In deze zaak heeft de kantonrechter op 24 september 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een particuliere verhuurder en zijn huurder. De verhuurder, vertegenwoordigd door mr. A.J.J. Kreutzkamp, vorderde ontruiming van de studio die hij verhuurde aan de huurder, vertegenwoordigd door mr. S.L.R. Hensen, vanwege een huurachterstand van meer dan drie maanden. De huurovereenkomst was op 11 augustus 2011 gesloten en de huurder had in het verleden regelmatig de huur niet tijdig betaald. De verhuurder stelde dat hij afhankelijk was van de huurinkomsten om aan zijn eigen verplichtingen te voldoen en dat er sprake was van spoedeisend belang.
De huurder betwistte de hoogte van de huurachterstand en voerde aan dat persoonlijke omstandigheden, waaronder een posttraumatische stressstoornis, hem belemmerden om de huur tijdig te betalen. De kantonrechter oordeelde echter dat deze persoonlijke omstandigheden de verhuurder niet raakten en dat de huurder tekort was geschoten in zijn verplichtingen. De rechter wees de vorderingen van de verhuurder toe, inclusief de ontruiming van de studio binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, betaling van de huurachterstand van € 1.285,00, en bijkomende kosten zoals buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
De rechter benadrukte dat elke tekortkoming in de nakoming van contractuele verplichtingen door de huurder de verhuurder het recht geeft om de overeenkomst te ontbinden. De huurder werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de ontruiming van de studio, waarbij de rechter de belangen van de verhuurder zwaarder liet wegen dan de persoonlijke omstandigheden van de huurder. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.