Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
Weet je hoe laat het is?” of “
Hoe heet je hond?”. Voorts blijkt uit de aangiften dat telkens de dader zeer dicht bij of naast de aangeefsters ging staan of fietsen en telkens vervolgens onverhoeds met zijn hand - de met kleding bedekte - bil(len) en/of de vagina/schaamstreek van de aangeefsters betastte. De rechtbank acht dit specifieke gedragspatroon (modus operandi) redengevend voor het bewijs.
help, help” gaan schreeuwen. Toen ze bleef schreeuwen liet de man haar los.
die vrouw” zei dat ze het niet wist. Ook heeft hij verklaard dat de vrouw bang was en schrok en dat de vrouw de armen omhoog deed, waarop hij er vandoor is gegaan. Hij beschrijft verder onder meer dat deze vrouw een kop kleiner was dan hij.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
stok achter de deur’geïndiceerd.
7.De benadeelde partijen
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart onder 1., 2., 3., 4., 5., 6., 7., 8. en 9. tenlastegelegde feiten bewezen, zoals deze hierboven onder punt
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert, zoals deze hierboven onder punt
- verklaart de verdachte daardoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot
- beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering
90 dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde
drie jaren:
- zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit of
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
- geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
beveelt dat de algemene en bijzondere voorwaarden, alsmede het door de reclassering uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
de benadeelde partij [slachtoffer 2], wonende te [woonplaats] , [adres 3] , toe tot een bedrag van € 330,94 te vermeerderen met de wettelijke rente, te berekenen over de periode vanaf 26 oktober 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- wijst de vordering voor het overige af;
- legt aan de veroordeelde de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [slachtoffer 2] een bedrag van € 330,94 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de procedure, de kosten van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, en begroot deze kosten aan de zijde van de benadeelde partij
- wijst de vordering van
- wijst de vordering voor het overige af;
- legt aan veroordeelde de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [slachtoffer 4] een bedrag van € 300,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 28 oktober 2014 tot aan de dag van volledige voldoening, bij niet betaling te vervangen door zes dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de procedure, de kosten van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, en begroot deze kosten aan de zijde van de benadeelde partij
de benadeelde partij [slachtoffer 7], wonende te [woonplaats] , [adres 5] , toe tot een bedrag van € 323,52 te vermeerderen met de wettelijke rente, te berekenen over de periode vanaf 28 oktober 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 7] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat zij dit deel van de vordering bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen;
- legt aan de veroordeelde de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [slachtoffer 7] een bedrag van € 323,52 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 28 oktober 2014 tot aan de dag van volledige voldoening, bij niet betaling te vervangen door zes dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] vervalt en omgekeerd;
[slachtoffer 1], wonende te [woonplaats] , [adres 1] , toe tot een bedrag van € 150,-, te vermeerderen met de wettelijke rente, te berekenen over de periode vanaf 29 oktober 2014 tot aan de dag
- legt aan de veroordeelde de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [slachtoffer 1] een bedrag van € 150,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 29 oktober 2014 tot aan de dag van volledige voldoening, bij niet betaling te vervangen door drie dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de procedure, de kosten van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, en begroot deze kosten aan de zijde van de benadeelde partij