ECLI:NL:RBLIM:2015:5873
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 10 maart 2015 beroep ingesteld bij de bestuursrechter tegen het niet tijdig beslissen op een bezwaarschrift door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond. Verzoeker heeft de verwerende partij in gebreke gesteld en na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 7 april 2015, waarin het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, heeft hij op 11 april 2015 een verzetschrift ingediend. De behandeling van het verzet stond gepland voor 2 juli 2015, waarbij mr. Th.M. Schelfhout de zaak zou behandelen. Verzoeker heeft op 25 mei 2015 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. Schelfhout, omdat hij vreest voor vooringenomenheid en een oneerlijk proces.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de gronden van verzoeker niet voldoende zijn om aan te nemen dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de aangevoerde gronden voornamelijk betrekking hebben op procesbeslissingen en dat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking daarom buiten behandeling gesteld, met de opmerking dat verzoeker geen voorwaarden kan stellen aan de behandeling van het wrakingsverzoek. Bovendien heeft de wrakingskamer aangegeven dat verzoeker misbruik maakt van de wrakingsprocedure door opvolgende verzoeken in te dienen die in strijd zijn met de bedoeling van de procedure.
De beslissing van de wrakingskamer is gegeven op 30 juni 2015 door de voorzitter en twee leden, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.