengen van vertrouwelijke zaken die op haar betrekking hebben, zoals hij heeft gedaan met zijn klacht per e-mail. Hij had eerst met Sky-Access, in de persoon van [naam directeur], over deze kwestie contact dienen op te nemen, aldus Sky-Access.
Ook ten aanzien van deze klacht bij IRATA is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorshands niet aannemelijk dat sprake is van onrechtmatige gedragingen van [gedaagde] jegens Sky-Access. Gebleken is dat [gedaagde] jegens IRATA naar waarheid heeft verklaard over zijn ervaringen bij Sky-Access. Los van de vraag of die ervaringen leiden tot de conclusie dat er al dan niet sprake was van een onveilige situatie - partijen verschillen daarover van mening - kan dat niet als onrechtmatig worden bestempeld. De mogelijkheid dat [gedaagde] zijn klachten niet eerder intern heeft geuit - wat Sky-Access stelt en [gedaagde] betwist - maakt dat niet anders.
4.6.
Voorts heeft Sky-Access naar voren gebracht dat zij op 15 augustus 2014 op de hoogte is gesteld van het gegeven dat [gedaagde] zich negatief jegens haar heeft uitgelaten op LinkedIn. Sky-Access stelt zich op het standpunt dat [gedaagde] ter zake het plaatsen van deze tekst heeft gehandeld in strijd met artikel 7:611 BW en het geheimhoudingsbeding in artikel 11.1 van de arbeidsovereenkomst.
Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] dit bericht, vrijwel meteen nadat Sky-Access hier contact over had opgenomen, heeft verwijderd en nadien geen voor Sky-Access negatief gekleurde berichten meer heeft geplaatst. De voorzieningenrechter overweegt dan ook dat ervan moet worden uitgegaan dat er aan de zijde van [gedaagde] thans geen sprake is van onrechtmatige gedragingen, noch van handelingen die in strijd zijn met het geheimhoudingsbeding dan wel de arbeidsovereenkomst. Daarenboven is er geen aanleiding te veronderstellen dat dit in de toekomst anders zal zijn, nu niet is gesteld of gebleken dat [gedaagde] sinds 15 augustus 2014 nog enig bericht met een soortgelijke strekking op LinkedIn heeft geplaatst en [gedaagde] daarenboven onweersproken heeft gesteld dat hij inmiddels een nieuwe baan heeft in een geheel andere branche. Onder deze omstandigheden is er geen aanleiding [gedaagde] een verbod op te leggen, nog los van de vraag of het plaatsen van het bericht onrechtmatig was.
vordering sub 2
4.7.
Naar de voorzieningenrechter begrijpt voert Sky-Access als juridische grondslag voor deze vordering aan dat [gedaagde] door overlegging van het logboek in strijd heeft gehandeld met zijn geheimhoudingsplicht ingevolge de arbeidsovereenkomst.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat artikel 11 van de arbeidsovereenkomst niet de juridische grondslag kan bieden voor de vordering, nu niet aannemelijk is geworden dat [gedaagde] door het enkel overleggen van het logboek, teneinde zijn gewerkte uren inzichtelijk te maken, de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.
vordering sub 3
4.8.
Sky-Access vordert in vordering sub 3 [gedaagde] te gebieden inlichtingen aan Sky-Access te verstrekken met betrekking tot de data van de sollicitatiegesprekken en verdere gegevens van de bedrijven waar hij heeft gesolliciteerd, de naam van de persoon die [gedaagde] heeft gesproken bij het ministerie van defensie en de naam van de persoon die [gedaagde] heeft gebeld bij IRATA. Bij gebreke van een grondslag, die gesteld noch anderszins gebleken is, dient ook deze vordering te worden afgewezen.
Slotsom
4.9.
De conclusie is dat vorderingen voor afwijzing gereed liggen.
4.10.
Sky-Access wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op € 400,00 voor salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Sky-Access in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 400,00.
Aldus gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken.
AP