3.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de bewijsmiddelen
Feiten 1 tot en met 7
Na een anonieme melding d.d. 8 november 2012 inhoudende dat verdachte [verdachte] eigenaar is van restaurant “ [naam] ” en dat hij eigenaar is van verschillende hennepkwekerijen in en rondom Beekis door de politie nader onderzoek verricht, waaronder het verrichten van netmetingen door Enexis op de hoofdkabel waar ook de woningen in eigendom van verdachte [verdachte]op zijn aangesloten. De metingen werden verricht in de periode 26 november 2012 tot en met 3 december 2012 en in de periode 1 maart 2013 tot en met 4 maart 2013. De panden [adres] te Beek, [adres] te Beek en [adres] en [adres] te Geleen vielen allen onder het bereik van voornoemde metingen. De netmetingen gaven telkens een indicatie voor de exploitatie van hennepkwekerijen op de kabels waar voornoemde woningen van de verdachte [verdachte] op waren aangesloten.Dit heeft geleid tot invallen in voornoemde panden op 11 maart 2013.
[adres] te Beek
Op 11 maart 2013 hebben verbalisanten op het adres [adres] te Beek in een gemetseld bijgebouw/berging een hennepkwekerij aangetroffen waarin zich 99 hennepplanten bevonden. Op grond van hun kennis en ervaring hebben de verbalisanten de daar aanwezige planten als hennepplanten beoordeeld. In de meterkast was een illegale aansluiting gemaakt, waardoor diefstal van stroom plaatsvond.
Op 11 maart 2013 heeft een fraude-inspecteur van Enexis B.V. op het adres [adres] te Beek geconstateerd dat het deksel van de aansluitkast ongeoorloofd open is geweest en dat zich op de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale aansluiting bevond. Door de manipulatie werd afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage en het huishoudelijk verbruik niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Op deze wijze is minimaal 25.676 kWh weggenomen. Op 20 maart 2013 is namens Enexis B.V. vervolgens aangifte gedaan ter zake van diefstal van energie na verbreking van de verzegeling.
In de kelder van de [adres] te Beek was bovendien de watermeter verwijderd, waardoor diefstal van water plaatsvond.Een medewerker van Waterleidingmaatschappij Limburg heeft op 11 maart 2013 op het adres [adres] te Beek geconstateerd dat de watermeter was verwijderd. De verzegeling was verbroken, waardoor de waterafname niet werd geregistreerd. Op 12 maart 2013 is namens Waterleidingmaatschappij Limburg vervolgens aangifte gedaan ter zake van diefstal van water door middel van verbreking.
Op het moment van binnentreden werd medeverdachte [medeverdachte] in de kwekerij aangetroffen. Met toestemming van [medeverdachte] werd in zijn bestelauto, die stond geparkeerd voor de woning op eerdergenoemd adres, een onderzoek ingesteld. In het voertuig werden, onder meer, 931 hennepsteken aangetroffen en in beslag genomen. In de laadruimte van eerdergenoemde bestelbus bevonden zich behalve de 931 hennepstekken, ook nog diverse plastic zakken en dozen. In een blauwe plastic zak bevonden zich resten van hennepplanten (foto’s 5 en 7).In de andere plastic vuilniszakken werd afval van een hennepkwekerij aangetroffen, zoals:
- 6 lege stekkentrays van 84 stekken per tray (foto 49);
- vierkante bloempotten (foto 51);
- resten van (vijver)folie dat normaal in hennepkwekrijen op de grond ligt en waarop de
potten staan (foto 50);
- een soort isolatiematten (foto 53);
- plastic folie (foto 55);
- vuilnis (foto 56);
- stekblokjes met daarin hennepstekken (foto’s 54 en 59);
- potgrond met resten van hennepplanten (foto 58);
- resten van grotere hennepplanten (foto 60).
Verder zat in een doos een zwaar vervuilde ventilator. In een doosje zaten nieuwe schaartjes, zoals die vaker worden aangetroffen in hennepkwekerijen. In een kartonnen doos ten slotte zat een lege doos met een afbeelding van een dompelpomp. Dompelpompen worden eveneens zeer vaak gebruikt in hennepkwekerijen ter bevloeiing van de hennepplanten.
Tijdens de fouillering werden bij [medeverdachte] bovendien, onder meer, 2 sleutelbossen aangetroffen en in beslag genomen.De sleutels bleken toegang te verschaffen tot ruimtes van de panden van [verdachte] aan de [adres] te Beek en de [adres] en [adres] , waarin eveneens hennep(kwekerijen) werd(en) aangetroffen.
Aan elke bos sleutels die bij [medeverdachte] werd aangetroffen zat een afstandsbediening van het merk Hörmann. In de garage op het adres [adres] te Beek was een elektrische rolpoort van het merk Hörmann gemonteerd. Aan de voorzijde van het pand [adres] tot en met [adres] was eveneens een rolpoort van het merk Hörmann aanwezig. Met de aangetroffen afstandsbedieningen konden de voornoemde rolpoorten geopend en gesloten worden.
Verder kon met een sleutel aan de sleutelbos waaraan de afstandsbediening zat van de [adres] te Beek, de toegangsdeur van een afscheidingswand in de garage van het pand [adres] te Beek geopend worden en kon met een andere sleutel de kelderdeur worden geopend die toegang gaf tot de ruimte waarin een hennepkwekerij werd aangetroffen.
Met een van de sleutels aan de sleutelbos waaraan ook de afstandsbediening zat voor de rolpoort van de [adres] te Geleen, kon de toegangsdeur van perceel [adres] geopend worden. Hier werd een hennepstekkenkwekerij aangetroffen. Ook paste een sleutel op het hok onder de trap in de woonkamer van [adres] , waar drie dozen aangetroffen werden met een pakbon gericht aan [verdachte] , echter zonder adres. Ten slotte paste een andere sleutel op het slot van de toegangsdeur van de loods/schuur op het adres [adres] , waar zowel een grote hoeveelheid gedroogde henneptoppen als een hennepkwekerij werd aangetroffen.
Door de politie is gerelateerd dat de op het adres [adres] te Beek (het woonadres van [verdachte] ) aangetroffen transformatoren gelijk zijn aan de transformatoren die werden aangetroffen in de hennepkwekerijen op de adressen [adres] te Beek en [adres] en [adres] te Geleen. Alle transformatoren waren voorzien van een aluminium koellichaam met paarse vinnen. Door de taakveldhouder verdovende middelen, [naam] , is opgemerkt dat hij deze soort transformatoren nog nooit eerder heeft aangetroffen, terwijl hij bij de ruiming van ruim 300 hennepkwekerijen aanwezig is geweest.
Verklaring verdachte [verdachte]
Bij verhoor door de politie heeft verdachte [verdachte] bekend dat de hennepplantage op zijn woonadres, [adres] te Beek, van hem is. Hij heeft verklaard dat hij alles heeft uitbesteed omdat hij er zelf helemaal geen verstand van heeft. Hij zou hiervoor € 3.000,00 betaald hebben, welk bedrag verrekend zou worden met de eerste oogst. Verdachte heeft verklaard dat hij de personen die voor hem de hennepplantage hebben aangelegd, heeft gewezen waar de meterkast stond. De rest hebben ‘zij’ gedaan. De stroomvoorziening zou volgens de verdachte, zo verklaart hij bij de politie, twee weken geleden zijn aangesloten. De omleiding van het water ‘zal ook wel in het pakket zitten’, zo heeft verdachte verklaard.Hij heeft verklaard dat medeverdachte [medeverdachte] medio februari 2013 samen met twee mannen bij hem is komen kijken en dingen is komen opmeten. Zij zijn toen gaan plannen wat er moest gebeuren. Ze waren een maand geleden begonnen en na ongeveer 5 dagen stond alles klaar. Hij heeft verklaard dat [medeverdachte] een loopjongen is, die hij de sleutel heeft gegeven. [medeverdachte] staat bij hem op de loonlijst. Hij werkt (ook) in zijn restaurant. Als [medeverdachte] hem belde, dan moest [verdachte] hem altijd even binnenlaten. Hij heeft hem 5 of 6 keer binnengelaten.Hij bevestigt dat de panden op, onder meer, de [adres] , de winkelruimte die werd gehuurd door [medeverdachte] , en [adres] en [adres] te Geleen van hem zijn. Hij verklaart er één keer per jaar te komen. Ook geeft hij aan dat, onder meer, het pand [adres] te Beek van hem is. Hij heeft een makelaar, “ [naam] ”, die alles voor hem regelt met zijn panden, ook de huurovereenkomsten. Hij betaalt hem hiervoor. Hij geeft aan dat [medeverdachte] van [adres] (de winkelruimte) de afstandsbediening van de garagepoort heeft. Van de [adres] zou [medeverdachte] geen sleutel moeten hebben. [verdachte] heeft thuis een sleutelkast hangen. Als er iets mis is, komt zijn vader de sleutel bij hem ophalen om te kijken in het betreffende pand.
Verdachte [verdachte] heeft verklaard dat hij geen wetenschap had van de in de bestelbus van [medeverdachte] aangetroffen 931 hennepstekken, evenmin als van de andere hennepkwekerijen en aangetroffen hennep in de [adres] en [adres] en [adres] . Hij ontkent dat er vaker is geoogst op de [adres] te Beek als hem wordt voorgehouden dat [medeverdachte] heeft verklaard dat hij al vaker heeft helpen knippen op de [adres] .Ter zittingheeft de verdachte [verdachte] , anders dan hij bij de politie heeft verteld, verklaard wel al een eerdere oogst te hebben gehad op het adres [adres] te Beek. Hij heeft verklaard dat de oogst in drie keer is geknipt, reden waarom [medeverdachte] bij de politie zou hebben verklaard al vaker geholpen te hebben met knippen. [verdachte] heeft verder op zitting verklaard dat [medeverdachte] een aanspreekpunt, een soort conciërge, was voor de panden op de [adres] , waar deze een winkelruimte huurde op [adres] . Om die reden zou [medeverdachte] de beschikking hebben over de sleutels van [adres] en [adres] . Ook heeft hij verklaard dat zijn vader in zijn opdracht in zijn panden kwam als er iets geregeld moest worden.
Verklaring verdachte [medeverdachte]
Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij verhoor door de politie verklaard dat hij voor verdachte [verdachte] werkt in diens horecaonderneming en hem ook wel eens een handje helpt met andere klussen. Aan dit helpen waren ‘wat extra’s verbonden’. De plantage op [adres] te Beek was niet van hem, maar van verdachte [verdachte] . Onder ‘helpen’ verstaat [medeverdachte] in dit verband: watertonnen vullen, water geven, rotzooi opruimen, poetsen, potten vullen. Ook heeft hij een paar keer geholpen met knippen. Gevraagd naar de hennepstekken in zijn auto en de sleutels en hennepkwekerijen in de panden waar de sleutels toegang tot geven, beroept hij zich op zijn zwijgrecht.
[adres] te Beek
Op 11 maart 2013 is door de politie eveneens in een kelder in een garage, behorende bij de woning [adres] te Beek, een in werking zijnde hennepplantage aangetroffen met daarin 90 hennepplanten. Door een medewerker van Enexis werd geconstateerd dat vóór de elektriciteitsmeter een illegale aftakking was gemaakt. Op grond van zijn kennis en ervaring heeft de verbalisant, taakveldhouder verdovende middelen, geconstateerd dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
Op 11 maart 2013 heeft een fraude-inspecteur van Enexis B.V. op het adres [adres] te Beek geconstateerd dat het deksel van de aansluitkast ongeoorloofd open is geweest en dat zich op de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale aansluiting bevond. Door de manipulatie werd afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Op deze wijze is minimaal 64.374 kWh weggenomen. Op 19 maart 2013 is namens Enexis B.V. aangifte gedaan ter zake van diefstal van energie na verbreking van de verzegeling.
Verklaring verdachte [verdachte]
Verdachte heeft bij verhoor door de politie verklaard, zoals hiervoor reeds werd aangegeven, dat hij geen weet heeft van een hennepplantage in zijn pand op het adres [adres] te Beek. De woning zou, samen met de garage met kelder, door hem zijn verhuurd aan huurder [naam] , die iets wilde waar hij zijn auto kon parkeren. [naam] zou twee verschillende huurcontracten hebben: een voor de woning en een voor de garage. Deze zouden gelijktijdig zijn ondertekend. Zowel [naam] als verdachte [verdachte] zou een afstandsbediening hebben van de garage. Alleen [naam] zou de sleutel van de deur in het wandje in de garage hebben. [medeverdachte] zou voor de [adres] formeel geen sleutel moeten hebben.Wel kwam zijn vader in zijn opdracht op de [adres] , zo heeft [verdachte] ter zitting verklaard.
Ter zitting heeft de raadsman van de verdachte – voor het eerst, terwijl daar eerder door de politie bij verdachte om is verzocht – een huurovereenkomst op naam van [naam] voor deze garage overgelegd. Ook heeft de raadsman op de zitting kopieën van bankafschriften van een Rabobankrekening van verdachte [verdachte] overgelegd, waarop is te lezen dat in de periode juli 2012 tot en met december 2012, maandelijks via het geldwisselkantoor [naam] een huurbedrag van € 618,- wordt overgemaakt met vermelding “ [naam] .”Verdachte heeft ter zitting verklaard nooit op de [adres] te Beek te komen.
De verklaring van verdachte [medeverdachte]
Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij verhoor door de politie geen verklaring afgelegd omtrent de op de [adres] te Beek aangetroffen hennepkwekerij. Hij heeft gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht.
[naam] , de huurder van de woning aan de [adres] te Beek, is op 12 maart 2013 door de politie als verdachte gehoord. Hij heeft verklaard dat hij niet wist dat er een garage bij zijn woning hoorde. Hij huurde de woning sinds april 2012. Hij is verslaafd aan alcohol en maakt zijn post nooit open. Voor zover hij weet, heeft hij nog nooit iets aan Enexis betaald. Hij weet niets van diefstal van stroom in zijn woning. Toen hij in april 2012 in zijn woning ging wonen, had hij wel gezien dat naast de meterkast een aantal zekeringen en een stuk elektriciteitskabel lagen. Deze liggen daar nog steeds. De plantage is niet van hem, anders zou hij niet naar de voedselbank hoeven te gaan. Hij is nog nooit in de garage geweest.Op 6 mei 2013 is [naam] nogmaals door de politie als verdachte gehoord. Hij heeft toen nogmaals verklaard niets te weten over de plantage die in de garage is aangetroffen. Ook heeft hij slechts één huurcontract ondertekend: voor de woning. Hij heeft ook geen garage nodig, want hij heeft noch een fiets noch een auto.
De getuige [getuige 1] heeft bij verhoor door de politie verklaard dat zij woont op het adres [adres] te Beek. Zij huurt de woning van verdachte. Via de achtertuin heeft ze toegang tot een garage waarvan de ingang aan de [adres] ligt. Zij huurt deze garage niet, maar zij mag hem wel gebruiken om met haar fiets door te lopen. De garage en de kelder, die erbij hoort, zijn van verdachte. Een paar jaar geleden stond in de garage opeens een afscheidingswand, waardoor een aparte ruimte is ontstaan. Middels een trap biedt deze ruimte toegang tot de kelder. Daar kan zij niet komen. De scheidingsmuur is gemaakt toen de garage werd verhuurd. Dat was op het moment dat verdachte [verdachte] de huurbaas was geworden. Ze heeft wel eens een auto in de garage gezien, maar die stond er dan maar heel kort.
De getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij woont aan de [adres] te Beek. De woning en de garage aan de [adres] zijn sinds ongeveer 5 jaar eigendom van verdachte. De garage wordt los verhuurd van de woning. In de winter viel haar altijd op dat een gedeelte van het dak sneeuwvrij was. Vanaf het moment dat [verdachte] eigenaar was, zag zij geregeld verschillende personen in en bij de garage. Ook zag ze de vader van [verdachte] vaker in of bij de garage. De personen spraken soms Nederlands. Soms kwamen buitenlandse types, wat ze aan de taal hoorde die zij spraken. Er kwamen 1 of 2 keer per week personen. Die waren haar onbekend. Alleen [verdachte] en zijn vader kent ze. De poort werd dan geopend en vervolgens werd een busje voor de helft naar binnen gereden.
[adres] en [adres] te Geleen
Ten slotte heeft de politie op 11 maart 2013 ook op de adressen [adres] en [adres] te Beek meerdere hennepkwekerijen aangetroffen. Op grond van hun kennis en ervaring beoordeelden de verbalisanten de aangetroffen planten als hennepplanten. In de loods ( [adres] ) werden 8.402 gram gedroogde henneptoppen en, verdeeld over drie ruimtes, 317 hennepplanten aangetroffen. In twee ruimten gelegen aan de rechterzijde van de loods werden respectievelijk 43 en 39 hennepplanten aangetroffen. In de kelderruimte onder de loods stonden 235 hennepplanten. In de woning boven het bedrijfspand ( [adres] ) werden 145 moederplanten en 924 hennepstekken aangetroffen.
Geconstateerd werd dat de stroom ten behoeve van de kwekerij illegaal werd afgenomen door middel van een illegale aftakking vóór de elektriciteitsmeter.
Op 11 maart 2013 heeft een fraude-inspecteur van Enexis B.V. op de adressen [adres] en [adres] te Geleen geconstateerd dat het deksel van de aansluitkast ongeoorloofd open is geweest en dat zich op de zekeringhouders een illegale aansluiting bevond. Door de manipulatie werd afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Op deze wijze is op het adres [adres] minimaal 4.500 kWh weggenomen en op het adres [adres] minimaal 25.992 kWh. Op 23 april 2013 is namens Enexis B.V. aangifte gedaan ter zake van diefstal van energie na verbreking van de verzegeling.
Verklaring verdachte [verdachte]
Verdachte [verdachte] heeft bij verhoor door de politie verklaard, zoals hiervoor reeds aangegeven, dat de panden aan de [adres] , [adres] en [adres] te Geleen zijn eigendom zijn. Hij weet niets van de plantages. Hij weet ook niet hoe medeverdachte [medeverdachte] aan de sleutels van de panden [adres] , [adres] , en [adres] komt. [medeverdachte] heeft wel de sleutel van de deur van de winkel die hij sinds 2 à 3 jaar huurt op [adres] en de afstandsbediening van de garagepoort. Formeel hebben alleen verdachte zelf en de huurder een sleutel. Verdachte verklaart voorts dat hij de sleutels van de panden bij hem thuis in de sleutelkast bewaart. In geval van een gebrek aan een pand wordt hij door de makelaar, [naam] , in kennis gesteld. Dan stuurt verdachte zijn vader om een reparatie te verrichten. De dochter van [naam] woont op [adres] . Zij huurt ook de achterruimte [adres] . De bewoners hebben een sleutel van hun wooneenheid. Verder verklaart verdachte dat [naam] de huurder is van [adres] en [adres] . [medeverdachte] heeft deze huurder aangeleverd en ook gezorgd voor de ondertekening van de contracten en de aflevering van de sleutels.
Ter zittingheeft verdachte [verdachte] verklaard dat [medeverdachte] een soort conciërge was voor de panden op de [adres] te Geleen en dat verdachtes vader op 11 maart 2013 aan [medeverdachte] ‘de volledige sleutelbos’ had gegeven, zodat [medeverdachte] in het pand aan de [adres] te Geleen, dat verhuurd was geweest aan [naam] , opruimwerkzaamheden kon verrichten. Zijn vader kwam in zijn opdracht in zijn panden, zo heeft [verdachte] ter zitting verklaard. Verder heeft de raadsman op de zitting kopieën van bankafschriften van een Rabobankrekening van de verdachte [verdachte] overgelegd, waarop is te lezen in de periode juli, augustus en november 2012 via het geldwisselkantoor [naam] een (wisselend) huurbedrag wordt overgemaakt met vermelding “ [adres] ”
Verklaring van verdachte [medeverdachte]Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij verhoor door de politie ook met betrekking tot de op de [adres] te Geleen aangetroffen hennepkwekerijen gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht.
[naam] heeft tijdens zijn verhoor door de politie op 6 mei 2013 desgevraagd verklaard dat zijn dochter niet in de [adres] in Geleen heeft gewoond.
Overwegingen omtrent het bewijs
De rechtbank overweegt dat verdachte [verdachte] heeft bekend dat hij samen met anderen, onder wie medeverdachte [medeverdachte] , op het adres [adres] te Geleen hennep heeft geteeld en stroom en water heeft gestolen. [medeverdachte] voerde de werkzaamheden in zijn opdracht uit op de [adres] te Geleen.
Bij het binnentreden door de politie ter ontmanteling van deze hennepkwekerij werd medeverdachte [medeverdachte] ook werkende in deze kwekerij aangetroffen. Ook [medeverdachte] heeft erkend dat hij voor [verdachte] klussen heeft gedaan in de hennepkwekerij op de [adres] te Beek.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen het gezamenlijk telen van 99 hennepplanten op 11 maart 2013 op de [adres] te Beek ten aanzien van beide verdachten bewezen kan worden verklaard, evenals ten aanzien van de verdachte de diefstal van stroom en water, samen met anderen, op dat adres, bewezen kan worden verklaard. Nu enkel 11 maart 2013 ten laste is gelegd, kan de tenlastegelegde hoeveelheid stroom niet bewezen worden verklaard.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of aan een of beide verdachten ook de teelt van hennep op de [adres] te Beek en teelt van hennep(stekken) en aanwezigheid van hennep op de [adres] en [adres] te Geleen kan worden verweten. En, ten aanzien van verdachte [verdachte] , de diefstal van stroom op die adressen. Beide verdachten ontkennen daarmee enige bemoeienis te hebben gehad.
In dit verband stelt de rechtbank vast, dat de betreffende panden in eigendom zijn van de verdachte.
Wat de [adres] betreft, overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte [verdachte] verwijst naar [naam] , die voor de hennepkwekerij in de garage [adres] te Beek verantwoordelijk zou zijn geweest, evenals voor de diefstal van stroom, die ten behoeve van de hennepteelt via zijn woning op dat adres werd gestolen.
De rechtbank overweegt hierover dat [naam] ontkent een hennepkwekerij te hebben gehad, en verklaart niet eens te weten dat de betreffende garage bij de huur van zijn woning zou inbegrepen zijn. Uit het huurcontract van de woning blijkt dit ook niet. Hij zou ook geen garage nodig hebben, omdat hij noch een fiets, noch een auto heeft. Hij heeft toen hij woning ging huren, gezien dat er zekeringen en een kabel naast de meterkast lagen, die er nog steeds liggen. Hij is alcoholist en leeft van de voedselbank en maakt zijn post niet open.
Ook de getuige [getuige 2] geeft aan dat de garage los van de woning wordt verhuurd en zij ziet bij de garage regelmatig de vader van verdachte en verschillende haar onbekende personen. Ze ziet dan dat er een busje half naar binnen wordt gereden, maar verder kan ze niet zien wat er dan gebeurt.
Een link met [naam] legt deze getuige niet. Ook de getuige [getuige 1] legt geen relatie met [naam] . Wel geeft ze aan dat sinds verdachte [verdachte] huurbaas is, een scheidingswand in de garage is gemaakt toen deze werd verhuurd.
Verder overweegt de rechtbank dat eerst ter zitting door de raadsman van verdachte [verdachte] een huurovereenkomst van de garage op naam van [naam] is overgelegd, evenals betalingsbewijzen waarop diens naam is vermeld. Deze stukken overtuigen de rechtbank niet. Immers, niet valt in te zien waarom [verdachte] deze pas op de zitting overlegt. Te meer nu hij daar eerder door de politie om is gevraagd, zoals de officier van justitie terecht heeft opgemerkt. Ook aan de kopieën van bankafschriften hecht de rechtbank niet de waarde die de raadsman daaraan wil verbinden. Immers, deze zien niet op de tenlastegelegde datum. Maar wat belangrijker is, de enkele vermelding van de naam van [naam] , maakt niet dat eenduidig en verifieerbaar kan worden vastgesteld dat deze betaling door [naam] is geschied. Dit klemt te meer nu het gaat om een transactie via het GWK [naam] , waar (contant) geld door iedereen op elke rekening kan worden gestort.
Naar het oordeel van de rechtbank is het, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, een en ander in onderlinge samenhang gezien, niet aannemelijk geworden dat het [naam] is geweest die de garage aan de [adres] heeft gehuurd dan wel daarover anderszins beschikkingsmacht heeft gehad en daarin hennep heeft geteeld. Dat [naam] niet steeds op alle punten eenduidig heeft verklaard, kan naar het oordeel van de rechtbank aan deze conclusie niet afdoen. Hieruit volgt ook, dat ook niet aannemelijk is geworden – nu daarvoor ook het tegendeel niet aannemelijk is geworden – dat [naam] de stroom voor de hennepkwekerij in de garage in de door hem gehuurde woning heeft afgetapt.
Vast staat dat verdachte [verdachte] als eigenaar de beschikkingsmacht had over de garage [adres] te Beek, waarvoor de stroom via de woning van [naam] werd afgetapt. Dat [verdachte] geen wetenschap had van wat zich in de garage afspeelde, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Immers, niet aannemelijk is geworden dat de garage aan een derde verhuurd is geweest op 11 maart 2013. Dit, terwijl verdachtes vader, die, zoals [verdachte] ook weer ter zitting heeft verklaard, in zijn opdracht handelde, vaker is gezien in en bij de garage op de [adres] en ook de nodige andere onbekende personen daar zijn gezien. Verder beschikte [medeverdachte] , “de loopjongen”, die “klussen” voor [verdachte] verrichte en bij hem op de loonlijst stond, over een sleutelbos met een afstandsbediening en sleutels van dit pand, terwijl hij daar niets te zoeken had.
Het is niet aannemelijk dat de sleutels van een hennepkwekerij zomaar aan een derde ter beschikking worden gesteld. Dit duidt naar het oordeel van de rechtbank op een sterke vertrouwensband en nauwe samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte] . [medeverdachte] beschikte immers ook over de sleutel die toegang gaf tot de hennepplantage in [verdachte] ’ woning, waar [verdachte] hem de zorg voor zijn hennepplantage toevertrouwde.
Hierbij neemt de rechtbank nog in aanmerking dat [medeverdachte] bus op 11 maart 2013 ook was uitgerust voor “hennepklussen”, te weten met onder meer 931 stekken. [medeverdachte] heeft zich zowel over de sleutels voor [adres] te Beek als over de aanwezigheid van de hennepstekken in de bus, bij de politie beroepen op zijn zwijgrecht.
Ten slotte neemt de rechtbank in aanmerking dat, onder meer, de transformatoren op de [adres] te Beek dezelfde (unieke) kenmerken hadden als die op de [adres] te Beek en [adres] en [adres] te Geleen, te weten paarse vinnen.
De stroom ten behoeve van de plantage werd afgetapt. De rechtbank acht verdachte [verdachte] hiervoor verantwoordelijk te houden, nu hij op zijn minst op de koop toe heeft genomen dat degenen die voor hem de plantage hebben aangelegd, ook de stroom hebben afgetapt. Verdachte zegt immers soortgelijke werkzaamheden uit te besteden mede omdat hij er zelf geen verstand van heeft als het over de [adres] te Beek gaat en over zijn (hierna nog te bespreken) restaurant [naam] , waar ook stroom werd afgetapt.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de bewijsmiddelen en hetgeen daarover hiervoor is overwogen, wettig en overtuigend kan worden bewezen, dat verdachte, samen met anderen, in elk geval samen met [medeverdachte] , op de [adres] te Beek, op 11 maart 2013, hennep heeft geteeld en ook dat hij samen met een ander of anderen stroom van Enexis heeft gestolen op de [adres] te Beek. Nu enkel 11 maart 2013 ten laste is gelegd, kan de tenlastegelegde hoeveelheid stroom niet bewezen worden verklaard.
Wat de [adres] en [adres] te Geleen betreft overweegt de rechtbank als volgt.
Dat de woning op [adres] gehuurd werd door de dochter van [naam] , is naar het oordeel van de rechtbank niet vast komen te staan of aannemelijk geworden. De rechtbank neemt in aanmerking dat de dochter niet in de woning is aangetroffen, en dat [naam] heeft verklaard dat zijn dochter er niet heeft gewoond. Wat betreft de door de verdediging eerst op zitting overgelegde betalingsbewijzen, stelt de rechtbank ook ten aanzien van deze kopieën van bankafschriften vast dat ze niet zien op de datum in de tenlastelegging. Maar ook ten aanzien van de vermeende afzender kan niet eenduidig en verifieerbaar worden vastgesteld dat dit [naam] is geweest die - voor zijn dochter - de huur op de [adres] zou hebben voldaan. Gezien de persoonlijke omstandigheden van [naam] zoals die uit het dossier blijken, lijkt dit ook niet waarschijnlijk, laat staan aannemelijk. Derhalve kan aan deze stukken niet de betekenis worden gehecht, die de raadsman daaraan verbonden wil zien. Dat [naam] niet steeds op alle punten eenduidig heeft verklaard, kan naar het oordeel van de rechtbank niet aan voornoemde conclusie afdoen.
Vast staat dat verdachte [verdachte] als eigenaar de beschikkingsmacht had over de woning [adres] en de loods/schuur [adres] te Geleen. Dat [verdachte] geen wetenschap had van wat zich in de garage afspeelde, acht de rechtbank ook hier niet geloofwaardig. Immers, niet is aannemelijk geworden dat de woning en loods/schuur aan een derde verhuurd is geweest op 11 maart 2013. Ook hier geldt dat [medeverdachte] , “de loopjongen”, die “klussen” voor [verdachte] verrichte en bij hem op de loonlijst stond, beschikte over een sleutelbos met een afstandsbediening en sleutels van deze panden, terwijl hij daar niets te zoeken had. Dat hij die sleutels had omdat hij een soort conciërge voor de huurders was, acht de rechtbank niet aannemelijk geworden. Dit heeft [verdachte] eerst op de zitting verklaard, terwijl hij eerder aangaf dat [medeverdachte] enkel een afstandsbediening en een sleutel van het winkelpand [adres] te Geleen had. Ook gaf hij eerder aan dat zijn vader zich, als er iets was, om de huurpanden bekommerde. En daarnaast zou hij nog gebruik maken van de betaalde diensten van makelaar “ [naam] ”. [medeverdachte] heeft zich bij de politie op zijn zwijgrecht beroepen.
Ook hier geldt dat het niet aannemelijk is, dat de sleutels van een hennepkwekerij zomaar aan een derde ter beschikking worden gesteld en dat dit duidt op een sterke vertrouwensband en nauwe samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte] . [medeverdachte] beschikte immers ook over de sleutel van de hennepplantage in [verdachte] ’ woning, waar [verdachte] hem de zorg voor zijn hennepplantage toevertrouwde. En hij beschikte over een sleutelbos voor het pand in de [adres] , waar tevens een hennepplantage aanwezig was, zoals hiervoor werd overwogen.
Verder neemt de rechtbank ook hier in aanmerking dat [medeverdachte] bus op 11 maart 2013 was uitgerust voor “hennepklussen”, te weten met onder meer 931 stekken. [medeverdachte] heeft zich ook over aanwezigheid van de hennepstekken in de bus bij verhoor door de politie beroepen op zijn zwijgrecht.
Bij dit alles neemt de rechtbank ook hier in aanmerking dat, onder meer, de transformatoren in de hennepkwekerijen op [adres] te Geleen gelijk waren aan die op de [adres] te Beek en die in de hennepkwekerij op de [adres] te Beek, ze waren uitgerust met dezelfde (unieke) paarse vinnen.
De stroom ten behoeve van de plantage werd afgetapt. De rechtbank acht verdachte [verdachte] hiervoor verantwoordelijk te houden, nu hij op zijn minst op de koop toe heeft genomen dat degenen die voor hem de plantage hebben aangelegd, ook de stroom hebben afgetapt. Verdachte zegt immers soortgelijke werkzaamheden uit te besteden, mede omdat hij er zelf geen verstand van heeft als het over de [adres] te Beek gaat en over zijn (hierna nog te bespreken) restaurant [naam] , waar ook stroom werd afgetapt.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, en hetgeen de rechtbank hiervoor daarover heeft overwogen, acht de rechtbank bewezen dat verdachte op 11 maart 2013, samen met een ander of anderen, in elk geval samen met [medeverdachte] hennep heeft geteeld op de [adres] en [adres] en hennep aanwezig heeft gehad op de [adres] te Geleen. Ook acht de rechtbank bewezen dat verdachte samen met een ander of anderen, stroom heeft gestolen op de [adres] en [adres] te Geleen. Nu enkel 11 maart 2013 ten laste is gelegd, kan de tenlastegelegde hoeveelheid stroom niet bewezen worden verklaard.
Gelet op de bewezenverklaring hiervoor, acht de rechtbank verdachte [verdachte] samen met [medeverdachte] ook verantwoordelijk voor de aanwezigheid van de 931 hennepstekken die in de bestelbus van [medeverdachte] voor de woning van verdachte zijn aangetroffen. Immers, medeverdachte [medeverdachte] was op dat moment werkzaam voor verdachte in diens hennepkwekerij op de [adres] te Beek, terwijl de rechtbank bewezen heeft verklaard dat verdachte [verdachte] en [medeverdachte] ook samen hennep(stekken)kwekerijen hadden op de [adres] te Beek en [adres] en [adres] te Geleen. Al het voorgaande in aanmerking nemend, is de rechtbank van oordeel dat verdachte dan ook voorwaardelijk opzet op de aanwezigheid van hennepstekken in de bestelbus van [medeverdachte] kan worden verweten. Immers, de man die voor hem werkt, in de hennepplantages in zijn woningen, en die zich daarbij verplaatst in de aangetroffen bus, zal op enig moment, behalve ander materiaal voor zijn “hennepklussen”, ook hennepstekken vervoeren, om nieuwe plantages in te richten, dan wel om die stekken te verkopen aan derden. Derhalve acht de rechtbank ook dit onderdeel van feit 1 bewezen.
Dat betekent dat de rechtbank de feiten 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 primair en 7 bewezen acht.
Feit 03/866009-15
Op 11 maart 2013 hebben verbalisanten een onderzoek ingesteld in het pand [adres] te Beek. Door een fraude-inspecteur van Enexis is geconstateerd dat een illegale aansluiting was gemaakt voor de stroommeter.
Op 11 maart 2013 heeft een fraude-inspecteur van Enexis B.V. op het adres [adres] te Beek geconstateerd dat het deksel van de aansluitkast ongeoorloofd open is geweest en dat zich op de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale aansluiting bevond. Door de manipulatie werd afgenomen elektriciteit niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Op deze wijze is minimaal 171.568 kWh weggenomen. Op 20 maart 2013 is namens Enexis B.V. aangifte gedaan ter zake van diefstal van energie na verbreking van de verzegeling.
Bij verhoor door de politie op 12 maart 2013 heeft verdachte verklaard dat de stroomvoorziening in de zomer van 2012 is aangelegd door een elektricien. Met de eigenaren van het pand [adres] was afgesproken stroom weg te pakken van het naastgelegen pand, dit vanwege een stroomtekort in het bedrijf. Hij weet niets van een omleiding in het stroomnetwerk, waardoor stroom niet werd betaald.
Ter terechtzitting heeft verdachte (anders) verklaard, namelijk dat hij wist dat de stroom werd afgenomen van het naastgelegen pand en dat de stroom niet door de meter ging. Hij heeft verklaard de kosten van de van de [adres] afgetapte stroom per bank te hebben betaald aan zijn buurvrouw, mevrouw [naam] , zijnde de eigenaar van het pand [adres] . Verifieerbare bewijsstukken van deze betaling zijn echter niet overgelegd, zodat het gaat om een enkele bewering, voor het eerst op de zitting gedaan. Ook doet deze verklaring niet af aan de constatering van de fraude-inspecteur van Enexis dat zich in de meterkast van verdachte een illegale aansluiting bevond. Dat de situatie thans anders is in het restaurant – verdachte zou het naastgelegen pand nu ook huren en de stroom via dat pand afnemen met instemming van Enexis – kan evenmin aan de bewezenverklaring afdoen.
Nu verdachte heeft bekend dat de stroom is afgetapt en niet aannemelijk is geworden dat hij de kosten voor deze afgetapte stroom destijds wel aan Enexis heeft voldaan, acht de rechtbank, de diefstal van stroom op 11 maart 2013, zoals tenlastegelegd, bewezen, met uitzondering van de hoeveelheid stroom, die immers gerelateerd is aan de periode vanaf 2009.