ECLI:NL:RBLIM:2015:4962

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 juni 2015
Publicatiedatum
12 juni 2015
Zaaknummer
C-03-205489 - KG ZA 15-202
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • E.P. van Unen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ziekmelding van leerling door school als vermoedelijk ongeoorloofd afwezig aangemerkt, verzoek tot aanpassing leerlingdossier afgewezen

In deze zaak, die op 12 juni 2015 door de Rechtbank Limburg is behandeld, hebben eisers, ouders van een minderjarige leerling, een kort geding aangespannen tegen de Stichting Innovo. De ouders vorderden dat het leerlingdossier van hun zoon, die sinds 2012 ingeschreven is bij Basisschool [naam basisschool], zou worden opgeschoond. De aanleiding voor de vordering was de ziekmelding van hun zoon, die door de school als vermoedelijk ongeoorloofd afwezig werd aangemerkt. De ouders stelden dat de ziekmelding gerechtvaardigd was en dat de school onterecht de afwezigheid als ongeoorloofd had geregistreerd.

De procedure begon met een dagvaarding op 11 mei 2015, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 juni 2015. De ouders voerden aan dat de school niet adequaat had gehandeld in de situatie van hun zoon, die te maken had met pestgedrag en een vertrouwensbreuk met de schoolleiding. De school, vertegenwoordigd door Innovo, betwistte de claims van de ouders en stelde dat de ziekmelding niet objectief was vastgesteld door een schoolarts, waardoor de registratie als ongeoorloofd verzuim gerechtvaardigd was.

De voorzieningenrechter oordeelde dat Innovo op goede gronden twijfelde aan de ziekmelding van de leerling. De rechter concludeerde dat de school niet in strijd had gehandeld met de zorgvuldigheidsnormen die van een redelijk handelend onderwijsinstituut verwacht mogen worden. De vordering van de ouders werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van Innovo, die op € 1.429,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.P. van Unen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/205489 / KG ZA 15-202
Vonnis in kort geding van 12 juni 2015
in de zaak van

1.[eiser sub 1],

2.
[eiseres sub 2],
beiden wonende te Heerlen,
eisers,
advocaat mr. C.J.M. Dreessen,
tegen
1. de stichting
STICHTING INNOVO,
gevestigd te Heerlen,
2.
BASISSCHOOL [naam basisschool],
te Heerlen,
gedaagden,
advocaat mr. N.J.A.P.B. Niessen.
Partijen zullen hierna [eisers] of “de ouders”, Innovo en [naam basisschool] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 11 mei 2015,
  • de conclusie van antwoord,
  • de brief van 3 juni 2015 van Innovo, met aanvullende producties,
  • de mondelinge behandeling van 4 juni 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige] (verder: [minderjarige]), thans 12 jaar oud, is de zoon van [eisers] en is sinds 2012 ingeschreven bij Basisschool [naam basisschool], thans in groep 8. [naam basisschool] valt onder het bestuur van Innovo. [minderjarige] was daarvoor ingeschreven bij een basisschool in Voerendaal, die eveneens onder het bestuur van Innovo valt.
2.2.
[minderjarige] is door [eisers] ziek gemeld in een e-mail van 26 februari 2015 aan de directeur van [naam basisschool], de heer [directeur basisschool], als volgt:
“Ziekmelding [minderjarige],
Wegensernstige vertrouwensbreukonzerzijds in u als directeur.”
[minderjarige] is sedertdien niet meer naar school gegaan.
2.3.
De directeur heeft de volgende dag per e-mail [eisers] het volgende laten weten:
“De reden van afwezigheid van [minderjarige] is geen ziekte en derhalve wordt vanaf maandag 2 maart 2015 deze afwezigheid geregistreerd als zijnde ongeoorloofd afwezig. Hiervan zal de leerplichtambtenaar in kennis worden gesteld.”
[naam basisschool] heeft dit standpunt, dat het schoolverzuim van [minderjarige] (vermoedelijk) niet wordt veroorzaakt door ziekte en (vermoedelijk) ongeoorloofd is, sedertdien gehandhaafd
.
2.4.
Uit productie 1-D van Innovo, een uittreksel van bevindingen van huisarts [naam huisarts] gericht aan de advocaat van [eisers], gedateerd op 23 april of mei [maand onleesbaar] 2015, blijkt dat de huisarts op 6 maart 2015 noteert:
“Ouders met [minderjarige] op su […] [minderjarige] nu sinds 1 wk ziek thuis gehouden ivm conflict over invalleerkracht op maandagen en pesten […]. Willen dat ik verklaar dat [minderjarige] ziek is. […] [minderjarige] op achtergrond, maakt vriendelijk oogcontact, gesprek nu niet mogelijk […].”
en op 9 maart 2015:
“Gesprek met [minderjarige] […] verwoord goed de knelpunten, barst tussendoor in tranen uit en zegt dat hij echt nooit meer terug wil naar deze school. Komt moeilijk in slaap en heeft met periodes flinke eetbuien. […] beschadigde jongen […]. Voor [minderjarige] iig. start POH GGZ. Ik begrijp huidige ziekmelding, [minderjarige] is ook ten einde raad. Ziekteperiode zo kort mogelijk houden.”
en op 13 april 2015:
“[minderjarige] gaat nog niet naar school […]. Uitleg normale slaaphygiene, meer uren/dag aan educatie wijden tot aan start nieuwe school, bijvoorbeeld lezen/samen nieuws lezen.”
[eisers] heeft, ook nadat hun dit door de school was aangeraden, [minderjarige] niet laten onderzoeken door de schoolarts en aan diens oproepen geen gehoor gegeven, zodat het oordeel van de schoolarts over de reden van het verzuim (ziek of niet?) ontbreekt.
2.5.
Productie 2A van Innovo is de Leerlingrapportage, ook genoemd Onderwijskundig Rapport (OKR) van [minderjarige], die met als bijlage productie 2C, de absentie-registratie, zal worden toegezonden aan de opvolgende school in geval [minderjarige] groep 8 op een andere basisschool zal overdoen of voortzetten. Stuk 2A is een concept. Het is aan de ouders ter inzage verstrekt met de mededeling dat zij daaraan hun eigen, afwijkende visie kunnen toevoegen, van welk recht zij tot op heden geen gebruik hebben gemaakt. Productie 2B is het toetsresultaten-overzicht en schooladvies, dat in combinatie met stuk 2C (de absentie-registratie) zal worden toegezonden aan de opvolgende school in geval dat dit een school voor voortgezet onderwijs zal zijn. Stuk 2B is een definitieve tekst. Ook ten aanzien van de absentie-registratie (2C) bestaat voor de ouders de mogelijkheid een afwijkende visie toe te voegen, van welke mogelijkheid zij tot op heden geen gebruik hebben gemaakt. Het verzuimregistratie-formulier biedt onder “Type” slechts twee mogelijkheden om in te vullen: “Geoorloofd” of “Ongeoorloofd”.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert gedaagden te bevelen het leerlingdossier van [minderjarige] op te schonen, met name wat betreft de conflicten tussen gedaagden en [eisers] over het pestgedrag dat [minderjarige] ten deel is gevallen, alsook onderhavige procedure, met veroordeling van gedaagden in de kosten van de procedure, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Omdat [naam basisschool] een organisatie is zonder rechtspersoonlijkheid, die onderdeel is van de rechtspersoon Innovo, heeft [eisers] ter zitting de vordering tegen [naam basisschool] ingetrokken.
3.3.
[eisers] legt aan de vordering tegen Innovo ten grondslag de vrees dat als [minderjarige] naar een nieuwe school gaat ook die school op de hoogte zal zijn van de voorgeschiedenis
– het pesten op de school in Voerendaal en op [naam basisschool] en de gespannen verhouding van [eisers] met de schooldirectie – waardoor ook op die nieuwe school de medewerkers bevooroordeeld zullen zijn, terwijl de informatie in het leerlingdossier onvolledig en merendeels onjuist is. Innovo handelt niet zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam onderwijsinstituut verwacht mag worden door een ontoereikend pestbeleid te voeren en het leerlingdossier niet naar waarheid op te maken, aldus [eisers].
3.4.
Innovo voert verweer, hetgeen erop neerkomt dat in de eerste plaats het leerlingdossier, met name de passages over de contacten met de ouders en het gedrag van [minderjarige], niet aan de opvolgend school wordt gezonden, terwijl in de tweede plaats het leerlingdossier geen onjuiste informatie bevat.

4.De beoordeling

4.0.
De vordering tegen [naam basisschool] behoeft geen beoordeling nu deze is ingetrokken. De voorzieningenrechter laat in het midden of [eisers] bij de gevorderde voorziening tegen Innovo een spoedeisend belang heeft, nu de voorziening ook om de navolgende, inhoudelijke redenen niet kan worden gegeven.
4.1.
Ter zitting is duidelijk geworden, zie 2.5 hierboven, dat Innovo enkel de stukken 2A en 2C c.q. 2B en 2C aan een opvolgende school voor basisonderwijs c.q. middelbaar onderwijs zal toezenden. In die rapportages wordt geen gewag gemaakt van pestgedrag of de verhouding tussen het schoolbestuur en de ouders. De vrees dat medewerkers van de opvolgende school door kennisname van díe gegevens bevooroordeeld zullen raken tegenover [minderjarige], mist dus grond.
4.2.
[eisers] heeft, op de vraag wat er aan de gegevens waarvan vaststaat dat ze wél aan een opvolgende school verzonden zullen worden, onjuist is en gewijzigd moet worden, de vordering gepreciseerd als volgt.
[eisers] is het niet eens met de volgende passage in stuk 2A, omdat [eisers] vindt dat [minderjarige] ziek is en dus geoorloofd afwezig:
“*De leerling verzuimt Zie bijlage 2[bedoeld is 2C]
Vanaf 27 februari is er sprake van vermoedelijk ongeoorloofd verzuim naar aanleiding van conflict schooladvies VO. Er is een melding gedaan bij bureau VSV (leerplichtambtenaar).”
[eisers] is het niet eens met de volgende passage in stuk 2B (pagina 6/8), wegens het ontbreken van nuance:
“Hij vindt het soms moeilijk om gepast te reageren. In frustratie reageert hij negatief naar medeleerlingen toe.”
[eisers] is het niet eens met stuk 2C wat betreft de registratie van de absentie vanaf
26 februari 2015 als “Type: Ongeoorloofd” en “Reden: ongeoorloofd afwezig”, omdat [minderjarige] al die tijd ziek en dus geoorloofd afwezig was. [eisers] verwijst naar de beoordeling door de eigen huisarts en de behandelend psycho-sociaal therapeut
4.3.
Innovo stelt dat voor haar de e-mail van 26 februari 2015 van [eisers] (zie 2.2), waarin als reden voor de ziekmelding het conflict met althans het ontbreken van vertrouwen in de schoolleiding is genoemd, leidend is. Innovo kan, zo stelt zij, niet anders dan deze ziekmelding als ongeoorloofd verzuim registreren, zo lang niet objectief – dat wil zeggen door de schoolarts – is vastgesteld dat [minderjarige] ziek is. De verklaring van de huisarts is daartoe naar de mening van Innovo onvoldoende.
4.4.
De voorzieningenrechter kan uit het relaas van de huisarts (zie 2.4) slechts concluderen dat [minderjarige] op 9 maart 2015 door de huisarts als ziek wordt beoordeeld – gelet op de rapportage van 6 maart 2015 overigens, mogelijkerwijs, (mede) ingegeven door de wens van de ouders – en in ieder geval door de GGZ moet worden gezien c.q. begeleid. De huisarts laat zich echter op 13 april 2015 over ziek zijn niet met zoveel woorden uit. [minderjarige] wordt door de huisarts op dat moment bovendien in staat geacht om meer(dere) uren per dag educatie te volgen.
4.5.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Innovo onder deze omstandigheden op goede gronden eraan twijfelt of het verzuim van [minderjarige] wordt veroorzaakt door ziekte van hem. Het feit dat Innovo het verzuim als “vermoedelijk ongeoorloofd afwezig” heeft gekarakteriseerd in stuk 2A en – bij het ontbreken van de mogelijkheid van nuancering door het woord “vermoedelijk” – als “ongeoorloofd afwezig” heeft genoteerd in stuk 2C, kan daarom niet leiden tot het oordeel dat Innovo niet zou hebben gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam onderwijsinstituut verwacht mag worden. Onder deze omstandigheden heeft Innovo vervolgens terecht, althans niet in strijd met de zojuist geformuleerde zorgvuldigheidsnorm, een “kennisgeving vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim“ gedaan aan de leerplichtambtenaar, als bedoeld in artikel 21 van de Leerplichtwet 1969.
4.6.
Gelet op het feit dat de ouders (1) krachtens artikel 36 van de Wet bescherming persoonsgegevens een correctierecht hebben, en derhalve de leerlingrapportage mogen aanvullen met hun eigen zienswijze, en (2) de mogelijkheid van een oordeel van de schoolarts over de vraag of het verzuim van [minderjarige] door ziekte wordt veroorzaakt hebben ontlopen door aan diens oproepen geen gehoor te geven, kan ook overigens niet worden geoordeeld dat Innovo met de belangen van [eisers] en [minderjarige] onvoldoende rekening zou hebben gehouden bij het opstellen van de gewraakte passages in stukken 2A en 2C.
4.7.
Voor enige wijziging van stuk 2B is door [eisers] onvoldoende gesteld. De ouders hadden ten minste moeten stellen welke testresultaten en gedragsevaluaties in dit stuk onjuist zijn genoteerd, en wat daar dan wel had moeten staan, hetgeen zij hebben nagelaten. Wat er staat (zie 4.2.) moge door de ouders ongewenst worden gevonden, maar van de onjuistheid van die gedragsevaluatie, of het ontbreken van belang bij de volgende school van [minderjarige] om ervan op de hoogte te zijn, is niet gebleken.
4.8.
De vordering wordt afgewezen en [eisers] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de nakosten, zoals in het dictum bepaald. De proceskosten worden aan de zijde van Innovo begroot op € 1.429,00
(€ 613,00 aan griffierecht en € 816,00 aan salaris advocaat).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding aan de zijde van Innovo, begroot op € 1.429,00, alsmede in de nakosten tot een bedrag van € 131,00, indien aanschrijving en geen betekening plaatsvindt, en van € 199, indien wel betekening plaatsvindt,
5.3.
verklaart dit vonnis voor zover het de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.P. van Unen en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB