ECLI:NL:RBLIM:2015:7952

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 september 2015
Publicatiedatum
18 september 2015
Zaaknummer
03/866117-13 OWV
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontnemingsprocedure inzake wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt

Op 18 september 2015 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die was veroordeeld voor hennepteelt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die bijgestaan werd door mr. W.R. Smeets, wederrechtelijk verkregen voordeel heeft behaald uit zijn activiteiten in de hennepkwekerij. De vordering van de officier van justitie was gericht op het vaststellen van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat werd geschat op € 162.765,78. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 4 september 2015, waarbij zowel de verdachte als zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in verschillende hennepkwekerijen op meerdere adressen heeft geoogst, en dat er voldoende bewijs was voor de vordering van de officier van justitie. De rechtbank heeft de vordering toegewezen en de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling van het geschatte voordeel aan de staat. De uitspraak is gedaan op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte en zijn medeverdachte als medeplegers moeten worden aangemerkt, en dat de betalingsverplichting hoofdelijk aan beiden zal worden opgelegd.

Uitspraak

RECHTbANK Limburg

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/866117-13 OWV
Tegenspraak
Uitspraak van de meervoudige kamer d.d. 18 september 2015 op de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht
in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
hierna te noemen: [verdachte] .
[verdachte] wordt bijgestaan door mr. W.R. Smeets, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 september 2015. [verdachte] en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De behandeling van de ontnemingsvordering heeft gelijktijdig plaatsgehad met de behandeling van de strafzaak met parketnummer 03/866117-13. Op 18 september 2015 heeft de rechtbank eerst vonnis gewezen in de strafzaak. Vervolgens is de onderhavige uitspraak gewezen.

2.De vordering van de officier van justitie

De vordering van de officier van justitie strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en het aan [verdachte] opleggen van de verplichting tot betaling aan de staat van dat geschatte voordeel. De officier van justitie heeft dit bedrag geschat op € 162.765,78.
Volgens de officier van justitie zou [verdachte] dit voordeel hebben verkregen door middel van andere strafbare feiten dan de feiten waarvoor [verdachte] is veroordeeld. Er zouden voldoende aanwijzingen bestaan dat ook deze andere feiten door [verdachte] zijn begaan.

3.De beoordeling

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [verdachte] in de hennepkwekerij die is aangetroffen op het adres [adres 1] viermaal heeft geoogst. Ook in de hennepkwekerij die is aangetroffen op het adres [adres 2] heeft [verdachte] volgens de officier van justitie viermaal geoogst. De hennepkwekerij die is aangetroffen aan de [adres 3] bestond uit drie ruimten. Volgens de officier van justitie heeft [verdachte] in de ruimten I en II viermaal geoogst en in de ruimte III driemaal.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, omdat uit dossier niet blijkt dat [verdachte] enig wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Inleiding
Bij voormeld vonnis d.d. 18 september 2015 is [verdachte] , onder meer, veroordeeld wegens
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod (meermalen gepleegd), gepleegd op 11 maart 2013.
De officier van justitie heeft de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig gemaakt binnen de daarvoor gestelde termijn.
Ingevolge het bepaalde in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht moet worden onderzocht of, en zo ja in hoeverre, [verdachte] voordeel heeft verkregen door middel van de feiten waarvoor de veroordeling heeft plaatsgevonden en/of andere strafbare feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door [verdachte] zijn begaan.
3.3.2
Het bewijs [1]
Op 11 maart 2013 hebben verbalisanten op het adres [adres 1] in een gemetseld bijgebouw/berging een hennepkwekerij aangetroffen waarin zich 99 hennepplanten bevonden. Op grond van hun kennis en ervaring hebben de verbalisanten de daar aanwezige planten als hennepplanten beoordeeld. Op het moment van binnentreden werd [verdachte] in de kwekerij aangetroffen.
Met toestemming van [verdachte] werd in zijn bestelauto, die stond geparkeerd voor de woning op eerdergenoemd adres, een onderzoek ingesteld. In het voertuig werden 931 hennepstekken aangetroffen en in beslag genomen.
In de laadruimte van eerdergenoemde bestelbus bevonden zich ook diverse plastic zakken en dozen. In een blauwe plastic zak bevonden zich resten van hennepplanten (foto’s 5 en 7). [2] In de plastic vuilniszakken bevond zich afval van een hennepkwekerij, zoals:
- 6 lege stekkentrays van 84 stekken per tray (foto 49);
- vierkante bloempotten (foto 51);
- resten van (vijver)folie dat normaal in hennepkwekrijen op de grond ligt en waarop de
potten staan (foto 50);
- een soort isolatiematten (foto 53);
- plastic folie (foto 55);
- vuilnis (foto 56);
- stekblokjes met daarin hennepstekken (foto’s 54 en 59);
- potgrond met resten van hennepplanten (foto 58);
- resten van grotere hennepplanten (foto 60).
Verder zat in een doos een zwaar vervuilde ventilator. In een doosje zaten nieuwe schaartjes, zoals verbalisant die vaker heeft aangetroffen in hennepkwekerijen. In een kartonnen doos zat een lege doos met een afbeelding van een dompelpomp. Dompelpompen worden zeer vaak gebruikt in hennepkwekerijen ter bevloeiing van de hennepplanten, aldus verbalisant. [3]
Tevens werden 2 bossen sleutels in de fouillering van [verdachte] aangetroffen en in beslag genomen. De sleutels bleken toegang te verschaffen tot de panden van [medeverdachte] aan de [adres 2] en [adres 3] waar ook hennepkwekerijen werden aangetroffen evenals een grote hoeveelheid gedroogde henneptoppen. [4] [verdachte] heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen ten aanzien van deze sleutels.
Op 11 maart 2013 heeft een verbalisant in een kelder in een garage, behorende bij de woning [adres 2] , een in werking zijnde hennepplantage aangetroffen met daarin 90 hennepplanten. Op grond van zijn kennis en ervaring heeft de verbalisant, taakveldhouder verdovende middelen, geconstateerd dat de aangetroffen planten hennepplanten waren. [5]
Op 11 maart 2013 zijn verder nog op de adressen [adres 3] meerdere hennepkwekerijen aangetroffen. Op grond van hun kennis en ervaring beoordeelden de verbalisanten de aangetroffen planten als hennepplanten. In de loods ( [adres 3] ) werden 8.402 gram gedroogde henneptoppen en, verdeeld over drie ruimtes, 317 hennepplanten aangetroffen. In twee ruimten gelegen aan de rechterzijde van de loods werden respectievelijk 43 en 39 hennepplanten aangetroffen. In de kelderruimte onder de loods stonden 235 hennepplanten. In de woning boven het bedrijfspand ( [adres 3] ) werden 145 moederplanten en 924 hennepstekken aangetroffen. [6]
[verdachte] heeft bij verhoor door de politie verklaard dat hij voor [medeverdachte] werkt in diens horeca-onderneming en hem wel eens een handje helpt ook bij andere klussen. Aan dit helpen waren ‘wat extra’s verbonden’. Onder ‘helpen’ verstaat [verdachte] in dit verband van de [adres 1] : watertonnen vullen, water geven, rotzooi opruimen, poetsen, potten vullen. Ook heeft hij een paar keer geholpen met knippen. [7]
In het vonnis in de strafzaak jegens [verdachte] heeft de rechtbank bewezen verklaard dat [verdachte] samen en in vereniging met een of meer anderen, in elk geval samen met [medeverdachte] , op voornoemde adressen hennep heeft geteeld of aanwezig heeft gehad op 11 maart 2013. Voor de bewijsmiddelen en de overwegingen verwijst de rechtbank naar dit vonnis, waarbij ook is gerelateerd waarom de rechtbank heeft geconcludeerd tot een nauwe en bewuste samenwerking tussen beiden.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 september 2015 in de gelijktijdig behandelde, maar niet gevoegde strafzaak tegen [medeverdachte] (03/866117-14) maakt op verzoek van de raadsman deel uit van het onderhavige dossier.
De verklaring van [medeverdachte] op de zitting, inhoudende dat hij enkel in de hennepplantage aan de [adres 1] slechts één keer heeft geoogst en dat die oogst in drie keer is geknipt, schuift de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde. Er zijn indicatoren van meerdere kweken in alle panden hiervoor genoemd.
Ten eerste dateert de MMA-melding waarin de melder [medeverdachte] noemt als eigenaar van verschillende hennepkwekerijen in Beek en omstreken van 7 november 2012, dus ruim vóór 11 maart 2013, zijnde de dag waarop de hiervoor bedoelde hennepkwekerijen zijn ontmanteld. Daarin is ook aangegeven dat [medeverdachte] samenwerkt met verschillende investeerders en handlangers. [8] [9] Uit de daarna verrichte netmetingen op de hoofdkabel waar ook de panden van [medeverdachte] op verbonden waren, werden in de periode 26 november 2012 tot en met 3 december 2012 en in de periode 1 maart 2013 tot en met 4 maart 2013 indicaties voor hennepkwekerijen gevonden. Dat geldt ook voor zowel de panden [adres 1] en [adres 2] als voor de [adres 3] . [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17]
Voorts slaat de rechtbank acht op de navolgende indicatoren die blijken uit het onderzoek en duiden op meerdere oogsten op de betreffende locaties:
[adres 1]:
- [verdachte] heeft ten aanzien van de [adres 1] verklaard dat hij meerdere keren
henneptoppen heeft geknipt;
- Productiedata op gebruikte materialen en apparatuur, teruggaande tot 2009 en
transformatoren met paarse vinnen;
- stof op het stoffilter van de koolstofcilinders en de aanwezige elektra;
- in de hennepkwekerij werd een knipschaartje aangetroffen waarop zich hennephars bevond;
- op de isolatiematten waren zeker 5 duidelijke afzonderlijke kringen van de plantenpotten
zichtbaar; De rechtbank heeft ter zitting een uitvergroting van de betreffende foto gezien,
waar ze de afzonderlijke ringen duidelijk heeft waargenomen. [18]
[adres 2]:
- Productiedata op gebruikte materialen en apparatuur, teruggaande tot 2009 en
transformatoren met paarse vinnen;
- het filterdoek van de koolstoffilters was vervuild;
- er lag stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen, de aanwezige elektra,
het rotorblad van de ventilator en de kachel;
- er zijn knipschaartjes aangetroffen waarop zich hennep en harsresten bevonden;
- er is slaolie aangetroffen, hetgeen wordt gebruikt om na het knippen de schaartjes en de
handen schoon te maken; [19]
- de heer [naam huurder] heeft verklaard dat hij de woning aan de [adres 2] huurde
sinds april 2012 en dat hij niets weet van diefstal van stroom ten behoeve van de kwekerij,
maar dat hij wel, toen hij in april 2012 in zijn woning ging wonen, had gezien dat naast de
meterkast een aantal zekeringen en een stuk elektriciteitskabel lagen; [20]
- De getuige [getuige 1] , die woont op het adres [adres 4] , heeft verklaard dat
een paar jaar geleden in de garage opeens een afscheidingswand stond, waardoor een aparte
ruimte is ontstaan. Middels een trap biedt deze ruimte toegang tot de kelder. Daar kon zij
niet komen. De scheidingsmuur is gemaakt toen de garage werd verhuurd. Dat was op het
moment dat [verdachte] de huurbaas was geworden. [21]
- De getuige [getuige 2] , die woont op de [adres 5] , heeft verklaard dat de woning en
de garage aan de [adres 2] sinds ongeveer 5 jaar eigendom zijn van [medeverdachte] .
De garage wordt los verhuurd van de woning. In de winter viel haar altijd op dat een
gedeelte van het dak sneeuwvrij was. Vanaf het moment dat [medeverdachte] eigenaar was, zag zij
geregeld verschillende personen in en bij de garage. Ook zag ze de vader van [medeverdachte]
vaker in of bij de garage. De personen spraken soms Nederlands. Soms kwamen
buitenlandse types, wat ze aan de taal hoorde die zij spraken. Er kwamen 1 of 2 keer per
week personen. Die waren haar onbekend. Alleen [medeverdachte] en zijn vader kent ze. De poort
werd dan geopend en vervolgens werd een busje voor de helft naar binnen gereden. [22]
[adres 3];
- Productiedata op gebruikte materialen en apparatuur, teruggaande tot 2009 en
transformatoren met paarse vinnen;
- [verdachte] huurde sinds twee, drie jaar de winkelruimte op [adres 3] volgens
[verdachte] . [23]
(Ruimte I)
- de aangetroffen hoeveelheid henneptoppen met een gewicht van 8,4 kilogram komt overeen
met een gemiddelde opbrengst van de in de kwekerij aangetroffen hoeveelheid van 317
hennepplanten; [24]
- stof op het stoffilter van de koolcilinder;
- hennepafval in zakken;
(Ruimte II)
- stof op het stoffilter van de koolcilinder;
- hennepafval in zakken;
(Ruimte III)
- stof op het stoffilter van de koolcilinder;
- hennepafval in zakken. [25]
Uit voornoemde bewijsmiddelen en aanwijzingen lijken de hennepkwekerijen in dezelfde periode te zijn opgezet (productiedata materialen en transformatoren met dezelfde paarse vinnen) en al langer operationeel te zijn. Zo heeft getuige [getuige 2] verklaard dat haar in de winter altijd opviel, dat een gedeelte van het dak sneeuwvrij was van de garage op de [adres 2] .
Het bovenstaande in aanmerking nemend acht de rechtbank aannemelijk dat [verdachte] in de kwekerijen aan de [adres 1] en aan de [adres 2] ten minste viermaal heeft geoogst, wat betekent in het jaar 2012 tot aan de datum van de ontmanteling van de kwekerijen op 11 maart 2013. En in de kwekerijen aan de [adres 3] : viermaal in ruimte I en II en driemaal in ruimte III (waar nog de opbrengst van één oogst aanwezig was). De rechtbank acht het, gelet op de bewijsmiddelen in het strafvonnis en de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen en aanwijzingen, ook aannemelijk dat [verdachte] dit viermaal samen met [medeverdachte] heeft gedaan.
Op grond van vorenbedoelde bewijsmiddelen en aanwijzingen is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] door middel van voormelde feiten voordeel heeft gekregen.
3.3.3
De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank zal het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vaststellen op afgerond € 162.765,--. Hiertoe overweegt zij het volgende.
Vanwege het ontbreken van een geloofwaardige verklaring van [verdachte] en/of [medeverdachte] over de opbrengsten en kosten zal de rechtbank bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitgaan van de normen zoals deze zijn vastgelegd in het door het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie uitgebrachte rapport “Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht” uit 2010 (hierna te noemen: rapport BOOM).
[adres 1]
Op grond van het rapport BOOM uit 2010 bedraagt de opbrengst per kilogram hennep
€ 3.280,00.
De rechtbank gaat uit van 4 oogsten van 99 planten.
Per vierkante meter stonden in de hennepkwekerij 9 planten. Derhalve wordt op grond van het rapport BOOM uitgegaan van een opbrengst van 30,9 gram hennep per plant.
Bruto-opbrengst
De bruto-opbrengst bedraagt:
4 oogsten x 99 planten x 30,9 gram = 12,2364 kilogram x € 3.280,00 = € 40.135,39
Kosten
Op grond van het rapport BOOM bedragen de afschrijvingskosten van de investeringen ingeval van een oogst van 99 planten € 150,00. De totale afschrijvingskosten van de investeringen zijn dus: 4 oogsten x € 150,00 = € 600,00.
Nu aannemelijk is dat [verdachte] en [medeverdachte] zelf hennepstekken produceerden, dient niet van de inkoopprijs per hennepstek, maar van de kostprijs per hennepstek te worden uitgegaan. De variabele kosten bedragen in dat geval op grond van het rapport BOOM uit 2010 € 3,58 per plant. De variabele kosten met betrekking tot 4 oogsten zijn:
4 oogsten x 99 planten x € 3,58 = € 1.417,68.
De totale kosten bedragen aldus:
€ 600,00 + € 1.417,68 = € 2.017,68
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt aldus:
€ 40.135,39 (bruto-opbrengst) -/- € 2.017,68 (totale kosten) = € 38.117,71
[adres 2]
De rechtbank gaat uit van 4 oogsten van 90 planten.
Per vierkante meter stonden in de hennepkwekerij 9 planten. Derhalve wordt op grond van het rapport BOOM uitgegaan van een opbrengst van 30,9 gram hennep per plant.
Bruto-opbrengst
De bruto-opbrengst bedraagt:
4 oogsten x 90 planten x 30,9 gram = 11,124 kilogram x € 3.280,00 = € 36.486,72
Kosten
Op grond van het rapport BOOM bedragen de afschrijvingskosten van de investeringen ingeval van een oogst van 90 planten € 150,00. De totale afschrijvingskosten van de investeringen zijn dus: 4 oogsten x € 150,00 = € 600,00.
Nu aannemelijk is dat [verdachte] en [medeverdachte] zelf hennepstekken produceerden, dient niet van de inkoopprijs per hennepstek, maar van de kostprijs per hennepstek te worden uitgegaan. De variabele kosten bedragen in dat geval op grond van het rapport BOOM uit 2010 € 3,58 per plant. De variabele kosten met betrekking tot 4 oogsten zijn:
4 oogsten x 90 planten x € 3,58 = € 1.288,80.
De totale kosten bedragen aldus:
€ 600,00 + € 1.288,80= € 1.888,80.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt aldus:
€ 36.486,72 (bruto-opbrengst) -/- € 1.888,80 (totale kosten) = € 34.597,92.
[adres 3]
Ruimte I:
De rechtbank gaat uit van 4 oogsten van 43 planten.
Het aantal hennepplanten dat per vierkante meter in de hennepkwekerij stond is onbekend. Derhalve wordt op grond van het rapport BOOM uitgegaan van een opbrengst van 28,8 gram hennep per plant.
Bruto-opbrengst
De bruto-opbrengst bedraagt:
4 oogsten x 43 planten x 28,2 gram = 4,8504 kilogram x € 3.280,00 = € 15.909,31
Kosten
Op grond van het rapport BOOM bedragen de afschrijvingskosten van de investeringen ingeval van een oogst van 43 planten € 150,00. De totale afschrijvingskosten van de investeringen zijn dus: 4 oogsten x € 150,00 = € 600,00.
Nu aannemelijk is dat [verdachte] en [medeverdachte] zelf hennepstekken produceerden, dient niet van de inkoopprijs per hennepstek, maar van de kostprijs per hennepstek te worden uitgegaan. De variabele kosten bedragen in dat geval op grond van het rapport BOOM uit 2010 € 3,58 per plant. De variabele kosten met betrekking tot 4 oogsten zijn:
4 oogsten x 43 planten x € 3,58 = € 615,76.
De totale kosten bedragen aldus:
€ 600,00 + € 615,76 = € 1.215,76.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt aldus:
€ 15.909,31 (bruto-opbrengst) -/- € 1.215,76 (totale kosten) = € 14.693,55
Ruimte II:
De rechtbank gaat uit van 4 oogsten van 39 planten.
Het aantal hennepplanten dat per vierkante meter in de hennepkwekerij stond is onbekend. Derhalve wordt op grond van het rapport BOOM uitgegaan van een opbrengst van 28,8 gram hennep per plant.
Bruto-opbrengst
De bruto-opbrengst bedraagt:
4 oogsten x 39 planten x 28,2 gram = 4,3992 kilogram x € 3.280,00 = € 14.429,38
Kosten
Op grond van het rapport BOOM bedragen de afschrijvingskosten van de investeringen ingeval van een oogst van 43 planten € 150,00. De totale afschrijvingskosten van de investeringen zijn dus: 4 oogsten x € 150,00 = € 600,00.
Nu aannemelijk is dat [verdachte] en [medeverdachte] zelf hennepstekken produceerden, dient niet van de inkoopprijs per hennepstek, maar van de kostprijs per hennepstek te worden uitgegaan. De variabele kosten bedragen in dat geval op grond van het rapport BOOM uit 2010 € 3,58 per plant. De variabele kosten met betrekking tot 4 oogsten zijn:
4 oogsten x 39 planten x € 3,58 = € 558,48.
De totale kosten bedragen aldus:
€ 600,00 + € 558,48 = € 1.158,48.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt aldus:
€ 14.429,38 (bruto-opbrengst) -/- € 1.158,48 (totale kosten) = € 13.270,90.
Ruimte III:
De rechtbank gaat uit van 3 oogsten van 235 planten.
Het aantal hennepplanten dat per vierkante meter in de hennepkwekerij stond, is onbekend. Derhalve wordt op grond van het rapport BOOM uitgegaan van een opbrengst van 28,8 gram hennep per plant.
Bruto-opbrengst
De bruto-opbrengst bedraagt:
3 oogsten x 235 planten x 28,2 gram = 19,881 kilogram x € 3.280,00 = € 65.209,68.
Kosten
Op grond van het rapport BOOM bedragen de afschrijvingskosten van de investeringen ingeval van een oogst van 235 planten € 200,00. De totale afschrijvingskosten van de investeringen zijn dus: 3 oogsten x € 200,00 = € 600,00.
Nu aannemelijk is dat [verdachte] en [medeverdachte] zelf hennepstekken produceerden, dient niet van de inkoopprijs per hennepstek, maar van de kostprijs per hennepstek te worden uitgegaan. De variabele kosten bedragen in dat geval op grond van het rapport BOOM uit 2010 € 3,58 per plant. De variabele kosten met betrekking tot 3 oogsten zijn:
3 oogsten x 235 planten x € 3,58 = € 2.523,90.
De totale kosten bedragen aldus:
€ 600,00 + € 2.523,90 = € 3.123,90.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt aldus:
€ 65.209,68 (bruto-opbrengst) -/- € 3.123,90 (totale kosten) = € 62.085,78.
Het totale wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt aldus:
€ 38.117,71 ( [adres 1] ) + € 34.597,92 ( [adres 2] ) +
€ 14.693,55 ( [adres 3] Ruimte I) + € 13.270,90 ( [adres 3] Ruimte II) + € 62.085,78 ( [adres 3] Ruimte III) = € 162.765,86.
3.3.4
De op te leggen betalingsverplichting
De rechtbank zal aan [verdachte] de verplichting opleggen tot betaling van (afgerond)
€ 162.765,-- aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Nu [verdachte] de onderliggende strafbare feiten in nauwe en bewuste samenwerking heeft gepleegd met [medeverdachte] , op grond waarvan de rechtbank [verdachte] en [medeverdachte] met betrekking tot die feiten als medeplegers heeft aangemerkt, en nu geen van beiden iets heeft verklaard over de verdeling van het wederrechtelijk verkregen voordeel, acht de rechtbank het passend te bepalen dat de betalingsverplichting hoofdelijk aan beiden zal worden opgelegd.

4.Het wettelijke voorschrift

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op
  • legt [verdachte] hoofdelijk de verplichting op tot
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door [medeverdachte] voornoemd is betaald, [verdachte] niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen.
Deze uitspraak is gegeven door mr. C.M.W. Nobis, voorzitter, mr. F.H. Machiels en
mr. J. Claessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.C. Smeets, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 september 2015.
Buiten staat
Mr. F.H. Machiels en mr. J. Claessen zijn niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit de processen-verbaal van politie, proces-verbaalnummers: 2013025725 (dossier zaak 1), 2013025808 (dossier zaak 2), 2013024260 (dossier zaak 3), respectievelijk gesloten d.d. 12 juni 2013, 11 maart 2013 en 16 mei 2013, respectievelijk doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 271, van pagina 1 tot en met 254 en van pagina 3 tot en met 298.
2.Proces-verbaal inhoudende afbeeldingen, pagina 36 t/m 53, dossier zaak 1.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2013, pagina 34, dossier zaak 1.
4.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 12 juni 2013, pagina 3 t/m 16, dossier zaak 1.
5.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 17 september 2013, pagina 3 t/m 15, dossier zaak 2.
6.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 16 mei 2013, pagina 3 t/m 8, dossier zaak 3.
7.Proces-verbaal van verhoor van de [verdachte] d.d. 11 maart 2013, pagina 137 t/m 141, dossier zaak 1.
8.MMA-melding d.d. 7-11-2012, pagina 17, dossier zaak 1.
9.Proces-verbaal relaas d.d. 17 september 2013, ongenummerd, dossier zaak 4.
10.Rapportage bevindingen d.d. 3 december 2012, pagina 18 t/m 20, dossier zaak 1.
11.Rapportage bevindingen d.d. 4 maart 2013, pagina 21 t/m 23, dossier zaak 1.
12.Rapportage bevindingen d.d. 3 december 2012, pagina 20 t/m 22, dossier zaak 2.
13.Rapportage bevindingen d.d. 4 maart 2013, pagina 17 t/m 19, dossier zaak 2.
14.Rapportage bevindingen d.d. 3 december 2012, pagina 10 t/m 12, dossier zaak 3.
15.Rapportage bevindingen d.d. 3 december 2012, pagina 13 t/m 15, dossier zaak 3.
16.Rapportage bevindingen d.d. 14 januari 2013, pagina 16 t/m 18, dossier zaak 3.
17.Rapportage bevindingen d.d. 4 maart 2013, pagina 19 t/m 21, dossier zaak 3.
18.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex art 36e 2e lid Sr, pagina 183 t/m 184, dossier zaak 1 en de waarneming van de rechtbank op de zitting.
19.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex art 36e 2e lid Sr, pagina 231 t/m 232, dossier zaak 2.
20.Proces-verbaal van verhoor van de [naam huurder] d.d. 12 maart 2013, pagina 43 t/m 45, dossier zaak 2.
21.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] d.d. 11 maart 2013, pagina 39, dossier zaak 2.
22.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 2] d.d. 11 maart 2013, pagina 41, dossier zaak 2.
23.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte] d.d. 11 maart 2013, pagina 105.
24.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 16 mei 2013, pagina 4, dossier zaak 3.
25.Toelichting waarneming/gevaarzetting pagina 290 t/m 293, dossier zaak 3.