In deze zaak, die diende als kort geding, hebben partijen op 22 juni 2015 een mondelinge behandeling gehad waarbij zij tot een vaststellingsovereenkomst zijn gekomen. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. drs. S.C. Blommendaal, vorderde een voorwaardelijke veroordeling tot ontruiming van het gehuurde appartement door de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De gedaagde heeft ingestemd met de gewijzigde eis van de eiser, die inhield dat de ontruiming pas mocht plaatsvinden na 1 augustus 2015.
De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 23 juni 2015 bepaald dat de gemaakte afspraken in de vaststellingsovereenkomst deel uitmaken van het vonnis. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om het appartement te ontruimen binnen drie dagen na betekening van het vonnis, tenzij zij het appartement op de afgesproken wijze voor 1 augustus 2015 had ontruimd. Tevens is bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de gedaagde onmiddellijk moet voldoen aan de ontruimingsverplichting, ongeacht of zij in hoger beroep gaat. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter E.P. van Unen.