Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van belanghebbenden
5.De beoordeling
6.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg op 31 augustus 2015 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om af te zien van de wijziging van de verblijfplaats van haar minderjarige dochter, [X]. De moeder, die het ouderlijk gezag over [X] uitoefent, was niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek. De kinderrechter oordeelde dat de moeder niet tijdig had gereageerd op het besluit van de gecertificeerde instelling (GI) van 25 juni 2015, waarin werd besloten [X] van een crisisopvang naar een perspectiefbiedend pleeggezin te plaatsen. De moeder had haar verzoek op 16 juli 2015 ingediend, terwijl de termijn van twee weken, zoals voorgeschreven in artikel 1:264 lid 1 BW, was overschreden.
De kinderrechter heeft het procesverloop en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. De moeder voerde aan dat de GI onvoldoende onderzoek had gedaan naar de vermeende kindermishandeling en dat er strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel. De GI daarentegen betwistte de ontvankelijkheid van het verzoek en stelde dat de moeder niet had voldaan aan de vereisten voor een tijdige indiening. De kinderrechter concludeerde dat de moeder niet ontvankelijk kon worden verklaard, omdat er geen besluit van de GI voorlag waartegen beroep kon worden ingesteld.
De kinderrechter heeft de moeder niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek, wat betekent dat zij geen recht heeft op een herbeoordeling van de beslissing van de GI. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.